Wakeboarden: een spectaculaire watersport!
Wakeboarden kun je vergelijken met snowboarden op het water. Achter een boot of kabel wordt een reeks van spectaculaire tricks uitgevoerd. Deze tricks worden beoordeeld door een jury. Voor deze sport heb je flink spierkracht nodig! Wakeboarden is niet voor niets een geliefde sport om naar te kijken. Hoe is wakeboarden ontstaan en wat zijn de regels van de sport? Wat zijn de meest voorkomende blessures? Een introductie in de wereld van het wakeboarden...
Wat is wakeboarden?
Wakeboarden is een waterskisport die door vele watersportliefhebbers wordt beoefend. De wortels van het wakeboarden liggen bij het surfen. In Californië gingen surfers, bij te weinig branding, surfen op de hekgolf van hun skiboot. Inmiddels is wakeboarden nog het best te omschrijven als een combinatie van skate-of snowboarden en waterskiën.
Dit maakt wakeboarden tot een echte publiekssport: het optreden van goede wakeboarders is spectaculair om te zien. Ze maken de meest moeilijk samengestelde figuren waarbij ze meters boven het water komen (Lakens Douwes & Lakens Douwes, 2005).
Boot of kabel
Binnen het wakeboarden kan men kiezen voor zowel de boot als de kabel. Achter beiden wordt getraind en ook voor beiden worden wedstrijden georganiseerd. Wakeboarden vereist totale lichaamsbeweging: elke spier in het lijf wordt gebruikt. Technisch is het een veeleisende sport. Er worden gecompliceerde sprongen uitgevoerd. Spierkracht is erg belangrijk bij de uitvoering van deze sprongen.
Het seizoen
Het seizoen in Nederland loopt van maart tot oktober (cable) of april tot september (boot). De wedstrijden vinden plaats van mei tot september. In de wintermaanden trainen de toppers in het buitenland. De wintertrainingen voor de cableboarders vinden in Amerika en de Filippijnen plaats. De boarders achter de boot trainen dan in Singapore en Amerika. De rest traint in de sportschool zijn kracht en uithoudingsvermogen.
Welk materiaal heb je nodig om te kunnen wakeboarden?
Als wakeboarder heb je een board nodig. Dit Twin-Tip-Board is vlak en dun, met een klein volume. Het board heeft vinnen aan beide zijde van het einde van de plank. Op het board zitten bindingen waarin je je voeten neerzet. Verder draagt een wakeboarder een helm, vest en een wetsuit.
Wat zijn de spelregels van het wakeboarden?
Een wedstrijdparcours wakeboarden achter de boot is ongeveer 370 meter lang. Twee boeien markeren het begin en het eind van het parcours. Als er obstakels in het parcours zitten, zijn deze ook gemarkeerd met boeien. Het gaat niet om de snelheid of het aantal tricks (‘sprongen’), maar om een zo gevarieerd mogelijke opbouw van het parcours en zoveel mogelijk expressie in de figuren.
Run
Het parcours wordt twee keer genomen en gemiddeld maakt een boarder dan 4 á 8 sprongen. Het nemen van een parcours wordt ook wel een ‘run’ genoemd.
Je start buiten de linker- of rechtertoegangsboei om. Als je binnenom start, is je parcours ongeldig. Als je valt in een parcours, of tussen beide parcoursen, is je run afgelopen. Beide runs tellen in mee in de eindbeoordeling.
Een wedstrijdparcours achter de kabel is ongeveer net zo lang. Ook hier maak je twee runs, maar in dit geval telt alleen de beste run. Wanneer je valt, is je run klaar.
Hoe wordt je score bepaald?
Wakeboarden is een jurysport. De juryleden geven een beoordeling over het totale parcours van de boarder. Het maximumaantal punten dat een jurylid kan geven is honderd. De beoordeling is verdeeld in drie in punten gelijkwaardige onderdelen:
- Uitvoering: de mate van perfectie waarmee iedere afzonderlijke sprong wordt uitgevoerd en de totale uitvoering van het parcours met een minimum aan vallen.
- Intensiteit: de hoogte en breedte van de tricks.
- Samenstelling: de variatie in de tricks en de manier waarop het parcours is opgebouwd.
Hoe zit een wedstrijddag in elkaar?
Wanneer je naar een wedstrijd kijkt, bestaat deze uit voorrondes, een LCQ (Last Change to Qualify), een semi-finale en een finale. De voorrondes bestaan uit een aantal (ongeveer 4) groepen met 5 á 8 sporters per groep. Van elke groep gaan de twee besten gelijk naar de finale. De nummers 3 van elke groep hebben een LCQ en mogen nog een keer een prestatie neerzetten. Van deze groep mogen ook de beste twee naar de semi-finale. De sporter heeft dus vaak één mogelijkheid om een goede prestatie neer te zetten om in de semi-finale te komen. Het is afhankelijk van het aantal deelnemers of er een semi-finale zal zijn.
De meest voorkomende blessures binnen het wakeboarden
De meest voorkomende blessures in de waterskisport zijn weke-delen letsels: verstuikte enkels en knieën, spier- of peesverrekkingen, spierbloedingen (blauwe plekken) en ontwrichtingen.
Ook botbreuken, hersenschuddingen, beschadigingen van het trommelvlies en wonden komen voor. Daarnaast kan er ook slijtage van de wervelkolom voorkomen. Dit gebeurt wanneer de wervelkolom, door verkeerde houding, functioneert als ‘schokbreker’ op het water.
Waar kun je wakeboarden?
In Nederland zijn elf actieve cablebanen. Zij liggen in de plaatsen Emmen, Almere, Enschede, Kamperland, Naaldwijk, Best, Veendam, Braamt, Westerhoven, Alphen a/d Rijn, Doetinchem en Kempervennen. Verder zijn er 28 waterskiverenigingen waar je achter de boot kan trainen. Hiervan zijn echter alleen de verenigingen in Hellevoetssluis en Olst door de NWWB erkende scholen.
Op de site
wakeboarders.nl vind je de adressen.