Sportpsychologie in het wakeboarden
Wakeboarden is een spectaculaire watersport. De tricks en snelheid maken het tot een geliefde sport om naar te kijken én te doen. Elke sport heeft zo zijn eigen mentale eisen. Een sporter moet op bepaalde vlakken mentaal in balans zijn om tot een goede prestatie te komen. In het handboek voor sportpsychologen staat beschreven welke mentale eisen aan het wakeboarden kunnen worden gesteld. Welke mentale vaardigheden zijn voor het wakeboarden van belang?
De mentale vaardigheden in het wakeboarden
Omdat wakeboarden ontstaan is uit het surfen, zijn er ook enkele vergelijkingen te trekken tussen de mentale vaardigheden die surfers en wakeboarders moeten hebben. Sportpsycholoog Jacquín Dosil (2006) beschrijft de gedachten die professionele surfers hebben of zouden moeten hebben tijdens een belangrijke prestatie. De vier strategieën zijn: het technisch denken, het tactische denken, positieve zelfspraak en visualisatie.
Technisch denken, tactisch denken en positieve zelfspraak
Het
technisch denken heeft betrekking op de uitvoering van de sprong. Het
tactische denken heeft betrekking op wanneer welke sprong wordt ingezet. Door middel van
positieve zelfspraak houdt men negatieve gedachten die prestatiebelemmerend kunnen werken tegen. Bij
visualisatie stelt de sporter zich een sprong of parcours voor en traint op deze manier zowel de technische als de mentale aspecten van de sprong of het parcours.
Gedachtecontrole is een mentale vaardigheid die daaraan toegevoegd kan worden. Hierbij worden negatieve gedachten omgebogen in positieve gedachten.
De mentale vaardigheden die bij het wakeboarden belangrijk zijn, zijn:
- Zelfvertrouwen, door middel van gedachtecontrole en zelfspraak
- Gereguleerde spanning, verkregen door ontspanning of juist lichte spanning opwekken
- Visualisatie, zodat er vaardigheden geleerd kunnen worden en indirect ook zelfvertrouwen wordt opgebouwd.
Invloed van spanning
Wanneer je naar een wedstrijd kijkt, bestaat deze uit voorrondes, een LCQ (Last Change to Qualify) eventueel een semifinale (afhankelijk van het aantal deelnemers) en een finale. De voorrondes bestaan uit een aantal (ongeveer 4) groepen met 5 á 8 sporters per groep. Van elke groep gaan de twee besten gelijk naar de (semi) finale. De nummers 3 van elke groep hebben een LCQ en mogen nog een keer een prestatie neerzetten. Van deze groep mogen ook de beste twee naar de (semi) finale.
De sporter heeft dus vaak één mogelijkheid om een goede prestatie neer te zetten om in de finale te komen. Hier komt de invloed van spanning weer om de hoek kijken. De tijd die de sporters hebben voor een prestatie is ongeveer dertig seconden. Door hun snelheid zijn ze dan bij het einde van het parcours.
Toepassen van mentale vaardigheden in een “run”
Net als een surfer, heeft een wakeboarder een aanloopfase, waarin hij naar een hekgolf toegaat. Daarnaast is er een actiefase, waarin er een sprong wordt gemaakt. Als laatste is er ook een herstelfase, na het uitvoeren van de sprong. De herstelfase duurt kort, want al snel wordt er weer naar de hekgolf teruggestuurd.
Ook tijdens de aanloop- en herstelfase kunnen de mentale vaardigheden worden toegepast. Dit gebeurt echter in een erg korte tijd. Het is dus van belang voor een wedstrijd en training deze vaardigheden te oefenen. Na afloop van een wedstrijd of ride kunnen de sprongen ook worden herbeleeft door visualisatie. Het is belangrijk dat dan alleen de goede sprongen worden herhaald, zodat de sporter er een goed gevoel aan over houdt.
Er dient te worden vermeld, dat in dit hoofdstuk de, volgens de auteur, meest belangrijke mentale vaardigheden voor het wakeboarden worden genoemd. Er zijn natuurlijk nog meer mentale vaardigheden die allen aanbevolen worden. Hierbij kan gedacht worden aan doelen stellen, aandachtstraining en concentratie. Dit zijn de algemene mentale vaardigheden die bij de begeleiding door een sportpsycholoog aan bod komen.