Waaraan moet een dressuurpaard voldoen?
Een paard is altijd een mooi en edel dier, maar een paard is niet per definitie geschikt voor de discipline waarin we hem willen uitbrengen. Een endurancepaard is geen springpaard, een westernpaard is geen dressuurpaard. Waaraan moet een dressuurpaard voldoen?Karakter
De geschiktheid als dressuurpaard begint steeds met het karakter. Een gemiddeld paard weegt tussen de 550 en 700 kilo en die kun je maar beter mee hebben, zeker in een discipline als dressuur waar gehoorzaamheid de kern vormt. Op de bijgaande foto zien we bijvoorbeeld Hans Peter Minderhoud met zijn merrie Exquis Nadine in de indrukwekkende omgeving van het Olympische stadion in Beijing. Een dergelijke ambiance vraagt om optimaal vertrouwen en gehoorzaamheid van het paard.Een dressuurpaard zal dus in de eerste plaats gehoorzaam moeten zijn en de wil hebben om te werken voor zijn ruiter. Het is waar: vrijwel alle briljante paarden zijn niet de gemakkelijkste paarden, maar er bestaat een verschil tussen gevoelig, heetgebakerd, sensibel en zo staatsgevaarlijk dat het dier zich niet laat bewerken. Een paard moet wel ijverig en werklustig zijn om de oefeningen uit te voeren die zijn ruiter vraagt.
Wel zal een goed dressuurpaard gevoelig zijn. Deels is dat een stuk training, een paard moet leren om op de kleinste hulp te reageren. Maar deels is dat ook een eigenschap. Het ene paard reageert sensibeler dan het andere paard. Die sensibiliteit kun je voor je gebruiken.
Een dressuurpaard moet ook doorzettingsvermogen hebben, er steeds voor willen gaan. Dat is een eigenschap die bijna niet te testen valt. De meeste paarden doen hun best tot Z-niveau, komend in de subtop zullen er velen afvallen. En pas in de Grand Prix ontdekt de ruiter of zijn paard het laatste in zich heeft om ook in de zwaarst verzamelende oefeningen er steeds voor te blijven gaan.
Behalve voornoemde eigenschappen moet een dressuurpaard intelligent zijn. Het moet de oefeningen makkelijk oppakken en de steeds fijnere nuances uit elkaar leren houden naarmate het meer oefeningen moet kunnen beheersen.
Bouw
Het ideale dressuurpaard heeft een gemiddelde stokmaat van zo'n 1.72 m. Dat is te relativeren omdat het moet passen bij het formaat van de ruiter, maar een dressuurpaard moet groot zijn, 'er moet iets binnenkomen in de ring'.Het paard heeft liefst een mooi en aansprekend hoofd en een lange hals waarbij de bespiering aan de bovenzijde van de hals mooi ontwikkeld is/kan worden. De kaak moet niet te grof zijn omdat het paard anders moeilijk in de voorgeschreven houding aan de teugel kan lopen. Een hals waarbij de bespiering aan de onderzijde meer ontwikkeld is, is zeer ongewenst om dezelfde reden. De borst moet breed zijn, zodat de longen voldoende ruimte hebben. Een lange rug levert rugproblemen op omdat het ruitergewicht er op rust, een korte rug zorgt weer voor te weinig souplesse. De lendenen moeten goed ontwikkeld zijn. Een dressuurpaard heeft een krachtige achterhand nodig, aangezien het naar mate het verder opgeleid wordt, gevraagd wordt om steeds meer gewicht op de achterhand over te nemen. Een langbenig paard toont elegant, maar het beenwerk moet niet zo fijn gesneden worden dat het gevoelig wordt voor blessures. Een paard met lange koten heeft meer schwung bij het lopen maar is ook gevoeliger voor peesblessures.
Het paard moet opwaarts gebouwd zijn. Hiermee wordt bedoeld dat de lijn die getrokken kan worden door het midden van de romp van achter naar voren iets omhoog moet lopen. Een paard wat lange achterbenen heeft, zal deze namelijk sterker moeten buigen in het spronggewricht omdat het paard anders de illusie geeft minder te verzamelen.