Diverse balspelletjes voor kinderen
Balspelletjes, tikspelletjes, behendigheidsspelletjes; kinderen zijn er gek op. Er is weinig tot geen materiaal voor nodig. Een grasveld, schoolplein of gymzaal hebben we allemaal wel in de buurt en de meeste van deze originele spelletjes met de bal, kunnen ook heel goed in de tuin worden gespeeld. Leuk voor kinderfeestjes maar ook voor op school. Veel plezier!
Balspel alle leeftijden; lummelen
Een groep kinderen gooit de bal over, de 'lummel' loopt er tussenin en probeert de bal te pakken te krijgen. Als dit lukt is de laatste die gooide, zelf de lummel.
Lummelen in teams
Verdeel de kinderen in twee teams. Ze moeten proberen tien keer over te gooien zonder dat de bal de grond raakt, dan hebben ze een punt. Het andere team mag proberen de bal te onderscheppen. Als dit lukt, zijn ze aan de bal en proberen zíj tien keer over te gooien voor een punt.
Balspel in de kring; krokodillenbal
De kinderen staan in een kring. In het midden loopt de 'krokodil'. (rijtje van 3 of vier kinderen achter elkaar, handen op de schouders.) De bal wordt rondgespeeld en de kinderen in de kring moeten proberen, door snel over te spelen, het achterste kind, de 'staart van de krokodil' te raken! Als dit lukt, wordt er een nieuwe krokodil gekozen. Zachte bal gebruiken.
Balspel; cirkeltrefbal
Een grote cirkel tekenen met krijt. Alle kinderen lopen in de cirkel, behalve één speler, die heeft de bal en staat buiten de cirkel. Hij moet proberen de kinderen af te gooien. Als een kind geraakt is, gaat hij de speler buiten de cirkel helpen. Het kind dat het langst ín de cirkel blijft heeft gewonnen. Zachte bal gebruiken. Van te voren afspreken of je mag 'afweren'. (handen geraakt=niet af)
Balspel; 'ik verklaar de oorlog aan'
Eén kind heeft de bal, gooit die hoog in de lucht en roept: "ik verklaar de oorlog aan..... Pietje of Klaasje!" Alle kinderen rennen weg, behalve Pietje of Klaasje; die rent zo snel mogelijk naar de bal, pakt hem en roept; 'STOP'! Nu moeten alle kinderen onmiddellijk stilstaan. Pietje of Klaasje mag nog drie grote stappen zetten in de richting van het dichtstbijzijnde kind, en moet dan proberen het kind af te gooien. Als dit lukt, moet dat kind 'de oorlog verklaren', lukt het niet, moet Pietje of KLaasje dit zelf doen.
Balspel in de kring; fopbal
De kinderen staan in een kring met hun handen op hun rug! In het midden staat de 'fopper'. Hij moet proberen de kinderen voor de gek te houden door afwisselend te gooien en net te doen alsof hij gooit. De kinderen moeten de bal vangen, anders zijn ze af, maar ze mogen bij een schijnbeweging van de fopper, hun handen níet laten zien! Dan zijn ze ook af. Kinderen die af zijn worden zelf de 'fopper'.
Balspel in de kring; vliegenvangen
Hetzelfde principe als 'fopbal', maar dan voor wat oudere kinderen. Het wordt gespeeld met een kleinere bal. De kinderen in de kring hebben hun handen tegen elkaar aan en niet op hun rug, maar voor zich. De fopper staat in het midden en gooit óf doet alsof hij gooit met de kleine bal. Als de bal (vlieg) echt gegooid wordt, mag de vanger zijn handen even van elkaar af doen! Vangt hij de vlieg, dan heeft hij een punt! Maar doet hij zijn handen van elkaar terwijl er niet echt gegooid werd, (een schijnbeweging) dan is hij zijn punten kwijt. Als hij de bal laat vallen is hij óók zijn punten (vliegen) kwijt. Wie heeft aan het eind de meeste vliegen gevangen?
Balspel in de kring; vos en eend
Alle kinderen zitten in de kring. Er worden twee ballen doorgegeven, diit zijn de vossen. Er is ook een kleinere bal in het spel, de eend! Omdat eenden kunnen vliegen, mag deze bal worden overgegooid. Nu moeten de vossen proberen de eend te pakken te krijgen. De vossen worden dus zo snel mogelijk doorgegeven in de richting van het kind met de eend, terwijl de eend steeds door wordt gegooid, naar een kind zover mogelijk bij de vossen vandaan. Als de grote en kleine bal tegelijk bij hetzelfde kind aankomen, is de eend gepakt.
Inhaalbal
De kinderen staan in een kring en krijgen om en om nummer één of twee. (1-2-1-2-1-2 enz.) Een nummer 1 kind krijgt een bal en tegenover hem een nummer 2 kind ook. Nu moeten ze de bal doorspelen aan hun eigen team, met de klok mee, door steeds een kind over te springen in de kring. Het team dat de bal als eerste weer bij de beginnende speler heeft , verdient een punt.