De onbekende sport lacrosse

Lacrosse is een nog tamelijk onbekende sport die vooral populair is in Noord-Amerika. Het is een teamsport met normaal gesproken 10 spelers per team. De spelers hebben allemaal een stick met een vangnet eraan waarmee ze de bal naar elkaar overgooien, om uiteindelijk het doel van de tegenstander te bereiken.

Spelvormen

Er bestaan drie verschillende spelvormen:

• Men's lacrosse
• Women's lacrosse
• Box lacrosse

Men's lacrosse

Bij Men's lacrosse speelt elk team met 10 spelers en wordt er op een veld gespeeld dat ongeveer 54 bij 100 meter is. In Nederland is er echter een tekort aan dit soort velden en wordt er meestal gespeeld op een voetbal/hockeyveld. Het doel is natuurlijk om de bal waarmee gespeeld wordt in het doel van de tegenstander te werpen en wie dat het vaakst doet in de wedstrijd, wint. De sticks van de spelers variëren van elkaar door middel van de positie die de spelers bekleden. Verdedigers hebben hierom een grotere stick dan middenvelders, zodat ze de ballen beter uit de lucht kunnen plukken. Men's lacrosse lijkt erg op ijshockey, omdat er bodychecks uitgedeeld mogen worden en het dus een hevige contactsport is

Women's lacrosse

Bij Women's lacrosse mag er, in tegenstelling tot men's lacrosse, geen contact tussen de spelers gemaakt worden. Het is dus een veel minder hevige sport en er moet tactisch beter worden gespeeld.

Box lacrosse

Bij Box lacrosse wordt er in tegenstelling tot Men's lacrosse en Women's lacrosse binnengespeeld. Zoals de naam al zegt: in een box dus. Deze vorm van lacrosse lijkt het meeste op ijshockey, alleen is de ondergrond niet van ijs, maar van kunstgras.

Spelregels

Er zijn twee verschillende overtredingen die je kan begaan tijdens een wedstrijd:

• Technische fouten
• Persoonlijke fouten

Technische fouten

• Interference: Een speler zet een blok, zodat de tegenstander er niet langs kan
• Illegal start: Een wingman rent voordat de wedstrijd is begonnen al over de lijn heen
• Holding: Een speler houdt de tegenstander vast, op welke manier dan ook
• Warding: Een speler schermt de bal op een onreglementaire manier af van zijn tegenstander
• Pushing: Een speler duwt een tegenstander
• Stalling: Een speler of het team rekt tijd, zodat ze hun voorsprong kunnen behouden
• Time Delay: De doelman blijft te lang met de bal in zijn gebied staand (de crease)
• Offside: Wanneer er geen evenwichtige veldverdeling meer is, wordt er voor offside gefloten. Er moeten namelijk tijdens de wedstrijd altijd vier spelers op de verdedigende helft staan en minimaal drie op de aanvallende helft. Wanneer dit niet het geval is, en er dus sprake is van een onevenwichtige veldverdeling, wordt er voor offside gefloten

Persoonlijke fouten

• Illegal stick: De stick van een speler verschilt té erg van de andere spelers. Hierdoor is het voor de tegenstanders bijvoorbeeld moeilijker om de bal af te pakken
• Slashing: Een speler slaat zijn tegenstander met zijn stick niet op de toegestane plekken
• Unsportsmanlike conduct: Een speler gebruikt grof taalgebruik tegen een tegenstander of een scheidsrechter
• Tripping: Een speler laat zijn tegenstander expres vallen, zodat deze niet verder kan
• Illegal Equipment: Een speler heeft bijvoorbeeld handschoenen die niet toegestaan zijn, omdat ze gevaarlijk zijn voor de andere spelers
• Unnecessary roughness: Een speler speelt veel te hard en ruw