Hoofdregels van het American football
American Football is enorm populair in Amerika en Canada maar is ook in Europa aan een opmars bezig. Het is een contactsport waarbij elke centimeter belangrijk is om het spel uiteindelijk te gaan winnen. Hierbij is het ook zeer belangrijk de juiste tactieken te gebruiken om zoveel mogelijk de tegenstrever te verrassen. American football is kortom een uiterst spannende sport.
Doel van het spel
Het team dat in balbezit is (de aanval), probeert de andere kant van het veld te bereiken om punten te scoren, ofwel door de doellijn van de tegenstander te passeren met een touchdown, ofwel door de bal over de dwarsbalk te trappen. De aanvallende partij krijgt vier pogingen om negen meter met de bal vooruit te komen. Lukt dit, dan mag het team nog eens vier pogingen ondernemen om negen meter vooruit te komen, enzovoorts. De terreinwinst wordt steeds geregistreerd.
De verdedigers beginnen het spel met een aftrap van hun vijfendertig-yardlijn. De bal wordt op een tee gelegd en het veld ingeschopt in de richting van de tegenstander. Deze probeert vervolgens met de bal het doel van de andere partij te bereiken.
Een touchdown is zes punten woord, een doeltrap drie, een geslaagde extra poging één of twee punten en een safety twee punten. Het team met de meeste punten wint. Bij een gelijkspel wordt het sudden-death systeem gehanteerd om een winnaar te krijgen. Er wordt steeds vijftien minuten verlengd, net zolang tot een team scoort.
Benodigdheden om het spel te spelen
Het veld
Een rechthoekig veld van honderdtien meter lang en 48,76 meter breed met lijnen gemarkeerd langs de uiteinden en de zijkanten van het veld, met doellijnen die parallel lopen met de achterlijn op een afstand van negen meter (tien yards) naar binnen. De yardlijnen zijn gemarkeerd aan de zijkant van het veld per 4,5 meter (vijf yards) om aan te kunnen geven hoeveel terrein een team gewonnen heeft.
De doelpalen
Doelpalen zijn in het centrum van het vlak van elk van de twee eind-lijnen met een horizontale dwarsbalk van 5,6 meter lang en drie meter hoog. Op deze dwarsbalk staan twee palen van negen meter hoog waar het uiteindelijke doel is van een geschopte bal.
De bal
Bruin, ovaal gevormde lederen bal van ongeveer dertig centimeter lang. De bedoeling van deze eivorm is om de bal beter te kunnen gooien en vangen.
Beschermende kleding
Omdat American football een contactsport is zal er beschermende kleding gedragen moeten worden om de spelers te beschermen. Zo zal men een helm, schouder pads, niergordel, heup- dij en kniebeschermers moeten dragen. Ook een mondstuk word gebruikt om de tanden te beschermen en een tok om de geslachtsdelen van de man te beschermen.
Spelers
Om het spel te spelen heb je natuurlijk spelers nodig en een compleet team in American football mag uit drieënvijftig spelers bestaan waarvan de coach elf spelers zal uitkiezen om op het veld te spelen. De teams worden opgedeeld in een aanvallende ploeg, verdedigende ploeg en een speciaal ploeg die worden ingezet voor aftrappen, trap naar de tegenstander, extra punten of doeltrappen.
Duur van een wedstrijd
Een wedstrijd is opgedeeld uit vier periodes van elk vijftien minuten. De klok loopt alleen als de bal in het spel is maar veel dingen kunnen de wedstrijdklok stoppen: dode ballen, tv-reclame, time-outs,enz waardoor een wedstrijd soms wel drie uur of langer kan duren. De teams wisselen van doel aan het eind van de eerste en derde periode. Tijdens elke helft mag een team drie keer een time-out nemen van twee minuten.
Posities van de spelers
Aanvallers
- Quarterback: De leider van het team, schreeuwt de signalen en ontvangt de bal waardoor het spel begint en er zelf mee verder rent of verder door speelt naar een running back.
- Running back: Een speler die loopt met de bal, running backs worden ook wel aangeduid als halfbacks (snel behendig en in staat tackles te ontwijken) en rushers.
- Center: De speler die de bal doorwerkt naar de quarterback aan het begin van ieder spel.
- Vleugelverdediger: Een speler die verantwoordelijk is voor het blokkeren van de running back en ook voor pass-afscherming aan de quarterback te beschermen.
- Tight end: Stevig gebouwde speler die zowel tegenstanders kan blokkeren als met de bal kan rennen.
- Tackles: De grootste spelers die de tegenstanders tegen moeten houden om zo openingen te creëren voor hun ploeggenoten.
Verdediging
- Defense-ends: buitenste twee leden van de achterhoede die groot en snel zijn en proberen de spelers aan de zijkanten van het veld te hinderen.
- Linebackers: Moeten flexibele verdedigers zijn, die een bepaald deel van het veld blokkeren of de quarterback moeten onderscheppen en onderuithalen. Ze worden beschouwd als de beste tacklers van het team.
- Corner backs: Spelers die op een lijn op de grote delen van het gebied staan, in het algemeen tegenover de offensieve ontvangers.
- Safeties: Staan aan het eind van de verdediging en worden meestal ingezet om passes naar de ontvangers van de aanvallende partij te blokkeren