Vliegvissen op stilstaand water

Kleine visplekken die regelmatig van regenboog- en bruine forel worden voorzien zijn ideaal voor een beginnende vliegvisser. Soms zwemmen er hele grote forellen dus gebruik uit voorzorg een tippet van 2,7 kg trekkracht. Alleen met een heel kleine vlieg kun je teruggaan tot 1,8 kg.

Tijd voor de nimf

Tijdens de warmere maanden zie je de vissen net onder het wateroppervlak wervelen. Waarschijnlijk azen ze op waterjuffers of kokerjuffers. Daar zijn heel veel imitaties van die je in precies zo'n situatie kunt gebruiken.
Sommige kunstnimfen worden verzwaard met looddraad en zinken tamelijk snel naar de bodem. Als de nimf wordt ingehaald stijgt hij en lijkt sterk op een echte nimf die naar de oppervlakte zwemt.
Het is een goede gewoonte een wat langere leader, ongeveer 4 meter, te gebruiken als je met de nimf diep vist. De nimf is dan wel moeilijker te controleren dus moet je er even aan wennen. Vissen eten nimfen op elke diepte dus varieer met het inhalen de diepte van de nimf tot je weet waar de vissen azen.
Haal de nimf langzaam en met kleine schokjes binnen ook kan je de lijn in achtjes lussen in je hand.

Wanneer gebruik je een lure?

Bij koud of heel zonnig, windstil weer is er vaak geen activiteit aan de oppervlakte. Dan gebruik je een lure om de diep zwemmende, luie forel te prikkelen. Je hebt een zinkende lijn nodig om de lure tijdens het inhalen op dezelfde diepte te houden.
Je ziet vaak dat vissers hun lure heel snel inhalen maar traag inhalen levert vaak meer op. Bovendien kun je met minder worpen toe. Soms voel je tijdens het inhalen een vis aan het aas happen. Ruk niet aan de lijn, sla niet halfslachtig aan maar blijf inhalen. Als de forel genoeg belangstelling heeft zal hij de lure echt in de bek nemen en meestal zichzelf vasthaken.

Tijd voor de droge vlieg

Als je dicht bij de kust vissen aan de oppervlakte ziet spetteren azen ze waarschijnlijk op insekten die op het water geblazen worden. Werp met een floatant behandelde vlieg in het water. Zoek op de oever achter de spetterende vissen naar insekten die je moet imiteren. Zwarte vliegen, kevers, mei vliegen, langpootmuggen etc..
Als een forel je vlieg pakt wacht je tot de lijn wegloopt voor je aanslaat. Als er geen vis op je vlieg afkomt ruk je hem over het wateroppervlak. Vissen grijpen vaak tegenstribbelende langpootmuggen en voortsnellende kokerjuffers. Als je een vis gevangen hebt moet je de vlieg altijd afdrogen en opnieuw met floatant behandelen.