Vliegvissen op Rivieren
Vissen in een kronkelende stroom vergt veel vaardigheid. Je moet heel precies werpen maar het is zelden nodig ver te werpen. Je moet ook de zijdelingse worp onder de knie hebben voor water waar takken boven hangen. Deze is hetzelfde als de voorwaartse worp maar nu werp je parallel aan het water.
Heel belangrijk!! Kijk voor de worp altijd achter je om te zien of er obstakels zijn waar je lijn tijdens de achterwaardse worp in kan blijven haken...
Stiekem
Werp de lijn stroomopwaarts zodat je de vis van achteren benadert (forel zwemt altijd stroomopwaarts). Elke trilling van onhandige voetstappen kan stroomafwaarts vernomen worden. Beweeg altijd rustig en probeer niet op te vallen.
Welke vlieg
Forellen in snel stromend water zijn maar zelden kieskeurige eters. Elke vlieg, kever of rups die op het wtaer valt wordt gretig gepakt. Natte 'hackle' vliegen zijn het meest geschikt voor stroomopwaarts vissen omdat de zachte hackles (veren) verlokkend bewegen door de van achteren komende stroming. Gevleugelde natte vliegen zijn geschikter voor stroomafwaarts vissen.
Soms tonen alleen kleinere vissen belangstelling voor een vlieg. Een verzwaarde nimf middenin een poel lokt vaak de dieper zwemmende grotere vis.
Je hebt maar een paar verschillende vliegen nodig. Van de droge vlieg kun je
Grey Duster in maat 16, 14 en 12 en
Black Gnat in 16, en 14 proberen. Van de natte vliegen hoef je alleen maar de
Black spider in 16, 14 en 12 te hebben en de
Black & Peacock spider in 16 en 14. Een paar maten 14 en 12 verzwaarde nimfen zoals de
Twinkle Orange kunnen ook handig zijn. Hoewel hij totaal niet op een insect lijkt is de
Cardinal een voorbeeld van een vrolijke imitatie die in snel stromend water goed kan werken.
Welke vis
Als je meer vissen omhoog ziet komen werp je naar de beste. Kleine forellen komen tijdens het rondzwemmen in vrij open water vaak spetterend omhoog. Grotere forellen verstoren het wtaer zelden en zijn moeilijk te zien als ze in de schaduw van overhangende takken omhoog komen. Meestal hebben ze een uitgelezen plekje, een 'proviciekast', waar de stroming voortdurend insekten aanvoert. Ze komen keer op keer op dezelfde plek omhoog. Als je een groep grotere vissen ontdekt werp je eerst naar de vis die het verste stroomafwaarts is. Probeer, als je een vis haakt, te voorkomen dat hij de poel invlucht en andere azende vissen opschrikt. In een snel stromend riviertje zul je hard moeten werken om een grote forel bij obstakels weg te houden. Een te dunne tippet aan je leader is vragen om moeilijkheden. Hij mag niet dunner zijn dan 1,3 of 1,8 kg als er veel obstakels zijn.
Een droge vlieg stroomafwaarts aanbieden
Bij dichtbegroeide oevers moet je misschien stroomafwaarts werpen. Dat is geen probleem, maar voorkomen dat de vlieg op een onnatuurlijke manier over het wateroppervlak gesleept wordt kan wel moeilijk zijn.
Als de vis stroomafwaarts van jou zwemt laat je de vlieg net stroomopwaarts van de vis vallen. Probeer meer speling te geven als de lijn op het water landt.
Wacht tot de forel met de vlieg helemaal naar beneden gezwommen is voor je aanslaat. Als de vis omhoog komt naar je vlieg maar je haakt hem niet, dan moet je even pauzeren. Als hij niet verder eet ben je hem waarschijnlijk kwijt. Tijd om naar de volgende vis te werpen.
Als je een natte vlieg of nimf aanbiedt moet je op het uiteinde van de lijn letten en deze aanspannen bij elke verdachte beweging. Heel vaak zal de vis zichzelf haken, vooral in snelstromend water.