Een leuk spel: lummelen. Hoe speel je dat?
In onze moderne en digitale tijd zou je haast vergeten dat er nog een andere manier is waarop je kunt spelen dan alleen via schermpjes. Lekker buiten spelen met een aantal anderen, op straat, op een speelveld of op vakantie op de camping of het strand. Dat is niet alleen erg leuk, maar het bewegen is ook nog eens goed voor je lijf. Wat dacht je bijvoorbeeld van het spel lummelen, leuk voor jong en oud.
Spelletjes spelen
We vinden het leuk om spelletjes te spelen. In spelletjes kunnen we elkaars krachten meten op een gezellige en ontspannen manier. Voor kinderen is het spelen van spelletjes een manier om de werkelijkheid te verkennen, om te oefenen in belangrijke vaardigheden. Dat geldt trouwens ook nog steeds voor veel volwassenen. Zien wie het sterkste is, het hardste kan lopen of het verste kan gooien, het zijn manieren om elkaar uit te dagen. Wie het onderspit delft zal de volgende keer zijn uiterste best doen om het net een beetje beter te gaan doen. In het spel
lummelen draait het om vaardigheden met de bal. Het gaat om gooien, vangen en onderscheppen. En natuurlijk komt er ook tactiek aan te pas.
In kleine of grote groep
Lummelen kun je spelen met minimaal drie personen. Maar het kan ook in een grotere groep. Voor de kleine of grote vorm gebruik je een ietwat afwijkend speelveld en een paar aangepaste regels. Zo heb je bijvoorbeeld voor
lummelen in een kleine groep een speelveld nodig met drie vakken, voor
lummelen in een grote groep een speelveld met twee grotere vakken.
Wat heb je nodig
Om te beginnen heb je, of je nu in grote of kleine groep speelt, een bal nodig. De bal moet niet te klein zijn, dus liever geen tennisbal of zoiets. Kies bij voorkeur het formaat van een handbal of kleine voetbal. De bal moet niet te zwaar zijn, zodat je er goed mee kunt gooien. Ook niet te licht, zodat in de buitenlucht de wind niet als extra speler fungeert. Teken een speelveld af. Op straat kun je hiervoor stoepkrijt gebruiken, maar je kunt ook pionnen gebruiken om de grenzen van je speelveld mee af te bakenen.
Speelveld voor lummelen in grote groep
Speelveld voor lummelen in kleine groep
Bedoeling van het spel
In hele kleine groep (drie deelnemers) wordt vaak geen telling bijgehouden en duurt het spel meestal tot een van de partijen aangeeft er genoeg van te hebben. In grotere groepen kan worden afgesproken bij welk puntenaantal de partij is afgelopen. En dat kun je natuurlijk ook voor de kleine groep zo afspreken. Punten worden dan gescoord door de bal te vangen die door een speler van de eigen partij binnen het eigen vak wordt aangespeeld.
Het spel opzetten voor de grote groep
Je speelt het spel lummelen voor de grote groep als er tussen de 8 en 16 spelers zijn. Verdeel de spelers over twee teams, team A en team B. De helft van de spelers van team A komt in vak 1 van het speelveld, de andere helft van team A komt in vak 2 van het speelveld. Op dezelfde manier worden ook de spelers van team B over de twee vakken verdeeld. In één van de vakken is team A de scorende partij en team B de verdedigende partij. In het andere vak is dat uiteraard andersom.
Speel lummelen in de grote groep
De spelleider begint het spel door de bal vanaf de middellijn omhoog te gooien. Is er geen spelleider, dan wordt door loting bepaald welke partij de bal krijgt.
- Stel dat de bal bij een speler van team A komt.
- Deze speler gooit de bal over naar een medespeler in hetzelfde speelvak. Wordt de bal gevangen, dan is er een punt gescoord.
- De vanger gooit op zijn beurt de bal over naar een medespeler, ook in hetzelfde speelvak.
- Wordt de bal weer door de speler gevangen, dan is er weer een punt.
- Zolang dit goed gaat worden er punten gescoord.
- De spelers van team B proberen de bal te onderscheppen, waarbij het aanraken of een nadrukkelijk hinderen van een andere speler niet is toegestaan. Ook mag de bal nooit uit de handen worden gepakt of geslagen.
Speler B gooit naar B in ander speelvak
- Lukt het een speler van team B om de bal te vangen dan telt dit nog niet als een punt.
- De speler van team B uit het voor team B verdedigingsvak gooit de bal nu naar een speler van team B in het andere vak, waar team B mag scoren en team A moet verdedigen.
- Als de bal door een speler van team B wordt gevangen, dan kan team B beginnen met scoren. Die eerste vang telt dus nog niet als een punt.
- De betreffende speler van team B gooit over naar een teamgenoot in hetzelfde vak. Wordt de bal door de teamgenoot gevangen, dan telt dit als punt.
Speler B vangt bal van speler B: punt!
- Uiteraard proberen de spelers van team A de bal te onderscheppen en naar het andere vak te spelen, waar team A voor de punten kan zorgen.
- Als het afgesproken aantal punten is behaald is de partij afgelopen.
- Er kan eventueel worden afgesproken om halverwege de score de spelers te laten doordraaien naar het andere speelvak, zodat de verdedigers nu aanvallers worden die mogen scoren, en andersom.
Het spel opzetten voor de kleine groep
Heb je minder dan 8 spelers, dan valt er geen werkende indeling meer te maken voor bovenstaande vorm van lummelen, dan kiezen we voor de spelvorm van lummelen voor de kleine groep. In de kleine groep worden de spelers evenredig verdeeld over de drie speelvakken. Je hebt partij A aan de ene kant, partij B aan de andere kant en partij C in het midden. Partij C is hier
de lummel.
Speel lummelen in een kleine groep
Een speler uit vak A of B mag beginnen. Stel dat vak A begint.
- De speler speelt de bal naar een speler in vak B.
Speler uit A en B proberen bal naar elkaar te spelen, C probeert te oderscheppen
- De speler(s) uit vak C proberen de bal te onderscheppen.
- Krijgt een speler uit vak C de bal te pakken die door een speler uit vak A is gegooid, dan wisselen de spelers uit vak C en A van plaats. De speler in het midden is altijd de lummel.
- De speler uit vak C, die nu in vak A staat, die de bal heeft gevangen gooit de bal over een medespeler in vak B.
- Een score is moeilijk bij te houden, omdat de spelers zo snel van positie wisselen. Eventueel kunnen alle vangballen die niet zijn onderschept geteld worden als punten.
Aanvullende regels
Zorg ervoor dat het spel leuk blijft voor iedereen. De bal uit handen slaan of schoppen, hinderen van tegenspelers en fysiek contact maken het er niet leuker op. Dat zijn dus dingen die niet mogen. Het wordt daarnaast ook als onsportief gezien om, als je in de kleine groep speelt, uitsluitend hoge ballen te gooien, waardoor de partij in het middenvak bij voorbaat kansloos is.