Chi Running: Blessurevrij hardlopen
Chi Running is een nieuwe trend in de sportwereld. Het is een combinatie van hardlopen en Tai Chi. Doordat je een speciale techniek gebruikt waarbij de beenspieren veel minder belast worden dan met normaal rennen, zijn de kansen om blessures te krijgen veel kleiner. Naast sport is Chi Running het ook een lifestyle. Hierbij komt Tai Chi kijken; bepaalde aspecten hiervan komen in Chi Running terug zoals concentreren op de kern, stress verhelpen en zelfontplooïng.
Chi Running Techniek
De basishouding
Net als bij Tai Chi en andere ontspanningssporten is de lichaamshouding erg belangrijk. Je moet zorgen dat er een denkbeeldige rechte lijn ontstaat tussen oor, schouder, heup en enkel. Dit is de basishouding.
Voorover hellen
Als je in de basishouding staat en je iets voorover helt (voorover leunen), wordt het zwaartepunt van je lichaam voor je voeten gebracht, en wordt je lichaam als het ware door de zwaartekracht naar voren getrokken; je valt als het ware naar voren. Door te hellen zorg je ervoor dat je voeten achter het zwaartepunt komen en niet de klap opvangen.
Voeten
De voeten til je aan de achterkant op en zet je niet af, waardoor je minder energie verspilt. Ook worden de kuiten en de achillespezen minder belast, zodat deze minder blessures krijgen.
Armen
Het gebruik van armen is belangrijk bij Chi Running en hardlopen voor o.a. balans en ritme. Je moet je arm in een hoek van 90 graden houden (rechte hoek).
Samen vormen deze technieken de basis voor Chi Running. Je verspilt minder energie, rent makkelijke en het belangrijkste: met deze technieken voorkom je vele blessures.
Pasfrequentie
Bij Chi Running maakt het niet uit hoe snel je loopt, de pasfrequentie(aantal passen per minuut) blijft altijd het zelfde. De pasfrequentie is sneller dan bij normaal hardlopen. Dat komt omdat je hierbij minder grondcontact maakt en omdat je voorkomt dat je hiel de klap opvangt. De pasfreqentie ligt ideaal tussen de 85 en 90 passen per minuut. Zorg ervoor dat de passfrequentie hetzelfde blijft bij elk tempo.
Pas lengte
De paslengte, afstand tussen de passen, verandert wel. Dit zorgt ervoor dat je tempo wisselt. Aangezien je pasfrequentie gelijk blijft, is dit de variabele. Hoe groter je passen, hoe sneller je loopt. Zorg ervoor dat je wel de pasfrequentie gelijk houdt! Ook iets meer voorover hellen helpt hierbij
Chi Running leren?
Chi Running is niet makkelijk uit te leggen op 1 pagina, en er is nog veel meer interessants over te vertellen. Ik raad u daarom aan om of een cursus te volgen, of een boek te kopen. Een goed boek dat ik u aanraad over Chi Running is Chi Running van Danny Drayer, verkrijgbaar voor €16,90.