Tips voor wielrenners voor een betere tijdrit
Tijdrijden is een van de mooiste disciplines in het wielrennen, maar ook een van de zwaarste. In een tijdrit is de renner op zichzelf aangewezen en kan zich niet verschuilen achter de rug van een andere renner. Daarom gaan renners op zoek naar de meest aerodynamische positie. Maar hoe kan je nog meer tijd besparen in een tijdrit?
Aerodynamica
Iedere fietser ondervindt luchtweerstand als hij fietst. In een tijdrit probeer je de luchtweerstand tot een minimum te herleiden door een aerodynamische positie te hebben op je tijdritfiets. Deze aerodynamische positie bekomt men door testen te doen in een windtunnel. In de windtunnel rijdt de renner op zijn tijdritfiets tegen de wind in. Met een vermogensmeter kan men zien welk vermogen de renner moet leveren om een bepaalde snelheid te behalen. Vervolgens gaan ze de positie van de renner proberen aan te passen zodat de renner minder luchtweerstand ondervindt en met hetzelfde vermogen een hogere snelheid kan halen. Een aerodynamische positie kan een tijdswinst opleveren van 56 seconden over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u.
Vermogen
Het vermogen dat een renner moet leveren om een snelheid te behalen wordt uitgedrukt in watt. Hoe minder watt de renner moet leveren om een bepaalde snelheid te halen hoe minder krachten dit hem kost.
Tijdritfiets
In een tijdrit rijden profs op een tijdritfiets. Deze fiets verschilt in vele opzichten van de fiets die ze gebruiken tijdens de gewone wedstrijden. Allereerst is er de positie. Op een tijdritfiets zitten de renners veel dieper voorovergebogen, dit zorgt voor een verminderde luchtweerstand waardoor er hogere snelheden kunnen worden behaald. Ook het kader van de fiets is anders dan dat van een traditionele wegfiets. Het kader van een tijdritfiets is gestroomlijnder wat voor minder luchtweerstand zorgt. Dit resulteert in hogere snelheden die kunnen worden behaald. Een tijdritkader kan een voordeel opleveren van 20 watt t.o.v. een gewoon kader. Als je op een gewone fiets 400 watt vermogen moet leveren om een snelheid van 50 km/u te halen, dan zal je op een tijdritfiets, door het kader alleen al 20 watt minder vermogen moeten leveren, en kan je dus met minder vermogen dezelfde snelheid behalen. Ga je toch tegen hetzelfde vermogen rijden op de tijdritfiets, dan zal je behaalde snelheid ook hoger liggen. Het stuur levert het grootste voordeel op. Een tijdritfiets is voorzien van een speciaal stuur dat de renner toelaat een diepere positie te handhaven. Dit zorgt voor een verminderde luchtweerstand. Een tijdritfiets zorgt voor een tijdswinst van om en bij 122 seconden over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u.
Tijdrithelm
Tijdens een tijdrit draagt een renner ook een speciale helm. De tijdrithelm heeft een druppelvorm die zorgt voor een aerodynamischere positie. Het aerodynamisch voordeel van een tijdrithelm zit hem in de lange punt achteraan de helm. Deze punt zorgt voor de druppelvorm. Een tijdrithelm levert een voordeel op van 30 watt. Dit resulteert in een tijdswinst van 67 seconden over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u.
Tijdritpak
Ook het pak dat de renners dragen tijdens een tijdrit verschilt van hun gewone koersoutfit. Het tijdritpak is uit één stuk vervaardigd. De broek en de trui zitten dus aan elkaar vast. Dit zorgt voor een verbeterde aerodynamica. De Belgische fabrikant Bioracer staat bekend om hun snelle tijdritpakken. Ze gebruiken een speciale stof die zorgt voor een tijdswinst van maar liefst 134 seconden over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u.
Wielen
Ook de wielen die een renner gebruikt in een tijdrit verschillen. De renner rijdt met een vol achterwiel omdat dit voor een verminderde luchtweerstand zorgt. Voor het voorwiel gebruikt de renner meestal een speciaal ontworpen wiel met drie spaken. Deze wielen zorgen voor een tijdswinst van 84 seconden t.o.v. een standaard set wielen over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u.
Geschoren benen
Testen in een windtunnel wijzen uit dat geschoren benen welvoeglijk invloed hebben op de aerodynamica. Geschoren benen leveren over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u een tijdswinst op van 50-82 seconden.
Overschoenen
Bij een tijdrit draagt een renner altijd overschoenen. Deze worden gedragen over de koersschoenen en zijn gemaakt uit hetzelfde materiaal als het tijdritpak van de renner. Overschoenen zorgen voor een tijdswinst van 30 seconden over een afstand van 40 km bij een snelheid van 50 km/u.