Een dressuurpaard trainen aan de longe met bijzet
Naast de trainingen onder het zadel worden veel dressuurpaarden ook regelmatig aan de longe getraind. Een paard simpel rondjes laten lopen aan de longe klinkt niet als een serieuze training, maar als het paard op een goede manier bijgezet wordt, dan kan dit zeker wel een goede aanvulling zijn op de normale trainingen ‘onder de man’. Wat moet je doen om effectief te trainen aan de longe? Waar moet je opletten?
Algemeen over longeren met bijzet
Als dressuurruiter probeer je het atletisch vermogen van het paard te verbeteren. Door een jong paard aan de longe bij te zetten kan deze op de goede manier leren zijn rug te ontspannen en zijn buikspieren aan te spannen. Bij een verder gevorderd paard kan de bijzet op verschillende hoogtes worden bevestigd zodat er getraind kan worden in diverse hals- en hoofdhoudingen. Bij goed gebruik van de bijzet kan de algehele souplesse van het paard verbeteren.
Een paard ‘rondslingeren’ aan de longe is een fijne manier om het paard zijn overtollige energie kwijt te laten raken, maar van een serieuze training zal geen sprake zijn. Een dressuurpaard elke dag op dezelfde manier onder het zadel trainen is naast eentonig ook fysiek niet de meest effectieve training. Een paard op de juiste wijze longeren is een goede aanvulling en kan gezien worden als een soort gym. Het paard kan onbelast bewegen en wordt niet gehinderd door de druk van een zadel of het gewicht van een ruiter. Een voordeel van deze manier van trainen is bovendien dat je als ruiter je paard ziet lopen en dit kan weer nuttige informatie geven voor de training onder het zadel. Het ruitergevoel kan soms namelijk heel anders zijn dan het plaatje er vanaf de grond uitziet.
Manieren van bijzetten
Het bijzetten kan op verschillende manieren. Een veel gebruikt hulpmiddel zijn de ‘touwtjes’. Maar bijzetten kan bijvoorbeeld ook door middel van een bijzetteugel, een pessoa-teugel of een slofteugel. De meeste van deze bijzet-hulpmiddelen kunnen op verschillende hoogtes worden ingesteld, zodat hier tijdens een training ook in gevarieerd kan worden. Juist deze afwisseling maakt deze manier van longeren zo leuk en voor elk type paard nuttig.
Te strak bijzetten
De bijzet dient zo bevestigd te worden dat het paard voorwaarts neerwaarts en in balans kan bewegen. Het paard moet de rug ontspannen en de buikspieren zichtbaar aanspannen. Dit is enkel mogelijk als het paard niet (te) strak vastgezet wordt, want een paard dat met de neus naar de borst gedwongen wordt zal nooit de vereiste ontspanning en ongedwongenheid hebben. Het op een dergelijke manier forceren van een houding zal er toe leiden dat het paard spieren vast gaat zetten en zijn lijf op de verkeerde manier gaat gebruiken.
Het ideale plaatje aan de longe
In het ideale plaatje loopt het paard met de neus rond de loodlijn en heeft een mooi stille aanleuning. Het is belangrijk dat het paard naar voren toe de bijzet blijft opzoeken en niet elke vorm van contact vermijdt. Een bit dient rustig in de paardenmond te liggen en dat hoort een mooie stille mond tot gevolg te hebben.
Het paard dient verder zijn achterbenen actief en goed gebogen onder het lichaam te plaatsen, zodat dit het paard in staat stelt om de voorbenen ruim uit de schouder naar voren te zetten. De hals dient vanaf de schoft naar de oren een mooie welving te hebben. Belangrijk is dat het paard, ongeacht de hoogte van de hals, bergop blijft bewegen. Het paard moet als het ware in beweging de schoft omhoog drukken. De bewegingen dienen door het hele lijf te vloeien, waarbij de staart losjes achter de achterhand heen en weer deint.
Dit ideale plaatje zal wellicht niet direct de eerste keer verkregen worden, maar op termijn is dit wel wat nagestreefd moet worden.
Aandachtspunten
Als het paard te veel over zijn tempo gelongeerd wordt, dan gaat dit ten koste van de gedragenheid. Het achterbeen komt dan te veel achter de massa en het paard zal te lang blijven. De training zal dan niet het gewenste effect hebben. Het zelfde geldt voor de situatie waarin het paard te weinig actief gehouden wordt. Dan mist de kracht en snelheid vanuit het achterbeen om te komen tot de gewenste gedragenheid. Het is per paard (en soms zelfs per training) verschillend wat het juiste basistempo is. Een longeur met een geoefend oog zal de juiste balans sneller ontdekken dan een relatieve beginner, maar oefenen baart ook in dit geval kunst.
Belangrijk is dat het paard ontspannen blijft tijdens een longeertraining. De bijzet heeft als doel het paard te begeleiden naar de goede houding en moet niet gebruikt worden om het paard te dwingen. Als een paard gespannen wordt en zich gaat verzetten tegen de bijzet, dan moet de longeur een stap terug doen in de training.
Het belang van een longeertraining
Er zijn vele manieren om een dressuurpaard te trainen. Altijd maar in dezelfde rijbaan dezelfde oefeningen doen zal een paard toch gaan vervelen. Vandaar dat een longeertraining een leuke afwisseling kan zijn. Door het paard bij te zetten worden de goede spieren getraind en gaat er een gymnastische werking vanuit. Het is de moeite waard om je eigen paard eens vanaf de grond te observeren tijdens een longeertraining. Dit komt een dressuurtraining onder het zadel alleen maar ten goede.