Shorttrack schaatsen
Shorttrack schaatsen is wat minder bekend dan het langebaanschaatsen, maar het is ontzettend leuk om te zien. De schaatsers rijden om het hardst op een baan van slechts 111,12 meter lang en halen elkaar op spectaculaire wijze in. In dit artikel meer over het shorttrack schaatsen.
Hoe gaat dat, shorttrack schaatsen?
Shorttrack schaatsen is een vorm van hardrijden op de schaats, maar in plaats van een 400-meter baan zoals bij het langebaanschaatsen, wordt er gereden op een baan van 111,12 meter lang. De bochten zijn dus een stuk krapper en er wordt met meerdere (vier tot zes) schaatsers gestart, wat shorttrack schaatsen hartstikke spectaculair maakt. De tijd die er gereden wordt is totaal niet van belang, de rijders die samen in een baan zitten rijden puur op elkaar, wie als eerste finisht wint.
De afstanden die verreden worden zijn de 500, 1000, 1500 en 3000 meter. Ook worden er wedstrijden voor aflossingsteams verreden.
De geschiedenis van shorttrack schaatsen
Aan het einde van de negentiende eeuw ontstond het shorttrack schaatsen uit het rolschaatsen in Groot-Brittannië. De sport werd echter pas veel later erkend door de ISU, pas in 1967. In 1981 werd het allereerste wereldkampioenschap georganiseerd, Nederland maakte in 1975 kennis met het shorttrack schaatsen.
Tijdens de Olympische Spelen in Seoul werden er demonstraties gegeven van het shorttrack schaatsen en in de Olympische Spelen die daarop volgden, in 1992, werd het een Olympische discipline.
De regels
De regels die voor het shorttrack schaatsen gelden zijn heel anders dan de regels voor het langebaanschaatsen, dit omdat er met meer mensen tegelijk op de baan gereden wordt. Inhalen is heel gebruikelijk bij shorttrack schaatsen, maar het is wel aan regels gebonden. Er wordt door één hoofdscheidsrechter en vier assistenten in de gaten gehouden of men zich aan de regels houdt, bij twijfel kan men de beelden op televisie besluiten terug te kijken.
Overtredingen in het shorttrack schaatsen die bestraft worden met diskwalificatie:
- Het opzettelijk blokkeren of zodanig hinderen van tegenstanders met het lichaam, waardoor die tegenstander niet kan versnellen of passeren. Dit heet impeding.
- Het afwijken van de te volgen lijn om zo de tegenstanders te hinderen. Dit heet crosstrack.
- Het afsnijden (met één of twee schaatsen) van de baan zodat de af te leggen afstand korter wordt. Dit heet offtrack
- Het doelbewust optillen van de schaats op zo'n manier dat het gevaarlijk is voor tegenstanders. Dit heet Kicking out
- Het geven of ontvangen van hulp. Dit heet Assistance en is wél toegestaan bij aflossingsraces.
Een regel die eerst ook bestond, maar tegenwoordig is afgeschaft heet
Team skating en hield in dat je als rijder geen acties mocht uitvoeren die een aantal van je tegenstander voordeel op kon leveren. Dit is afgeschaft omdat het heel moeilijk te bewijzen bleek te zijn.
Uitrusting
De risico's bij het shorttrack schaatsen zijn groter dan bij het langebaanschaatsen en de uitrusting van de rijders is daar dan ook op aangepast. Het is verplicht om een helm te dragen en ook het dragen van snijbestendige kleding is verplicht. Er worden ook nog kniebeschermers en snijvaste handschoenen gedragen.
Shorttrack schaatsers op de langebaan
Shorttrack schaatsen wordt gezien als goede voorbereiding of training voor het langebaanschaatsen. Het rendement dat schaatsers met een shorttrackverleden uit hun bochten op de langebaan halen is namelijk veel hoger. Dit zie je bijvoorbeeld aan langebaanschaatser Shani Davis, die op de langebaan fenomenale bochten rijdt. Ook Eric Heiden, die in 1980 op de winterspelen goed was voor vijf keer goud op de langebaan, heeft een shorttrackverleden.