Eerste keer met je paard op wedstrijd
Voor de allereerste keer met je paard of pony naar een dressuur-wedstrijd. Waar moet je aan denken, wat komt er bij kijken en hoe bereidt je jezelf en je paard of pony hierop voor? Een dressuur-wedstrijd is niet zomaar wat rondjes door een bak of ring rijden: een jury beoordeeld je rijvaardigheid en het kunnen van je paard of pony.
Met je paard op wedstrijd
Eindelijk is het dan zover: na maandenlang trainen zijn jullie er klaar voor, en is er besloten om op wedstrijd te gaan. Of je nu dressuur, mennen, springen of een andere tak van de paardensport gaat beoefenen, de allereerste keer op wedstrijd is en blijft spannend. Omdat de meeste mensen beginnen met dressuur, dit is immers de basis voor veel takken van sport, gaan we in dit artikel verder in op de allereerste keer op dressuurwedstrijd.
Zijn we er klaar voor?
Of zowel paard als ruiter klaar zijn voor de wedstrijd, hangt van twee factoren af: allereerst moet de basis er redelijk in zitten. Voor het B-dressuur, waar iedere groene ruiter mee start, moet je wat simpele figuren kunnen rijden. Een volte, een gebroken lijn, van hand veranderen op de diagonaal. Verder wordt er een stukje middendraf en middenstap gevraagd. Stap, draf en galop moeten beheerst uitgevoerd kunnen worden, alsmede de overgangen moeten netjes gereden kunnen worden. Het paard moet een goede impuls hebben en goed reageren op de hulpen. De houding van de ruiter moet meegaand en gemakkelijk uitzien.
Wanneer bovenstaande factoren niet allemaal even goed beheerst worden, is het toch mogelijk om op wedstrijd te gaan. Al doende leert men en vaak is het ook fijn dat het paard of de pony al wedstrijdervaring opdoet.
Een andere factor is het feit of ruiter en paard er psychisch klaar voor zijn. Een ruiter die in de thuissituatie nog angst voelt, doet er niet verstandig aan om al op wedstrijd te gaan. Een paard dat in de thuissituatie van alles schrikt, kan beter nog even wennen aan vreemde situaties. Een paard of pony moet minstens samen kunnen lopen met andere paarden zonder deze aan te vallen, hij moet tegen rumoer en plotseling lawaai kunnen, op de trailer te laden zijn en het ook willen. De ruiter moet redelijk zeker zijn van zichzelf. Nervositeit en een beetje angst mag best; maar moet onder controle te houden zijn.
Oefenwedstrijd of met startkaart?
Een oefenwedstrijd is een dressuurwedstrijd die net zo verloopt als een echte wedstrijd. Echter, voor een oefenwedstrijd heb je geen startkaart nodig. Ook eventueel behaalde punten tellen niet mee als winstpunt. Wel worden er vaak leuke prijzen uitgereikt tijdens een oefenwedstrijd.
Een officiële wedstrijd is met startkaart (sinds 2012 vervangen door de startpas): deze is aan te vragen via de KNHS. Men moet ook lid zijn van een rijvereniging. Vanaf 2012 vervallen de startcoupons en worden vervangen door een digitaal systeem.
Op de website startlijsten.nl kan men bekijken wanneer en waar er dressuurwedstrijden worden gehouden. Aanmelden gebeurt soms digitaal door in te loggen op startlijsten.nl, of door het versturen van een email. Men kan ook telefonisch contact opnemen. Schrijf tijdig in: vooral wedstrijden in het B zitten snel vol. Betaal ook tijdig, of neem desnoods het startgeld mee naar de wedstrijd.
De voorbereiding voor paard en ruiter
Het paard dient voor de wedstrijd netjes gepoetst te zijn. Zorg ervoor dat er geen vieze plekken op het paard zitten: was desnoods de benen en staart. In de winter is het wassen soms lastiger: gebruik dan een goede antiklitgel-of spray zodat de staart mooi glanst. Maak de hoeven ook goed schoon en vet ze eventueel in. De manen moeten goed verzorgd zijn: de voorkeur geeft invlechten. Dit kan door vlechtjes te maken en deze later op te draaien tot knotjes. Paarden met lange manen kunnen een hengstenvlecht of een merrievlecht dragen. Ook is het toegestaan de manen los te dragen, mits ze er zeer goed verzorgd uitzien.
Poets ook het zadel en het hoofdstel. Het is niet toegestaan om tijdens een wedstrijd bandages of peesbeschermers te dragen: doe deze dan ook af na het losrijden of laat ze thuis.
De eigen wedstrijdkleding bestaat uit een witte broek, zwarte laarzen, een dressuurjasje en een witte bloes of wit shirt, met een plastron. Zorg dat alles goed schoon is en er netjes uitziet. Lang haar dient bij voorkeur in een knot gedraaid te worden en kan vastgezet worden met een haarnetje.
De wedstrijddag zelf
op de wedstrijddag zelf zorg je ervoor dat paard of pony tijdig klaar is. Manen zijn ingevlochten of mooi gekamd, paard is gepoetst, alles is schoon en aanwezig. Zelf zie je er ook piekfijn uit. Draag over de witte rijbroek een trainingsbroek: dit voorkomt dat de witte rijbroek al voortijdig vies wordt. Ook een trainingsjasje is aan te bevelen.
Paard of pony wordt voorzien van een deken, tenzij het erg warm is. Beenbeschermers op de trailer is fijn: het beschermt de benen, vooral bij nerveuze dieren, en houdt de benen ook redelijk schoon tijdens de reis. Wanneer het paard of de pony op de trailer staat, controleer dan alles nog eens goed: is alles aanwezig? Hieronder een lijst die men zeker moet meenemen op wedstrijd:
- Wedstrijdkleding: jasje, witte, creme of gele broek, laarzen of rijschoenen met lederen chaps, lichtgekleurd overhemd of lichtgekleurde dressuurblouse, plastron, (witte) handschoenen, haarnetje, cap, zweep, sporen (eventueel), bodyprotector (eventueel).
- Paard: zadel, singel, hoofdstel, (wit) dekje, uitrijdeken of zweetdeken, beenbeschermers (eventueel), hoofdstel en touw
- Wedstrijd: startpas, paspoort, startgeld, extra geld om eten te kopen
- Verzorging: vochtige doekjes, extra elastiekjes, hoevenkrabber, borstels, kam, extra neusriem, extra overige spullen, drinken voor paard en jezelf
De kleur van het rijasje, handschoenen, laarzen en dekje zijn vrijgegeven: iedere kleur is toegestaan zolang de kleur effen is. Maak er geen bonte boel van!
Het handigste is wanneer er een poetskoffer wordt gemaakt speciaal voor de wedstrijden. Stop hierin borstels, kam, hoevenkrabber, reserve elastiekjes, twee paar witte handschoenen, extra haarspelden, vochtig doekjes, startpas, paspoort en extra coupon, reserve onderdelen. Op deze manier heb je in ieder geval het belangrijkste altijd bij de hand.
Aankomst op wedstrijd
Zorg ervoor dat je ruim één uur van te voren op het wedstrijdterrein bent. Zoek als eerste het secretariaat: meestal te vinden boven een manege (indoor) of ergens in een hokje of café (outdoor). Meld je met je startpas en paspoort: soms moet je deze laten zien. Betaal eventueel het startgeld.
Nu kan het paard of de pony uitgeladen worden: haal hem van de trailer en zadel hem. Hoofdstel kan nu ook om. Soms is het fijner om je paard in de trailer op te zadelen mits dit mogelijk is. Laat iemand je dier vasthouden terwijl jij je trainingsbroek en jasje uitdoet. Kleed je aan zoals het hoort: jasje aan, laarzen aan, cap op, Het omkleden kan je gewoon bij de auto doen. Zorg er daarom altijd voor dat je je wedstrijdkleding onder je trainingspak aanhebt.
Loop met je paard of pony naar het losrijterrein. In het outdoorseizoen is dit een afgezet stuk land/ gras, herkenbaar doordat meerdere ruiters door elkaar rijden. In het indoorseizoen is dit vaak een aparte rijbak of een gedeelte van een rijbak. Ga nooit losrijden daar waar het rustig is en waar witte hekjes omheen staan of waar het afgesloten is: dit is vaak de wedstrijdring.
De ringmeester zal je tijdig roepen. Je kan tot die tijd gewoon op het losrijterrein losrijden. Let erop dat je anderen niet in de weg rijdt: tijdens het losrijden gelden de normale regels die ook op een manege gelden. Rijden met een cap is verplicht.
Wanneer de ringmeester je naam roept, loop je met hem/haar mee. Hij begeleidt je naar de wedstrijdring. Volg de instructies van de ringmeester op.
Let op: sommigen wedstrijden hebben geen ringmeester: laat je voorlezer of begeleider in de gaten houden wanneer jij aan de beurt bent. Je wordt de wedstrijdring binnen gelaten. Let op degene die de ring verlaat:dat je elkaar niet in de weg rijdt. Je hebt nou even de tijd om de wedstrijdring te verkennen. Laat je paard of pony een stukje draven langs de randen, vooral langs het juryhokje of de juryauto. Laat hem even kijken naar al die enge dingen en kalmeer hem desnoods.
De jury steekt in de meeste gevallen de hand op naar je voorlezer of naar jou, indien niemand je proef voorleest. Dit is het teken dat je mag beginnen. Je krijgt dan nog 45 seconden om daadwerkelijk te starten. Vaak redt je het nog om eenmaal een volte te draven en dan bij de A binnen te komen. Laat je niet van de wijs brengen tijdens de proef, als er iets misgaat: gewoon doorrijden en de proef hervatten. Stop niet, want dan is de hele proef afgelopen. Wanneer je paard of pony ergens schrikt, heb je twee keuzes: een volte rijden en opnieuw erlangs rijden, of doorrijden. Beiden opties hebben hun voor en nadelen. Dit is vaak een kwestie van uitproberen wat het beste voor je dier is en wat de jury ervan vindt.
Groet aan het einde van de proef altijd netjes af. Neem de teugels in de linkerhand en groet met je rechterhand. Pas na het afgroeten mag je je paard belonen. Een zweepje hoeft niet perse links gedragen te worden: rechts mag ook. Neem voor het groeten wel de zweep aan met de linkerhand, tezamen met de teugels, de zweep kan dus gewoon rechts blijven hangen.
Het wisselen van de zweep tijdens de proef is toegestaan, maar veel juryleden vinden dit storend. Dit kan resulteren in een lagere puntenaantal. Ga de eerste keer of keren op wedstrijd niet voor de winst, maar voor de ervaring. Dit houdt de wedstrijd luchtig en leuk.