Bergklassement in Tour de France: hoe werkt dat?
In de Tour de France zijn altijd meerdere etappes ingedeeld die het peloton door de Franse Alpen en de Pyreneeën brengen. Deze etappes kenmerken zich door de vele beklimmingen die de renners moeten ondernemen. De beklimmingen variëren van makkelijk tot zwaar, en zijn daarom ingedeeld in categorieën.
Beklimmingen in categorieën
De beklimmingen in de Tour de France zijn opgedeeld in categorieën. Deze lopen van een relatief makkelijke 4e categorie tot de zware 1e categorie. De extreem zware beklimmingen vallen buiten het categorieënstelsel en hebben dan ook een eigen categorie: de buitencategorie (
hors categorie in het Frans). De indeling van beklimmingen in een categorie ligt niet helemaal vast. Ondanks dat bepaalde gegevens, zoals lengte, hoogteverschil en stijgingspercentage toch als feiten mogen worden gezien, is de indeling nog redelijk subjectief. Zo kan een beklimming van dezelfde berg in verschillende jaargangen in verschillende categorieën zijn ingedeeld. Daarom zie in onderstaande uitleg van de categorieën ook veel woorden die de zekerheden ontkrachten, zoals ‘circa’ en ‘in het algemeen’.
- 4e categorie: Deze beklimmingen zijn in het algemeen kort van afstand en relatief makkelijk.
- 3e categorie: Deze beklimmingen zijn circa 5 kilometer lang en hebben een stijgingspercentage van gemiddeld 5%. De stijging is zo’n 200-250 meter de hoogte in gedurende de beklimming.
- 2e categorie: Deze beklimmingen zijn eveneens circa 5 kilometer lang maar hebben een stijgingspercentage van gemiddeld 8%. De stijging is zo’n 400 meter de hoogte in gedurende de beklimming.
- 1e categorie: Deze beklimmingen zijn circa 20 kilometer lang en hebben een stijgingspercentage van gemiddeld 6%. De stijging loopt wel op tot zo'n 1.500 meter de hoogte in.
- buitencategorie: Deze beklimmingen hebben een minimale stijging van 1.000 meter en een gemiddeld stijgingspercentage van 7%.
Berekening van stijgingspercentage
Om het stijgingspercentage te berekenen deel je het aantal meters stijging door de afstand die voor deze stijging nodig is. Vermenigvuldig dit met 100 en je hebt het stijgingspercentage.
Bijvoorbeeld: de beklimming vindt plaats over een lengte van 6.500 meter. De stijging is in totaal 400 meter. Het stijgingspercentage is: (400 / 6.500) x 100 = 6,15%
Bergklassement in Tour de France
In de Tour de France wordt gestreden om de gele trui. Deze trui gaat naar de winnaar van het eindklassement. Naast deze strijd is er ook een strijd om de bolletjestrui. Deze gaat naar de winnaar van het bergklassement. De punten voor het bergklassement worden verdiend op de beklimmingen gedurende de etappes in de Tour de France met name door de Alpen en de Pyreneeën. Het aantal te verdienen punten per beklimmingen is afhankelijk van de categorie waarbinnen de beklimming is ingedeeld. En natuurlijk als hoeveelste renner je de top bereikt.
Ook Nederlandse renners hebben ooit de bolletjestrui als winnaar van het bergklassement gewonnen. In 1988 mocht Steven Rooks het tricot mee naar huis nemen. En een jaar later, in 1989 was Gert-Jan Theunisse de winnaar.
| 4e categorie | 3e categorie | 2e categorie | 1e categorie | buitencategorie |
1e renner | 1 punt | 2 punten | 5 punten | 10 punten | 25 punten |
2e renner | - | 1 punt | 3 punten | 8 punten | 20 punten |
3e renner | - | - | 2 punten | 6 punten | 16 punten |
4e renner | - | - | 1 punt | 4 punten | 14 punten |
5e renner | - | - | - | 2 punten | 12 punten |
6e renner | - | - | - | 1 punten | 10 punten |
7e renner | - | - | - | - | 8 punten |
8e renner | - | - | - | - | 6 punten |
9e renner | - | - | - | - | 4 punten |
10e renner | - | - | - | - | 2 punten |
Lees verder