Tips voor schaatsen op de Weissensee: een snelle toertocht
Elk jaar wordt in Oostenrijk de Alternatieve Elfstedentocht georganiseerd. Als toerrijder zijn er doorgaans vier mogelijkheden om deel te nemen aan de 200 kilometer toertocht. Genieten staat uiteraard voorop, maar veel toerrijders stellen zich ook één of meerdere doelen voor het rijden van de toertocht.
Uitrijden
Uitrijden is wel de meest voor de hand liggende, maar een zo snel mogelijke tijd neerzetten is, zeker voor de meer fanatieke toerrijders, ook een belangrijk doel. De volgende tactische tips kunnen je helpen een goede tijd te rijden. Uiteraard begint het rijden van een goede tijd met het invullen van een aantal randvoorwaarden. De belangrijkste zijn wel goed getraind en gezond zijn. Goed getraind zijn heeft zowel betrekking op de schaatstechniek als op het duurvermogen. Op meerdere ijsbanen worden van oktober tot januari zogenaamde buffelavonden georganiseerd. Hierbij wordt in groepen oplopend 60 tot 150 ronden gereden, waarbij de voorrijders zorgen voor een constante snelheid van bijvoorbeeld 42, 45 en 48 seconden per ronde op de 400-meterbaan. Ook biedt FlevonIce goede mogelijkheden om zowel de schaatstechniek als het duurvermogen te ontwikkelen. Naast een goede gezondheid en de mate van getraind zijn, is het ook belangrijk dat je tijdens het leveren van een zware lichamelijke inspanning van 7 tot 10 uur lang in staat bent
voeding in te nemen en te verteren.
Tactische tips
Sta op tijd op!
Op de Weissensee rijden per toertocht zo’n 700 tot 1.200 rijders per keer één van de toertochten. Je bent dus niet alleen! Dat heeft zowel voor- als nadelen. Op tijd opstaan is misschien wel de belangrijkste tip om vooral de voordelen te ondervinden. Op tijd opstaan, zorgt er namelijk voor dat je op tijd op het ijs staat en in het eerste of tweede vak kunt starten. Dat is cruciaal voor het vinden van de juiste groep. De meeste groepen vormen zich al in de eerste 10 kilometer van de tocht. Start je teveel van achteren, dan wordt het heel lastig om nog naar voren te rijden (druk, druk, druk) en je alsnog in de juiste groep te nestelen.
Doorgaans rijden de eerste drie groepen binnen 8 uur. De snelste groep (de kopgroep) bevat alleen zeer snelle toerrijders. De tweede groep bestaat uit iets minder snelle toerrijders (deels vallen hier gedurende de tocht de afvallers uit de kopgroep in terug). De derde groep is vaak een grote groep, die de hele dag stug doorrijdt en niet stopt bij de bevoorrading. Alle groepen achter de derde groep rijden niet alleen minder snel, maar stoppen ook bij de bevoorrading.
Alle tips op een rij
Het is dus erg belangrijk om op tijd op het ijs te staan en vanuit het eerste of tweede vak van start te gaan. Wat verder bijdraagt aan een snelle toertocht:
- Drink geen alcohol op de dag en avond voorafgaand aan de tocht
- Eet voldoende koolhydraten tijdens het “laatste avondmaal”
- Ontbijt goed, maar overdrijf niet
- Drink niet teveel tijdens het ontbijt
- Probeer nog even naar het toilet te gaan voordat je naar het startvak gaat
- Investeer in een snelle start, laat je “opvegen” door de groep die achter ontstaat (in plaats van ernaar toe te moeten rijden)
- Drink zoveel als nodig is (niet te veel waardoor je moet plassen, niet te weinig waardoor je prestatieniveau lager wordt)
- Houd bij harde wind ook vóór de wind aansluiting bij je groep (na vóór de wind volgt altijd weer tegenwind en dan is aansluiting met je groep van groot belang)
En hoe dan ook: geniet van de tocht!!
Lees verder