Snowboarden: de wintersport komt er weer aan!
De wintersport komt er weer aan en we willen allemaal niets liever dan de show stelen met onze snowboardskills. Dit artikel leert jou de basistechnieken die nodig zijn om goed te kunnen snowboarden en ook kan je lezen hoe je bepaalde tricks moet doen.
Snowboarden
Snowboarden is een sport die de laatste jaren een enorme groei heeft gekend in haar populariteit. Was het tien jaar geleden nog uitzondering om als snowboarder de wintersport door te brengen tussen al die skiërs, tegenwoordig zie je jong en oud met een snowboard de berg afkomen. Snowboarden kent een aantal succesfactoren. Het wordt in het algemeen gezien als een wat uitdagendere en stoerdere sport dan skiën en daarom zie je vooral veel jongeren de skis inwisselen voor een snowboard.
Snowboardtermen
Als snowboarder is het van belang een aantal snowboardtermen te kennen. Hieronder is te lezen wat de belangrijkste snowboardtermen betekenen.
- Frontside: de kant van het snowboard die dezelfde kant op wijst als het gezicht van de snowboarder wordt de frontside genoemd. Hiermee in verband staat een fronstide bocht. Je rug is tijdens het nemen van een frontside bocht naar het dal gekeerd.
- Backside: de kant van het snowboard die dezelfde kant op wijst als de rug van de snowboarder wordt de backside genoemd. Hiermee in verband staat een backside bocht. Je rug is tijdens het nemen van een backside bocht naar de berg gekeerd.
- Regular rider: de meeste snowboarders staan met hun linkervoet voor op het snowboard. Snowboarders die op deze manier op hun snowboard staan, staan in een positie die regular wordt genoemd.
- Goofy rider: snowboarders die met hun rechtervoet voor op hun snowboard staan, staan in een positie die goofy wordt genoemd.
Basistechnieken
Voordat je je als snowboarder tussen de stuntende waaghalzen in het plaatselijke fun park kunt gaan wagen, zul je eerst de basistechniek van het snowboarden onder de knie moeten hebben. Er zijn een aantal basistechnieken die bij het snowboarden van belang zijn.
- Het eerste en belangrijkste punt is je houding tijdens het snowboarden. Zorg dat je iets door je knieën zakt en een ontspannen houding hebt. Je armen houdt je ontspannen naast je lichaam. Je rug en schouders houdt je rechtop en wijzen in het verlengde van je snowboard.
- Ten tweede is het van belang dat je je schouders ook tijdens het maken van bochten in het verlengde van het snowboard houdt. Richt je borst niet naar voren tijdens het snowboarden, maar kijk met je hoofd waar je naar toe gaat. Op deze manier sta je stabiel op je snowboard en dit is belangrijk om de andere snowboardtechnieken onder de knie te kunnen krijgen.
- Een derde belangrijk punt is dat bochten moeten worden gemaakt door het verplaatsen van je gewicht. Als je als regular rider een bocht op je backside wil maken, leun je naar achteren en snijdt de bocht met de voorkant van je snowboard aan. Vervolgens volgt de achterkant van je snowboard vanzelf. Let erop dat je niet met je armen gaat zwaaien om een bocht te maken. Hierdoor sta je niet stabiel op je snowboard en dit is dan ook niet de juiste techniek om bochten te maken.
- Een vierde punt is dat je erop moet letten dat je in principe op een rechte en stabiele manier op je snowboard staat. Let erop dat je tijdens het snowboarden niet te veel naar achteren hangt. Je hebt dan namelijk minder controle over je snowboard en zal meer moeite hebben met het maken van bochten.
Tricks
In het algemeen is het van belang dat de basistechnieken onder de knie zijn, voordat snowboarders zich aan de verschillende tricks wagen. Hieronder is van een aantal snowboardtricks uitgelegd wat ze precies inhouden en hoe je ze het beste kunt uitvoeren. De tricks lopen op naar moeilijkheidsgraad.
Ollie
Een trick die aan de basis ligt van elke andere trick is de zogenaamde ollie. Een ollie is de benaming voor het springen met je snowboard. Een ollie voor je in de volgende achtereenvolgende stappen uit.
- Je zorgt ervoor dat je recht op je snowboard staat en dat je in een rechte lijn vooruit gaat.
- Vervolgens verplaats je je gewicht iets naar de voorkant van je snowboard.
- Dan spring je met de voorkant van je snowboard de lucht in door je voorste been op te tillen.
- Hierna volgt de achterkant van je snowboard doordat je je achterste been optilt.
- Tijdens je landing leun je weer iets naar voren.
De ollie moet in een vloeiende en rustige beweging worden uitgevoerd. Als je met je armen moet zwaaien om je balans te houden in de lucht ben je verkeerd bezig. Nadat je de ollie op de piste onder de knie hebt, kan je hem op schansen van verschillende hoogte proberen te doen. Denk er hierbij aan dat je de ollie op het laatste gedeelte van de schans doet en je je schouders ook in de lucht in het verlengde van je snowboard houdt. Het is van belang dat je iets naar voren leunt tijdens de landing. Het is verstandig eerst de ollie goed onder de knie te hebben en in staat zijn flink wat air-time te kunnen pakken. Later zal je in de lucht namelijk tijd nodig hebben om bijvoorbeeld een grab of draai te kunnen doen.
Swift
De Swift is een trick die een vervolg vormt op de ollie. Nadat de ollie is uitgevoerd en je je in de lucht bevindt, draai je je snowboard 90 graden. Vervolgens draai je je snowboard weer 90 graden terug in de richting van je landing. Je schouders zullen tijdens de Swift de beweging van je snowboard volgen.
Indy
Een trick die eveneens een vrij gemakkelijk vervolg vormt op de ollie is de Indy. Bij deze trick pak je met één hand het middelste gedeelte van je snowboard vast als je in de lucht bent. Zorg ervoor dat je de ollie eerst netjes uitvoert en je je snowboard past vastpakt als je daadwerkelijk in de lucht bent. De Indy wordt door snowboarders vaak gebruikt om balans te bewaren in de lucht.
180
De 180 wordt uitgesproken als "one-eighty" en is een trick waarbij de snowboarder 180 graden om zijn as draait. Om een goede 180 uit te voeren is het van belang dat je schouders ook in de lucht in het verlengde van je snowboard blijven. Als je als regular rider een 180 doet, doe je eerst een ollie, waarna je je linkervoet naar achter zwaait en je rechtervoet naar voren. Tijdens je landing leun je vervolgens op je rechtervoet. Een goofy rider voert de 180 net andersom uit. Deze zwaait zijn rechtervoet naar achteren en zijn linkervoet naar voren, waarna er op de linkervoet wordt geland.
Als je een 180 op een schans doet, kan je op de schans al iets indraaien, zodat de draai in de lucht kleiner wordt en je meer tijd hebt om de 180 uit te voeren. Het is van belang dat je tijdens de landing naar voren leunt voor een stabiele landing. Een 180 kan je zowel over je frontside als over je backside uitvoeren. In het algemeen wordt het over je frontside draaien als makkelijker ervaart.
Nosegrab
De Nosegrab vormt een variant op de Indy. In plaats van het midden van je snowboard vast te pakken in de lucht, pak je de voorkant van je snowboard vast. Het is bij de Nosegrab van belang dat je in de lucht je voorste been buigt, zodat je de voorkant van je snowboard met je hand kan vastpakken. Vervolgens trek je de voorkant van je snowboard naar je toe.
Tailgrab
De Tailgrab vormt eveneens als de Nosegrab een variant op de Indy. Bij een Tailgrab pak je de achterkant van je snowboard vast als je in de lucht hangt. Ook bij de Tailgrab maak je het jezelf makkelijker door je achterste been te buigen. Vervolgens pak je met je hand de achterkant van je snowboard vast, waarna je je snowboard naar je toe trekt.
360
De 360 wordt uitgesproken als "three-sixty" en is een trick waarbij de snowboarder 360 graden om zijn as draait. Om een goede 360 te doen, is het van belang dat je je schouders ook in de lucht in het verlengde van je snowboard houdt. Als je als snowboarder een 360 doet, doe je eerst een ollie, waarna je een hele draai om je as maakt en weer op dezelfde kant van je snowboard landt als waarop je de draai inzetten. Ook bij de 360 is het van belang dat je tijdens de landing naar voren leunt. Als je de 360 op een schans doet, kan je op de schans al iets indraaien, zodat de draai die je moet maken in de lucht kleiner wordt en je meer tijd hebt om de 360 uit te voeren. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen de frontside 360 en de backside 360. Bij de frontside 360 draait de snowboarder over zijn frontside, naar voren, en bij de backside 360 over zijn backside, naar achteren.
Grinden
Grinden is het met je snowboard over een grindpaal of box schuiven. Als de paal in de sneeuw is ingegraven kan je er met je snowboard op rijden, anders zal je eerst een ollie moeten doen. Vervolgens is het van belang dat je tijdens het grinden je balans bewaart door stabiel op je snowboard te staan. Let erop dat je niet met je armen gaat zwaaien om je balans te houden of te veel naar achteren of naar voren hangt. Op deze manier zal je snowboard gemakkelijk onder je uit schuiven op de gladde grindpaal. Voordat je gaat grinden over een grindpaal is het verstandig je trick eerst in gedachten door te nemen en na te gaan hoe je je snowboard en lichaam tijdens het grinden gaat houden.
Frontslide
Bij een frontslide grind je op de voorkant van je snowboard. Na het maken van een ollie maak je een draai van 90 graden en landt met de voorkant van je snowboard op de grindpaal. De achterkant van je snowboard hangt in de lucht en het is van belang dat je goed op de voorkant van je snowboard leunt. Bij de afsprong maak je weer een draai van 90 graden en leun je iets naar voren. Een frontslide kan je zowel met je rug naar de berg toe als met je rug naar het dal toe uitvoeren.
Backslide
Bij een backslide grind je op de achterkant van je snowboard. Na het maken van een ollie maak je een draai van 90 graden en landt met de achterkant van je snowboard op de grindpaal. De voorkant van je snowboard hangt in de lucht en het is van belang de je goed op de achterkant van je snowboard leunt. Bij de afsprong maak je weer een draai van 90 graden en leun je iets naar voren. Een backslide kan je zowel met je rug naar de berg toe als met je rug naar het dal toe uitvoeren.
50-50 slide
Een 50-50 slide wordt uitgeproken als "fifty-fifty slide" en is een variant op de front- en backslide. Je begint je grind met een frontslide en halverwege gaat deze over in een backslide. Dit kan zowel door een eenvoudig sprongetje, waarna je je gewicht verplaatst naar de andere kant van je snowboard. Je leunt eerst op de voorkant van je snowboard en na het sprongetje op de achterkant van je snowboard. In de overgang in de 50-50 slide kan variatie worden aangebracht door bijvoorbeeld een 180 te doen. Voor het uitvoeren van een 50-50 slide is het van belang dat de front- en backslide worden beheerst. Natuurlijk kan de 50-50 slide ook met een backslide worden ingezet die in een frontslide overgaat.
Butteren
Butteren is een aparte snowboardtechniek waarbij op de verschillende kanten van het snowboard wordt geleund. De snowboarder leunt bijvoorbeeld eerst op de achterkant van het snowboard, waardoor de voorkant van het snowboard omhoog komt. Vervolgens wordt met een ollie overgegaan op de voorkant van het snowboard. Butteren wordt over het algemeen als vrij moeilijk gezien om onder de knie te krijgen en gewoon op de piste gedaan.