Nia: hoe bewegen echt leuk wordt
Nia. Een nog vrij onbekende maar steeds populairdere bewegingsmix vanuit Tai Chi, Taekwondo, yoga, jazzdance, Feldenkrais en Alexandertechniek. Geen competitie met anderen of je eigen lijf, en geen ingewikkelde pasjes. Wel plezier, humor en een spiritueel tintje. Kortom: dit is Nia.
Het was begin 1980. De Californische fitness-instructeurs Debbie en Carlos Rosas waren op zoek naar een vorm voor een workout met meer plezier en bewustzijn, en minder pijn dan fitness. Nia was het resultaat. Nia, ofwel Neuromuscular Integrative Action, heeft drie fundamenten: danskunst, gevechtssport en helende bewegingsleer. Invloeden komen onder andere vanuit Tai Chi, Taekwondo, yoga, jazz- en modern dance, Feldenkrais en Alexandertechniek. Je spreekt je kracht en precisie aan met vechtsport-elementen, verbetert houding en lichaamsbewustzijn met ‘healing arts’-invloeden en ervaart je creativiteit en energie dankzij de dans. Alles begint bij de voeten. Ofwel: ‘Je voeten zijn je handen die de aarde aanraken.” Op blote voeten dansen, stimuleert energiepunten onder je voeten.
Hoe verloopt een les?
Een les Nia bestaat uit opbouwfase, climax en cooldown. De intensiteit van elke beweging bepaal je zelf: licht, gemiddeld of zwaar. Er is een basisroutine, maar de instructeur vult het verloop zelf in, via intuitie en interactie met de groep. Dus kan de les onderweg van koers veranderen. Een vrijblijvend ‘bandensysteem’ geeft niveaus van verdieping aan, vanaf de witte band.
In principe is Nia geschikt voor alle leeftijden en achtergronden. Je bent met je persoonlijke mogelijkheden bezig en hoeft dus niet superfit te zijn of een (dans)achtergrond te hebben.
Workshops en vakantie
Nia wordt (nog) niet overal gegeven, dus is een vakantie wellicht een leuke optie. Nia-vakanties regel je via op de diverse websites genoemde docenten. Naast wekelijkse lessen en vakanties, zijn er via het groeiende aantal Nia-docenten in Nederland vaak ook mogelijkheden voor een verrassend bedrijfsuitje in de vorm van een Nia-workshop, en ook verzorgen docenten steeds vaker gelegenheidsworkshops op maat.
De ervaring van Rachelle Conradie (34), Nia-instructrice én fan:
“Ik was altijd op zoek naar een bewegingsvorm die bij mij paste. Ik heb alles geprobeerd: vechtsport, dans, fitness, healing arts. Maar deed ik het één, dan miste ik het ander. Ik wilde geen competitie, maar wel uitdaging. Ik wilde balans en harmonie, maar met pit. Ik wilde met mijn lichaam bezig zijn én met mijn geest. Anderhalf jaar geleden bezocht ik mijn broer in Oregon, Amerika. Vlakbij zijn huis werden Nia-lessen gegeven. Daar had ik ooit iets over gelezen. Op de laatste dag van mijn bezoek ging ik langs, en zag Debbie Rosas bezig met een les. Debbie en Carlos Rosas hebben Nia ontwikkeld. Wat me meteen opviel was dat iedereen lachte, plezier uitstraalde. Een halfuur later deed ik spontaan mee. Een heel mooi moment. Alles wat ik ooit aan beweging had gedaan, kwam bij elkaar! Ik ervoer eenheid, fusie. Nia geeft expressie aan je lichaam, maar ook aan je emoties en je ziel. Ik merkte dat ik zelf kon bepalen hoe ver ik wilde gaan, niets hoefde te pushen. Elke beweging maak je zo kalm of intens als je wilt. Plezier staat voorop.”
Helende krachten
Terwijl in veel sporten het element van strijd en overwinning voorop staat, en zelfs je eigen lichaam zou moeten worden overwonnen door moeizaam grenzen te verleggen, is Nia juist bedoeld om helende lichamelijke krachten op te roepen. Nia heeft spirituele trekjes: geen competitie en prestatie, maar wel een kans om op een prettige manier leren omgaan met jezelf en je lichaam. Er zit een zekere coördinatie en opbouw in Nia, maar voorop staat het plezier. Een Nia-les kan gefocust zijn op een bepaald lichaamsdeel zoals de onderrug, maar er kan ook een innerlijk thema zijn zoals ‘passie’. Nia is erg geschikt om je te helpen na een drukke dag lekker het hersenwerk los te laten en je op je lijf en bewegingen te focussen. Volgens beoefenaars is Nia al met al meer een levenshouding dan zomaar een hobby of sport.
Dit is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in het maandblad Santé