Voetbal: 2 tegen 2 of dribbelvoetbal, training en wedstrijd
In België spelen de allerjongste voetballertjes hun wedstrijdjes 2 tegen 2 sinds het seizoen 2014-2015. De bedoeling hiervan is de individuele kwaliteiten van de kinderen te verbeteren. Door het dribbelvoetbal komt iedereen meer aan de bal, heeft iedere speler kans om te scoren en wordt het fun-aspect vergroot.
Wat is 2 tegen 2 of dribbelvoetbal?
Begeleiding
Jonge kinderen, het gaat hier om de leeftijd tot 6 jaar, hebben nog te weinig controle over hun eigen lichaamsmotoriek. Als jeugdtrainer is het op deze leeftijd dan ook belangrijk om de jongens en meisjes hierin beter te maken. Hierbij staat slechts één zaak voorop: plezier. Een kind van deze leeftijd zal nooit thuiskomen en zeggen: "ik heb die en die tactische looplijn geleerd", maar wél "het was leuk!" of "ik heb een goal gemaakt!". Naast het ontdekken van de eigen lichaamsbewegingen moet het kind ook leren om de beweging van de bal juist in te schatten. Verschillende oefeningen op oog-handcoördinatie, en bal-voetcoördinatie zijn hiervoor ideaal. Houd er rekening mee dat er op deze leeftijd een groot verloop van spelertjes is. Het hele jaar komen er nieuwe bij, en hoewel deze even oud zijn, is er een belangrijk verschil in
voetballeeftijd. Zorg daarom steeds voor aangepaste oefeningen.
Trainingsorganisatie
Het belangrijkste is dat je als trainer een omgeving creëert waarin het kind zelf kan ontdekken wat het kan en niet kan. Zorg voor herkenbaarheid door steeds dezelfde structuur te gebruiken. Bijvoorbeeld eerst een opwarmingsspel, gevolgd door dribbeloefeningen en ten slotte een wedstrijdje 2 tegen 2. Binnen deze structuur is het wel belangrijk om voldoende afwisseling te hebben. Kinderen van 5 jaar en jonger hebben een beperkt concentratievermogen. Voorzie daarom veel, maar korte oefeningen. Een parcours waarbij doorgeschoven wordt van oefening naar oefening is hiervoor ideaal.
Wedstrijdbegeleiding
Net als bij de training is het belangrijk om het kind te laten ontdekken wat kan en niet kan. Doe dit zeker niet door op voorhand allerlei instructies mee te geven. Het kind vergeet deze toch en geraakt hierdoor alleen maar in de war. Laat ze zelf een oplossing vinden door
trial and error. Wat de ene keer niet lukte zal het kind na enkele keren zelf proberen op een andere manier op te lossen. Hierdoor leert het veel meer bij. Beperk de instructies aan de zijlijn tot het aanmoedigen en positief stimuleren van goede acties. Bijvoorbeeld een
high five. Houd er tevens rekening mee dat een kind moet leren winnen, én leren verliezen. Stel de ploegjes dus zo samen dat niet dezelfde spelers steeds winnen of steeds verliezen. Altijd winnen is ook niet leuk. Houd zowel de spelduur als de rust kort. Jonge kinderen zijn snel moe, maar zijn ook even snel weer uitgerust. Na verloop van tijd zullen de kinderen de regels snel onder de knie hebben en kunnen ze zonder veel extra hulp de wedstrijdjes autonoom afwerken.
Minder regels, meer dribbels!
De bedoeling van het invoeren van het 2 tegen 2 voetbal is om iedere speler aan te bal te laten komen, ermee te dribbelen en hem/haar de kans te geven te scoren. Een wedstrijd verloopt als volgt:
- 5 wedstrijdjes van 2 tegen 2 worden naast elkaar gespeeld. Na iedere wedstrijd wordt er doorgeschoven zodat je tegen een andere tegenstander speelt.
- 1 speler staat in doel, de andere op het veld.
- speler op het veld dribbelt en probeert de scoren bij de andere ploeg.
- er wordt gespeeld tot de bal naast of in doel belandt, daarna probeert de andere ploeg aan te vallen.
Afmetingen terrein
breedte: 10m- 12,5m
lengte: 16,5m - 18m
doelgebied: 6m
Doel
3m x 1,5m
Spelduur
2 x 3 minuten (1 minuut rust)
maximum 6 wedstrijden na elkaar
Aftrap + doeltrap + doelpunt
Indribbelen van op de eigen doellijn. Tegenstander staat op hun eigen doellijn.
Over zijlijn (inworp)
Indribbelen van aan de zijlijn. Tegenstander op 3m afstand.
Hoekschop
Niet van toepassing (=doeltrap)
Doelman
Iedere speelhelft wordt er van doelman gewisseld. Deze mag de bal met de handen spelen in zijn doelgebied. Hij mag het doelgebied ook verlaten om mee te spelen op het veld.