Ajax 1918-1919: Ajax ongeslagen afdelingskampioen

Voor het tweede achtereenvolgende seizoen werd Ajax afdelingskampioen in de westelijke eerste klasse. De ploeg van trainer Jack Reynolds bleef het gehele seizoen ongeslagen en had maar liefst elf punten voorsprong op nummer twee stadsrivaal Blauw Wit. Slechts drie ploegen wisten een puntje van de Amsterdammers af te snoepen. Haarlem, Hercules en HBS speelden met 0-0 gelijk terwijl Ajax de rest van de wedstrijden wist te winnen.

Ajax wint nu wel van Blauw Wit

Op de eerste speeldag stond er voor Ajax meteen een onvervalste Amsterdamse derby op het programma. Tegenstander Blauw Wit was de Ajacieden in de afgelopen maanden tweemaal de baas geweest in diverse toernooien. Op 14 juni wonnen de Zebra’s met 2-0 in de finale van het Gouden Kruistoernooi en op 1 september werd het zelfs 4-0 voor Blauw Wit in de eindstrijd om de Scheepvaartbeker. Ajax was dus gewaarschuwd toen de gladiatoren op 22 september op een fraai bespeelbaar veld aan de competitie begonnen. Door doelpunten van Jan van Dort en Jan de Natris stond Ajax echter met de rust al met 2-0 voor. Toen de tweede helft begon was het Theo Brokmann die binnen een minuut de 3-0 op het scorebord bracht. De wedstrijd was gespeeld en dat was duidelijk te merken aan het spelniveau dat een stuk lager lag dan in het eerste bedrijf.

Ajax raakt op stoom

Tegen Quick in Den Haag stond Ajax al binnen zes minuten op een 0-2 voorsprong en was de wedstrijd eigenlijk al beslist. Jan van Dort scoorde driemaal in deze met 0-4 gewonnen partij. Wim Gupffert was op schot in de duels tegen Hercules (5-1) en HFC (4-0) door in beide wedstrijden tweemaal te scoren. Datzelfde deed Jan van Dort in Dordrecht tegen DFC welke wedstrijd met 0-4 werd gewonnen. DFC miste echter in de beginfase een drietal basisspelers die waren gestrand in het spoorwegverkeer. De Amsterdammers waren zo sportief om al voor het duel toestemming te geven dat deze spelers tijdens de wedstrijd alsnog mochten worden ingezet. In de thuiswedstrijd tegen UVV maakte Jan de Natris drie doelpunten. Ajax won gemakkelijk met 5-0 maar doordat UVV-doelman Van Rhijn in topvorm verkeerde werden de dubbele cijfers niet gehaald.

Uitnodiging

Diverse Ajax-spelers kregen een uitnodiging voor de wedstrijd om de Gouden Onafhankelijksheidsbeker die op 17 november werd gespeeld op het terrein van Sparta. Een Rotterdamse selectie nam het op tegen een elftal uit de rest van Nederland. Bij dit laatste team speelden de Ajacieden Frits Terwee, Henk Hordijk, Wim Guppfert, Hein Delsen en Theo Brokmann in de basis. De eindstand werd 3-3 mede door doelpunten van de Ajacieden Wim Gupffert en Theo Brokmann.

Eerste puntverlies

Een week later won Ajax geflatteerd met 3-0 van VOC door o.a. twee treffers van Jan de Natris. Opvallend was dat de Amsterdammers tot tweemaal toe een strafschop misten. Na acht zeges op rij verloor Ajax op 1 december voor het eerst een punt. Voor zevenduizend toeschouwers werd het duel Haarlem-Ajax 0-0. Blauw Wit rook vuur en moest winnen van Ajax om de spanning weer terug te brengen in de competitie. Ajax was lijstaanvoeder met zeventien punten, Blauw Wit had vier punten minder. Toen scheidsrechter Mutters het beginsignaal gaf zagen de meer dan twintigduizend toeschouwers in het Stadion een goede partij voetbal welke door Ajax verdiend met 0-2 werd gewonnen.

Invallers

Tegen een gehandicapt Quick, dat met liefst zeven invallers speelde, boekte Ajax de grootste seizoenszege. Door o.a. twee doelpunten van Jan van Dort en Hein Delsen werd het laagstaande Quick, dat nog geen wedstrijd had gewonnen, met 6-0 verslagen. Zeer teleurstellend was de prestatie van de roodwitten een week later in Utrecht tegen rode lantaarndrager Hercules. Beide ploegen waren gehavend wegens diverse blessures en dat was te zien aan het spelpeil. Geen van beide teams verdiende de overwinning zodat de 0-0 eindstand een goede afspiegeling was van de strijd. Op Eerste Kerstdag speelde Ajax tegen een selectie uit Twente en verloor in Enschede verdiend met 2-0. Slechts vier basisspelers deden mee in het elftal van trainer Jack Reynolds, de overige plekken werden opgevuld met reservespelers.

Winst in topper

Vier dagen later werd het laatste duel in 1918 afgewerkt met de topper tegen nummer twee Sparta. De Rotterdammers hadden vier punten minder dan Ajax en konden de achterstand verkleinen door te winnen van de Amsterdammers. In gure weersomstandigheden zag een uitverkocht Ajax-stadion geen doelpunten voor de theepauze maar in de tweede helft sloeg de thuisclub alsnog toe (3-0).

De stand aan kop

Eindelijk weer eens een tegentreffer

Na een lange afwezigheid stond Theo Brokmann in de eerste wedstrijd in het nieuwe jaar weer in de basis van Ajax. Aan de Spanjaardslaan in Haarlem was hij meteen beslissend met het enige doelpunt in het met 0-1 gewonnen duel tegen HFC. Op 12 januari kreeg Ajax na tien wedstrijden eindelijk weer eens een tegendoelpunt te verwerken. Tot nu toe hadden de Amsterdammers slechts twee tegentreffers geïncasseerd in twaalf competitiewedstrijden. HBS-er Schäfer had de eer om te scoren tegen Ajax, twee keer zelfs! Daartegenover stonden wel vier Amsterdamse doelpunten zodat Ajax met 4-2 won. Op merkwaardige wijze was echter het tweede Ajax-doelpunt ontstaan. Door een fluitsignaal stopte de Haagse achterhoede met voetballen maar scheidsrechter Wolff gebood door te spelen. Jan van Dort had dit als eerste in de gaten en schoot de bal ongehinderd in het doel van HBS. Wat bleek? Het fluitsignaal was afkomstig vanaf één der bijvelden van het Ajax-terrein….

Sneeuw en vorst

DFC-doelman Van Hemert was de grote uitblinker in het duel tegen Ajax op 19 januari maar kon niet verhinderen dat de Amsterdammers met 4-0 wonnen door o.a. drie treffers van Jan van Dort. Toen brak er een periode van vorst en sneeuw aan en werd voetbal nagenoeg onmogelijk. Pas op 23 februari kwam Ajax weer in het veld tegen HVV in Den Haag. Binnen een minuut scoorde Ajax al door Jan van Dort maar de Hagenaars kwamen wonderwel terug en namen brutaal een 2-1 voorsprong. Na een 2-2 ruststand besliste Ajax het duel in het tweede bedrijf (2-5). Jan van Dort maakte in deze wedstrijd drie doelpunten.

Ajax afdelingskampioen

Na de nuttige 0-3 zege in Utrecht op UVV kon Ajax bij puntenverlies van de concurrentie op 9 maart afdelingskampioen worden. Tegenstander was wederom HVV dat twee weken eerder met 2-5 werd verslagen. Toen HVV na een half uur op voorsprong kwam door Tonny Kessler werden de Amsterdammers pas wakker en werden de gasten binnen een paar minuten van het veld gespeeld. In de 38e en 39e minuut scoorde Jan van Dort 1-1 en 2-1, drie minuten later was het Theo Brokmann die de 3-1 binnenschoot. Dezelfde speler scoorde samen met Hein Delsen in de tweede helft nog eenmaal zodat een geriefelijke 5-1 voorsprong op het scorebord stond. Tonny Kessler maakte er in de slotminuut nog 5-2 van waardoor er een zelfde score werd bereikt als in de eerste wedstrijd tussen beide teams. Toen bekend werd dat concurrenten Haarlem (3-1 verlies tegen stadsgenoot HFC) en Blauw Wit (2-2 tegen Sparta) punten hadden verspeeld kon het kampioenschap worden gevierd in Amsterdam.

Ongeslagen

In de laatste drie duels ging het moeizaam met de Ajacieden. Tegen VOC was er een geflatteerde 1-3 zege door o.a. twee doelpunten van Frans de Haan. Wel dient vermeld te worden dat Ajax met diverse invallers speelde. Tegen nummer twee Haarlem werd met 3-2 gewonnen en in de laatste wedstrijd stond alleen de eer op het spel. HBS wilde op sportpark Houtrust graag de enige ploeg worden die Ajax dit seizoen kon verslaan. Dit lukte bijna maar Boutmy miste één minuut voor rust een strafschop namens de Hagenaars. Zo’n tienduizend toeschouwers zagen dat Ajax toch ongeslagen bleef in deze competitie (0-0).

Uitslagen

Eindstand

Topscorers

Selectie