Jupiler Pro League (België): alle kampioenen tot en met 2020

Sinds 1895 wordt in België profvoetbal gespeeld. In de nazomer van 2020 begint men voor de 118e keer een competitie, die standaard tot ongeveer mei doorloopt. Van alle edities werd Anderlecht het vaakst kampioen (tot en met 2020). In 1947 werd recordhouder Anderlecht voor het eerst kampioen. FC Liégeois mocht zich in 1896 tot de eerste kampioen van België rekenen. Er zijn in totaal vier clubs met tien of meer kampioenschappen. Welke clubs, naast Anderlecht, werden tien keer of vaker (tot en met 2020) kampioen?

• Alle kampioenen per seizoen Jupiler Pro League (tot en met 2020)
• Kampioenen Jupiler Pro League uitgelicht (tot en met 1945)
• Union Sint-Gillis
• Beerschot AC
• Cercle Brugge
• Kampioenen Jupiler Pro League uitgelicht (vanaf 1946)
• Anderlecht
• Club Brugge
• Standard Luik
• Genk en Gent
• Lierse SK

Alle kampioenen per seizoen Jupiler Pro League (tot en met 2020)

Coupe de Championnat was de naam toen er in 1895 begonnen werd met voetballen in België, destijds door zeven verschillende clubs. De competitie is daarmee de oudste van Europa. FC Liégeois kon zich in 1896 de eerste kampioen noemen van het Belgische voetbal. In 1900 werd die naam al weer vervangen, naar Ere Afdeling (Division d'honneur in het Frans). In 1952 werd de naam wederom veranderd, toen naar Eerste Klasse (Division 1 in het Frans). Vanaf 1998 draagt de Belgische competitie in de naam iets van het biermerk Jupiler. Vanaf 2008 heet de competitie de Jupiler Pro League, anno 2020 ook nog wel eens Eerste klasse A genoemd. Vanaf 2009-2010 wordt er een play-off afgewerkt door de zes best presterende clubs, na de reguliere competitie, om te bepalen wie de kampioen wordt.

Alle kampioenen tot en met 2020 op een rijtje, waarbij vermeld moet worden dat tijdens de Eerste Wereldoorlog en bij het begin en eind van de Tweede Oorlog (1940 en 1945) geen competitie gespeeld of afgemaakt is:

• 1895-1896: FC Liégeois
• 1896-1897: Racing Club de Bruxelles
• 1897-1899: FC Liégeois
• 1899-1903: Racing Club de Bruxelles
• 1903-1907: Union Sint-Gillis
• 1907-1908: Racing Club de Bruxelles
• 1908-1910: Union Sint-Gillis
• 1910-1911: Cercle Sportif Brugeois
• 1911-1912: Daring Club de Bruxelles
• 1912-1913: Union Sint-Gillis
• 1913-1914: Daring Club de Bruxelles
• 1919-1920: FC Brugeois
• 1920-1921: Daring Club de Bruxelles
• 1921-1922: Beerschot AC
• 1922-1923: Union Sint-Gillis
• 1923-1926: Beerschot AC
• 1926-1927: RCS Brugeois
• 1927-1928: Beerschot AC
• 1928-1929: Royal Antwerp
• 1929-1930: RCS Brugeois
• 1930-1931: Royal Antwerp
• 1931-1932: Lierse SK
• 1932-1935: Union Sint-Gillis
• 1935-1937: Daring Club de Bruxelles
• 1937-1939: Beerschot AC
• 1940-1942: Lierse SK
• 1942-1943: RFC Malinois
• 1943-1944: Royal Antwerp
• 1945-1946: RFC Malinois
• 1946-1947: Anderlecht
• 1947-1948: RFC Malinois
• 1948-1951: Anderlecht
• 1951-1953: RFC Liégeois
• 1953-1956: Anderlecht
• 1956-1957: Royal Antwerp
• 1957-1958: Standard Luik
• 1958-1959: Anderlecht
• 1959-1960: Lierse SK
• 1960-1961: Standard Luik
• 1961-1962: Anderlecht
• 1962-1963: Standard Luik
• 1963-1968: Anderlecht
• 1968-1971: Standard Luik
• 1971-1972: Anderlecht
• 1972-1973: Club Brugge
• 1973-1974: Anderlecht
• 1974-1975: RWD Molenbeek
• 1975-1978: Club Brugge
• 1978-1979: KSK Beveren
• 1979-1980: Club Brugge
• 1980-1981: Anderlecht
• 1981-1983: Standard Luik
• 1983-1984: KSK Beveren
• 1984-1987: Anderlecht
• 1987-1988: Club Brugge
• 1988-1989: KV Mechelen
• 1989-1990: Club Brugge
• 1990-1991: Anderlecht
• 1991-1992: Club Brugge
• 1992-1995: Anderlecht
• 1995-1996: Club Brugge
• 1996-1997: Lierse SK
• 1997-1998: Club Brugge
• 1998-1999: KRC Genk
• 1999-2001: Anderlecht
• 2001-2002: KRC Genk
• 2002-2003: Club Brugge
• 2003-2004: Anderlecht
• 2004-2005: Club Brugge
• 2005-2007: Anderlecht
• 2007-2009: Standard Luik
• 2009-2010: Anderlecht
• 2010-2011: KRC Genk
• 2011-2014: Anderlecht
• 2014-2015: KAA Gent
• 2015-2016: Club Brugge
• 2016-2017: Anderlecht
• 2017-2018: Club Brugge
• 2018-2019: KRC Genk
• 2019-2020: Club Brugge

In totaal werden er zestien verschillende clubs (tot en met 2020) kampioen van de hoogste divisie in het Belgische voetbal. Opvallend is dat zeven van de zestien clubs niet meer actief zijn in het profvoetbal. Een vergelijking met de kampioenen van de Premier League, die ook al voor de 20e eeuw startte met een competitie, leert dat er in het Engelse voetbal geen enkele kampioen ondertussen afgedaald is naar amateurniveau.

Kampioenen Jupiler Pro League uitgelicht (tot en met 1945)

Van de tien verschillende clubs die tot en met 1945 kampioen werden, zijn er vijf niet meer actief als betaald voetbal-club. Er wordt een grens getrokken bij het jaartal 1945 omdat in het seizoen 1946-1947 recordkampioen Anderlecht voor het eerst een titel veroverde en daarmee een nieuw tijdperk startte. Een aantal van de tien clubs die voor 1946 kampioen werden, zijn de moeite waard om uitgelicht te worden:

Union Sint-Gillis

Voor het einde van de Tweede Wereldoorlog behaalde Union elf kampioenschappen. Zelfs 75 jaar later staat de club nog op de derde positie als het gaat om de meest behaalde kampioenschappen. Na 1935 won Union geen enkele keer een voetbalseizoen. In 1904 kon de club uit Sint-Gillis voor het eerst een trofee aan haar prijzenkast toevoegen. Union speelde in 1973 voor het laatst op het hoogste niveau van België. Anno 2020 speelt de club in de Eerste klasse B. Tussendoor verscheen Union zelfs een hele tijd op het derde niveau en nog twee seizoenen op het vierde niveau.

Beerschot AC

Beerschot AC was in 1945 de club op de tweede positie met het meeste aantal kampioenschappen. Van 1922 tot en met 1939 behaalde de club zeven kampioenschappen. Tot en met 1981 speelde Beerschot nog onafgebroken op het hoogste niveau, maar wel zonder een kampioenschap te behalen. In 1999 werd er een punt gezet achter de profambities van Beerschot AC, destijds K. Beerschot VAC geheten. De club speelde toen op het derde niveau.

Cercle Brugge

Cercle Brugge is na Union de enige club die al haar kampioenschappen voor het eind van de Tweede Wereldoorlog behaalde. In 1911, 1927 en 1930 was de club uit Brugge de beste van allemaal. Daarna kwam Cercle Brugge niet meer in de buurt van de eerste plaats. Er werd verschillende seizoenen zelfs één of twee niveaus lager gevoetbald. Anno 2020 speelt de club in de Eerste klasse A.

Kampioenen Jupiler Pro League uitgelicht (vanaf 1946)

Anderlecht

Voordat Anderlecht überhaupt kampioen werd van de voetbalcompetitie, schommelde de in 1908 opgerichte club tussen de twee divisies van België. Toen Beerschot AC in 1939 voor het laatst kampioen werd van België, had Anderlecht nog nooit beter gescoord dan een vijfde positie op de eindranglijst. In het seizoen 1946-1947 werd Anderlecht voor het eerst kampioen. Sinds het eerste kampioenschap lukte het Anderlecht al vrij snel om recordkampioen van België te worden. In 1966 was Anderlecht Union al voorbij als het gaat om kampioenschappen. In 2017 werd Anderlecht voor de 34e keer kampioen. Anderlecht eindigde in 2020 voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog onder de plaats zes op de ranglijst. Anderlecht stond na het stopzetten van de competitie op plaats acht. Anderlecht presteerde het als enige club om vijf seizoenen achter elkaar op de eerste plaats te verschijnen. Tussen 1964 en 1968 was Anderlecht superieur met vijf titels, wat goed bijdroeg aan de 34 kampioenschappen. Club Brugge volgt op gepaste afstand van Anderlecht met zestien kampioenschappen (tot en met 2020).

Club Brugge

Club Brugge werd in 1920 voor het eerst kampioen van België, toen onder de naam FC Brugeois. Pas 53 jaar later konden de fans weer een landskampioen vieren. Tussendoor schommelde Club Brugge tussen de eerste twee divisies. Van 1967 tot 1972 werd Club Brugge vijf keer tweede, waarna het in 1973 eindelijk voor de tweede keer in de geschiedenis wel raak was. Vanaf 1946 won de populairste club uit Brugge vijftien keer de Belgische competitie. De laatste keer dat Club Brugge buiten de top drie eindigde (tot en met 2020), was in 2011.

Standard Luik

Standard Luik is de vierde club die tien of meer keer kampioen werd van België. In 1958 was het voor het eerst raak. Van 1969 tot en met 1971 lukte het de club uit Luik om drie maal achter elkaar kampioen te worden. Standard Luik is anno 2020 de club die het vaakst actief is geweest op het hoogste niveau. Sinds 1922 speelt Standard onafgebroken op het hoogste niveau. Daardoor komt de teller op meer dan honderd seizoenen.

Genk en Gent

KRC Genk is de club die het vaakst kampioen werd na Anderlecht en Club Brugge nadat de eeuwwisseling in 2000 plaatsvond. In 2002, 2011 en 2019 werd de club uit Genk kampioen. Vlak voor de eeuwwisseling werd Genk voor het eerst kampioen. De stad met bijna dezelfde naam, Gent, is de jongste club die voor het eerst kampioen werd. In 2015 behaalde die club een primeur door als zestiende club een kampioenschap binnen te halen.

Lierse SK

Een opvallende naam onder de kampioenen na de Tweede Wereldoorlog is Lierse SK. De club werd voor de oorlog twee keer kampioen en na de oorlog ook twee keer. Het opvallende is dat de club in 1997 nog de landstitel behaalde en twintig jaar later opgeheven werd. Lierse SK is daarmee de jongste club die kampioen werd en daarna failliet verklaard werd in het Belgische profvoetbal.