Het geluk van Ajax, januari 1984
Het Ajax uit mijn jeugd was in mijn herinnering onoverwinnelijk. Elke wedstrijd die gespeeld werd, leek van tevoren al beslist. Als ik de statistieken er nu op nalees, blijkt de werkelijkheid overigens anders, maar zo gaat dat. Het Ajax dat mij voor ogen staat, had een team met sterren die nog jarenlang het Nederlandse voetbal zouden beheersen. In 1984 gebeurde er echter iets bizars, iets wat de toekomst van een aantal historische spelers drastisch had kunnen wijzigen.
Ajax in de jaren ‘80
In de tweede helft van de jaren ’70 maakte Ajax een moeilijke periode door, ondermeer door het vertrek van Cruijff naar Barcelona. Er werden nog wel enkele goede (en dure) spelers aangekocht, zoals Arnesen en Lerby, maar grote successen bleven uit. In het begin van de jaren ’80 kwam hier echter geleidelijk aan verandering in. Een aantal dure vedetten werd verkocht en onder leiding van Aad de Mos ontstond een team van jeugdige spelers, grotendeels uit de eigen opleiding. Marco van Basten, Frank Rijkaard, Sonny Silooy, Wim Kieft, Ronald Koeman, John van ‘t Schip en Gerald Vanenburg, om maar een aantal spelers te noemen, overigens allen aanwezig in het Nederlands elftal van 1988. Samen met ondermeer de Denen Jesper Olsen en Jan Molby, vormden zij een zeer compleet elftal.
29 Januari 1984
Naar dit Ajax stond ik, als jongen van 11 jaar, te kijken tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tegen de Haagse club HMSH (Houdt Moedig Stand Haag), aan de Vrederustlaan in Den Haag. De bedoeling was aanvankelijk dat de wedstrijd (vanwege het weer) gespeeld zou worden op het kunstgrasveld, dat eigendom was van HMSH en buurvereniging GONA. Het veld was de dag ervoor sneeuwvrij gemaakt, maar toen op de dag zelf bleek dat het hoofdveld bespeelbaar was, werd er in overleg en op aandringen van De Mos, voor gekozen uit te wijken.
Zo’n 3000 toeschouwers hadden de kou getrotseerd en waren getuige van de wedstrijd. Deze verliep, zoals verwacht eenzijdig en Ajax maakte doelpunt na doelpunt. Al in de eerste helft echter, viel het op dat een grote groep jongeren op de dug-outs stond te hossen. Op de foto uit de Haagsche Courant van 30 januari 1984, met aan de bal Frank Rijkaard, is op de achtergrond de dug-out van Ajax zichtbaar, met hierop de jongeren. Ikzelf stond hier nog geen tien meter vanaf, getuige het pijltje dat mijn moeder toevoegde aan het –inmiddels vergeelde- krantenknipsel.
Dertien minuten over twee
Naar verluidt werden de jongeren gewaarschuwd door de oud-voorzitter van HMSH, Cas Niemans, echter zonder succes. De politie werd gebeld, maar voor deze aanwezig was, gebeurde om 14.13 uur, terwijl de stand 0-13 voor Ajax was, een bizar ongeluk. De dug-out van Ajax stortte in. Gek genoeg kan ik me dit moment niet meer herinneren. Wat ik me wel herinner, is chaos. Hans Galjé, destijds de eerste doelman, zat in de dug-out, maar bleef wonder boven wonder ongedeerd. Aad de Mos stond net voor de dug-out en kwam ook met de schrik vrij. Jesper Olsen en Ronald Koeman waren net gewisseld, maar gingen direct naar de kleedkamer om te douchen. Marco van Basten, die in de rust was gewisseld, was op weg naar de dug-out, maar nog niet aangekomen. In totaal waren er ‘slechts’ 8 gewonden, waarvan Ajax’ assistent-trainer Hassie van Wijk en penningmeester Lou Bartels er het slechtst vanaf kwamen. Bij beiden moesten meerdere tenen geamputeerd worden.
Over de schuldvraag is vanzelfsprekend nog lang gediscussieerd. Maar hoe anders had het kunnen aflopen voor de spelers en direct betrokkenen? Of voor het Nederlandse voetbal?
Tot slot
De term Lucky Ajax (die in de jaren ’40 voor het eerst werd gehanteerd) wordt vandaag de dag eigenlijk alleen nog gebruikt voor het gelegenheidsteam van veteranen, dat door Sjaak Swart wordt aangevoerd en waar onder meer Van ’t Schip en Silooy in spelen. Voor mij zal deze bizarre zondag altijd hét moment zijn waarop echt sprake was van een ‘lucky’ Ajax.