De onderwaterwereld: Leren duiken
Duiken is een prachtige sport en voor (bijna) iedereen weggelegd – van jong tot oud, van dik tot dun en van fit tot niet fit. Door het water ben je bijna gewichtloos, je ademt onder water en ondertussen zie je de mooiste dieren voorbij komen. Om te leren duiken moet je theorie leren en praktijklessen nemen. Wat doe je dan eigenlijk?
Waarom duiken?
Duiken is een unieke ervaring. Met de tank vol met samengeperste lucht ga je het water in. Vervolgens kun je onder water ademen. Door het water ben je bijna gewichtloos en kun je met de zware tank met gemak door het water gaan. Ondertussen kun je, afhankelijk waar je duikt, het dieren- en plantenrijk aanschouwen. Allerlei soorten vissen en koraal, planten in allerlei vormen en maten of misschien wel een haai, schildpad, rog of walvis. In het water geeft dit een heel ander beeld van de omgeving dan wanneer je snorkelt.
Je duikuitrusting
Om te kunnen duiken hoef je niet zelf alles aan te schaffen – dat is ook zeker niet aan te raden als je slechts sporadisch duikt of net begint (prijzige aangelegenheid). Vaak wordt de uitrusting geleend/gehuurd van de organisatie waarmee je gaat duiken. De uitrusting bestaat onder andere uit een duikbril, een snorkel en flippers. Test de duikbril snel door hem op je hoofd te zetten zonder het bandje, buig naar voren en adem in door je neus. Blijft de bril zitten? Dan heb je de juiste maat. Verder heb je natuurlijk de zuurstoffles (of duikfles), een soort zwemvest (trimvest) en een loodgordel. Tot slot zitten aan de duikfles en het trimvest materialen verbonden: je luchttoevoer (primaire ademautomaat), je regulator voor je trimvest (lagedrukinflator), een tweede luchttoevoer (alternatieve luchtbron – je reserve) en je instrumentenconsole (een manometer, dieptemeter en kompas). Tot slot kun je een wetsuit aandoen. In warme landen hoeft dat niet, maar soms moet je wel een stingersuit aan (een soort wetsuit maar dan veel dunner, zodat stingers – een soort kwal – je huid niet kunnen bereiken). Het belangrijkste van je duikuitrusting is comfort en pasvorm.
Het buddysysteem en duiktekens
Voor extra veiligheid duik je altijd met je/een buddy. Je checkt elkaars duikuitrusting, je kunt elkaar helpen in geval van nood, herinnert elkaar aan het controleren van diepte, duiktijd en luchtvoorraad. Hierdoor wordt duiken leuker, veiliger en makkelijker.
Echter, hoe communiceer je onder water? Om te zorgen dat elke duiker begrijpt wat een andere duiker bedoeld, zijn er een aantal tekens afgesproken. De meeste zijn vrij logisch en niet moeilijk te onthouden. Toch zijn sommige ook anders dan je misschien gewend bent van het dagelijks leven, zoals de “duim omhoog” in de betekenis van ‘ik ga omhoog’ in plaats ‘oké, dat is goed’. Natuurlijk ben je vrij om met je buddy andere tekens af te spreken, zodat je elkaar onder water nog beter begrijpt.
Ademen onder water
Onder water ademen is gek. Bovendien, als je gewend bent door je neus te ademen zoals de meeste, zul je ervaren dat je masker in de weg zit en je geen lucht krijgt. Je zult dus bewust door je mond moeten ademen.
De belangrijkste regel bij duiken is blijven ademen. Dit moet je langzaam, diep en continu doen, waarbij je je ademhaling altijd onder controle houdt. Langzaam, diep en continu ademen is belangrijk om niet te veel kooldioxide. Als je oppervlakkig ademt, komt er te weinig zuurstof binnen en te veel kooldioxide. Dit komt door de langere ruimte (snorkel of ademautomaat) tussen longen en lucht. Mede hierom moet je dus ook rustig en ontspannen zwemmen – hierdoor voorkom je overmatige inspanning en hijgen (oftewel oppervlakkig ademen).
Zelfs als je wat water in je mondstuk hebt, kun je door blijven ademen. Mocht je toch water in je keel krijgen en je verslikt je, dan kun je in je mondstuk hoesten. De mondstukken (tweede trap) is zo gemaakt dat je deze leeg kunt maken.
Navigatie onder water
Als je in de auto zit, gebruik je een kaart en de borden langs de weg om te navigeren. Bij duiken wordt dit gedaan door middel van een kompas en opvallende kenmerken onderwater (dus niet die ene mooie oranje vis die je zag zwemmen). Door middel van het zetten van het kompas kun je de boot weervinden. Hiermee oefen je tijdens je cursus.
Tijdens en na het duiken
Zoals gezegd heb je adem je tijdens het duiken langzaam, diep en continue. Na het duiken schrijf je in je logboekje welke ervaring je hebt opgedaan. Hierin zet je bijvoorbeeld neer hoeveel lood je hebt gebruikt (om te kunnen dalen), hoe diep je bent geweest, hoeveel lucht je verbruikt hebt en hoe lang je gedoken hebt. Ook bereken je hoeveel tijd je moet wachten tot je volgende duik (in verband met de hoeveelheid stikstof in je bloed). Bovendien moet je minimaal 24 uur wachten met vliegen na het maken van een duik (ook vanwege de stikstof in je bloed en de drukteverschillen).
Enthousiast? Haal je Padi duikbrevet
Onder water valt zoveel te zien. Er zijn veel duikscholen die een eerste gratis les bieden of dat je eens kunt duiken waarvoor je geen duikbrevet nodig hebt (de instructeur regelt alles voor je). Na het halen van je duikbrevet (die je in Nederland kunt halen, maar ook in het buitenland – PADI) kun je ook eens denken aan het uitbreiden ervan. Daardoor kun je bijvoorbeeld dieper duiken, EHBO verlenen, nachtduiken, fotografie bij duiken, wrakduiken of ijsduiken leren – of wordt Master Scuba Diver en leer het anderen! Een ding is zeker: bij duiken ben je niet snel uitgekeken!