Dood aas in de winter
De watertemperatuur is weer gedaald tot onder 8 graden in de Nederlandse binnenwateren en voor de meeste karpervissers zit het seizoen er weer op.
Veel karpervissers kiezen in de koude maanden van het jaar voor de overstap naar de snoekvisserij. Hier wordt vaak de standaard uitrusting voor gebruikt, met aanpassing van de onderlijn uiteraard. De onderlijn of 'rig' wordt nu ingeruild voor een stuk kevlar of staal om de tanden van de snoek geen kans te geven.
Lage temperaturen
Zodra de watertemperatuur onder de 8 graden duikt, verandert er een en ander onder water. Een vis is namelijk een koudbloedig dier, wat inhoudt dat snoeken bij koudere temperaturen steeds langzamer zullen bewegen. Dit doet de vis om zoveel mogelijk energie te besparen om de winter door te komen. Dood aas is hierom ideaal, aangezien dit op de aangeboden plek blijft liggen. De snoek hoeft zo weinig moeite te doen om toch aan zijn voedsel te komen, wat hem weer energie geeft.
De manieren van vissen:
Er zijn een aantal manieren om dood aas te presenteren aan de roofvis. Dit zijn de meest gebruikte manieren:
- Onder een dobber. Er zijn speciale dobbers op de markt met een gewicht van 10 tot 60 gram voor het vissen met vis als aas. Dit is vaak een goede optie op stilstaand (of rustig stromend) water als er niet teveel wind staat. Ook is het verstandig de vis op ongeveer een halve meter van de bodem aan te bieden.
- Met een loodsysteem op de bodem van het water. Dit is de manier waarop karpervissers normaal vissen, maar dan met een vis als aas. Dit is vaak een goed idee als er veel wind staat of wanneer je in stromend water vist.
- Met een zeildobber. Een zeildobber heeft zoals de naam al zegt een soort zeil op de antenne van de dobber, die wind vangt. Door de wind te gebruiken bevis je een veel groter oppervlak. Nadeel hiervan is dat de diepte van het water kan variëren, waardoor je de aasvis steeds op een andere diepte aanbiedt. (In de zomer is dit juist een voordeel!)
Wat voor materiaal heb je nodig?
Omdat niet iedereen een groot budget heeft, is voor de meeste mensen een karperhengel met een curve van minimaal 2.5 pond wel genoeg. Je moet aardig wat gewicht werpen (dobber, lood, aasvis) dus neem vooral niet een te lichte hengel. Ook is een hoofdlijn van (minimaal) 30/100e nylon aan te raden, de meeste mensen gebruiken zelfs 35/100e. Als haak wordt meestal een dreg (drietandshaak) gebruikt, zodat de aasvis met 2 haken vastgezet wordt.
Vergeet vooral de stalen of kevlar onderlijn niet, want de tanden van een snoek hebben geen moeite met het kapot krijgen van nylon. Neem vooral niet een te dunne onderlijn, want snoeken hebben meer kracht dan men denkt! Het is natuurlijk eeuwig zonde om die ene grote te laten schieten en het is voor de vis niet fijn om met een haak in de bek te blijven rondzwemmen.
Welke stekken zoek je?
Bijna overal waar het water dieper is dan een meter zwemt snoek. Omdat Nederland rijk is aan lange, rechte wateren is het zoeken van een stek soms erg lastig. Zoek altijd een onderbreking in het water, zoals een versmalling, een duiker, een bruggetje of een overhangende boom. Snoeken zijn meesters in het camoufleren en gebruiken een verrassingsaanval om hun prooi te verschalken. Als het water echt heel koud is, zoek dan de diepe plekken op, hier is het water vaak net iets warmer dan in de hogere waterlagen.
Wat zijn de eventuele bijvangsten?
Met een dode aasvis zijn, naast de snoek, ook de volgende andere vissen te vangen:
- Snoekbaars. Deze vis is 's winters (erg) moeilijk te vangen, maar het is zeker niet onmogelijk. Voor de snoekbaars is een lange, slanke aasvis de beste optie.
- Baars. Een grote baars heeft ook zeker geen moeite met het verschalken van een aasvis(je). Baarzen zijn erg mooie en felle vissen, die zeker een mooi gevecht kunnen leveren.
- Meerval. Een meerval eet ongeveer alles wat voor zijn bek komt, dus kan jouw aasvis ook door een meerval gepakt worden. De meerval is de grootste vis van de Nederlandse wateren, hij kan een lengte bereiken van liefst 4(!) meter. De meerval komt steeds meer voor in Nederland, vooral in de grote rivieren. Ook wordt de meerval op steeds meer meren en plassen gevangen.
Conclusie:
Probeer het eens met een dode makreel, voorn of sardine en de grote snoeken uit jouw water volgen vanzelf op de mat!