Wedstrijdzwemmen: de organisatie en regels
Bij een zwemwedstrijd starten meerdere zwemmers tegelijk allemaal in hun eigen baan. Ze weten van tevoren welke afstand en slag ze moeten zwemmen. Er zijn verschillende slagen die gezwommen kunnen worden: vlinderslag, rugcrawl, schoolslag en borstcrawl. De tijd van de sporters wordt bijgehouden en degene die het eerste aankomt wint. Er zijn verschillende typen wedstrijden en afhankelijk van de leeftijd, het niveau of wellicht een handicap kan er aan een wedstrijd worden deelgenomen. Aan het deelnemen en organiseren van zwemwedstrijden zijn regels verbonden, deze zijn opgesteld door de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB).
Het zwembad
Het zwembad moet aan bepaalde eisen voldoen als er wedstrijden in worden gezwommen. Zo moet het zwembad 25 of 50 meter lang zijn. De banen moeten 2,5 meter breed zijn en de diepte van het zwembad moet minstens 1,4 meter zijn. Er moeten voor een wedstrijd minimaal 4 banen zijn, maar hoe meer banen hoe beter. Zwembaden waar belangrijke wedstrijden in gezwommen worden beschikken soms wel over 10 banen. De temperatuur van het water moet tussen de 25 en 28 graden zijn. Voor belangrijke wedstrijden, zoals de Olympische Spelen of een wereldkampioenschap, zijn er strengere regels opgesteld met betrekking tot de eisen aan het zwembad dan bij bijvoorbeeld een clubkampioenschap of regiowedstrijd.
De officials
Tijdens een zwemwedstrijd zijn er mensen nodig om er voor te zorgen dat de wedstrijd eerlijk en goed verloopt, zij worden ook wel officials genoemd. Zij lopen in witte kleding; een witte broek, shirt en schoenen, zodat zij duidelijk te herkennen zijn. Elke zwemclub die aan de wedstrijd deelneemt zorgt er voor dat er een aantal vrijwilligers als official tijdens de wedstrijd meehelpen. Een official moet onpartijdig handelen en mag leden van zijn eigen club niet voortrekken. Hiernaast kan je niet zomaar als official functioneren, er moet voor elke rol eerst een bijhorende cursus worden gevolgd. Deze cursussen worden gegeven door de KNZB. Officials hebben verschillende rollen: scheidsrechter, kamprechter, starter, jurysecretaris of tijdwaarnemer/keerpuntcommissaris.
Scheidsrechter
De scheidsrechter zorgt ervoor dat de wedstrijd volgens de regels van de KNZB verloopt. Hij stuurt de andere officials aan en zorgt ervoor dat iedereen duidelijk heeft wat hij moet doen en welke regels hierbij gelden. Bij aanvang van elke zwemwedstrijd is er een vergadering, waarbij alle officials bijeenkomen en de wedstrijd doornemen. Zo wordt er o.a. bepaald wie welke functie krijgt, waar iedereen zal gaan staan en wanneer de pauze zal plaatsvinden.
Kamprechter
De kamprechter loopt tijdens de wedstrijden naast het zwembad heen en weer met de zwemmers mee. Tijdens een zwemwedstrijd zijn er minimaal twee kamprechters, aan elke kant van het zwembad staat er één. Hij controleert of de zwemmers zich aan de regels houden en of de verschillende zwemslagen goed worden uitgevoerd. Hiernaast schrijft hij samen met de scheidsrechter de volgorde van aankomst van de zwemmers op, deze gegevens worden doorgegeven aan de jury. Dit wordt gedaan om er zeker van te zijn dat de gezwommen tijden kloppen. Het komt namelijk wel eens voor dat een tijdwaarnemer een fout maakt. Zo gebeurt het wel eens dat de stopwatch een storing heeft of de tijdwaarnemer te laat of te vroeg de tijd opneemt. Door het bijhouden van de volgorde kunnen deze fouten van de tijdwaarnemer worden opgemerkt en kan de opgenomen tijd van de zwemmer worden aangepast.
Starter
De starter zorgt ervoor dat een zwemsessie tijdens een wedstrijd van start gaat. Wanneer de zwemmers achter het startblok klaar staan geeft hij een duidelijk startsignaal, zodat ze kunnen beginnen aan hun wedstrijd. Hij zal de zwemmers eerst op het startblok begeleiden door één keer te fluiten, waarna hij zal melden dat ze klaar moeten gaan staan ('op uw plaatsen'), vervolgens zal hij nog één keer fluiten, waarna de zwemmers zo snel mogelijk zullen vertrekken. Bij grotere wedstrijden wordt soms in plaats van een fluit een startpistool gebruikt. Als een zwemmer voor het tweede fluitsignaal vertrekt en dus een valse start maakt, zal de starter hem terugfluiten. Alle zwemmers moeten opnieuw achter het startblok klaar gaan staan en de start zal opnieuw plaats vinden.
Jurysecretaris
De jurysecretaris zorgt voor de verwerking van de resultaten tijdens de wedstrijd. De gezwommen tijden en eventuele diskwalificaties worden achter de computer verwerkt tot een uitslag. Op de uitslag staan o.a. alle gezwommen tijden en diskwalificaties genoteerd. De uitslag wordt gedurende de wedstrijd vaak uitgeprint en op een muur gehangen, zodat de zwemmers kunnen zien welke tijd ze hebben gezwommen en zichtbaar is welke mensen een medaille hebben gewonnen. Als de wedstrijd is afgelopen zorgt de jury ervoor dat de uitslag naar alle deelgenomen verenigingen wordt gestuurd.
Tijdwaarnemer/keerpuntcommissaris
De tijdwaarnemer, ook wel 'klokker' genaamd, registreert de gezwommen tijden door middel van een stopwatch. Vaak staat hij de ene helft van een wedstrijd bij de startblokken waar hij de tijd zal opnemen en de andere helft aan de andere kant van het zwembad waar hij als keerpuntcommissaris zal functioneren. Hier zal hij controleren of de keerpunten en slag op de juiste manier worden uitgevoerd. In tegenstelling tot de andere official functies, wisselt deze rol gedurende een wedstrijd.
Bijvoorbeeld: tijdens de eerste helft van de wedstrijd staat iemand te klokken op baan 4, tijdens de tweede helft van de wedstrijd moet deze persoon als keerpuntcommissaris functioneren in baan 6.
De badkleding
Bij een training of vrij zwemmen mag een zwemmer zelf bepalen wat hij aantrekt. Bij een wedstrijd mag dit niet en gelden er de volgende regels:
- Pijpen tot de knie
- Zwembroek niet boven de navel
- Zwemkleding mag niet voorbij de schouders komen
- Zwemkleding mag niet doorschijnend zijn
- Zwemkleding mag niet dikker zijn dan 0.8 mm
- Er mogen geen ritsen of andere sluitingen toegevoegd zijn (een bindkoord in een zwembroek mag wel)
Heeft zwemkleding het FINA approved label, dan is de kleding goed gekeurd door de zwembond en mag het tijdens wedstrijden worden gedragen. Dit label zit op een zwembroek of badpak zichtbaar aan de buitenkant.
Diskwalificaties
De kamprechter, tijdwaarnemer en keerpuntcommissaris zullen controleren of de slag van de zwemmer goed wordt uitgevoerd. Als een zwemmer zich niet aan de regels houdt kan hij worden gediskwalificeerd. De tijd die de zwemmer heeft gezwommen is dan niet meer geldig, waardoor hij eventueel ook geen recht meer heeft op een medaille. Een paar belangrijke diskwalificaties:
Algemeen
- Gestart voor het startsignaal
- Verkeerde slag gezwommen
- Afstand niet uitgezwommen
- Bodem aangeraakt
- Andere zwemmer verhinderd
- Gebruik gemaakt van hulpmiddelen
- Draagt zwemkleding die niet aan de regels voldoet
Schoolslag
- De armen gaan niet tegelijk naar voren of achteren
- De benen gaan niet tegelijk naar voren of achteren
- De ellebogen komen boven het wateroppervlak
- Bij het keer- of eindpunt niet met twee handen tegelijk aangetikt
- Tijdens de wedstrijd op de rug gedraaid
Rugslag
- Na start- of keerpunt niet voor het 15 meter punt met het hoofd boven water gekomen
- Het keer- of eindpunt niet aangeraakt
- Het eindpunt niet in rugligging aangeraakt
Vlinderslag
- Na start- of keerpunt niet voor het 15 meter punt met het hoofd boven water gekomen
- De armen gaan niet tegelijk naar voren of achteren
- De benen bewegen niet tegelijk
- Armen niet over het water heen naar voren gebracht
- Schoolslagbenen gezwommen
- Bij het keer- of eindpunt niet met twee handen tegelijk aangetikt
- Het keer- of eindpunt niet aangeraakt
- Tijdens de wedstrijd op de rug gedraaid
Vrije slag
- Na start- of keerpunt niet voor het 15 meter punt met het hoofd boven water gekomen
- Het keer- of eindpunt niet aangeraakt
Estafettes
- Te vroeg overgenomen
- De wisselslag niet gezwommen in de juiste volgorde (vlinder-, rug-, school- en vrije slag)
- De estafette niet gezwommen met de opgegeven zwemmers of opgegeven startvolgorde