Waarom atletiek?
Sporten in algemene zin is gezond, maar de atletieksport heeft als voordeel dat het veelzijdig is en ieder “postuur” kan terecht bij deze sport. Daarnaast is atletiek vooral ook heel puur. Het voordeel van atletiek is dat je gemakkelijk op alle leeftijden in kunt stromen en je nog aan verschillende onderdelen deel kunt nemen. Reden te meer om deze individuele sport nog eens nader te belichten.
Oorsprong
Atletiek is een van de oudste sporten en werd 1000 voor Christus al beoefend. Inmiddels is het allemaal veel geavanceerder maar de basiselementen zijn er nog steeds in terug te vinden. Dat we tegenwoordig over een aluminium horde springen en niet meer over een stier, is inherent aan de ontwikkeling. Maar het is nog steeds dezelfde basis.
De eerste marathon dateert van 490 jaar voor Christus en vertelt het verhaal van de Griekse soldaat Pheidippides die van Marathon naar Athene gerend zou zijn om de overwinning van de Atheners op de Perzen mede te delen.
Het ligt iets genuanceerder, want deze soldaat liep weliswaar de afstand die we nog steeds lopen, te weten 42 kilometer en195 meter, maar liep eigenlijk van Athene naar Sparta voor hulp. Deze weigerden, maar uiteindelijk won Athene alsnog en de soldaat liep, om het nieuws te melden, de afstand tussen Athene en Marathon. Hij liep de afstand overigens zonder te pauzeren.
Opbouw sport
De sport is opgebouwd uit verschillende groepen met onderdelen. Het mooie van de sport is behalve de historie ook het gegeven dat iedere sporter, qua bouw, een of meerdere onderdelen in kan vullen. De sprinter is vaak de grotere, krachtig gebouwde en gespierde man of vrouw, terwijl de lange afstandloper veelal kleiner en dunner is en de kogelstoter is mogelijk groot en veelal grof gebouwd en zwaar gespierd.
Hoofdgroepen
De onderdelen zijn in hoofdgroepen ingedeeld, te weten:
- Loopnummers: sprint-, midden- en lange afstandnummers, steeplechase, horden (100/110 en 400) snelwandelen en estafette.
- Springnummers: hoogspringen, verspringen, polsstokhoogspringen en hink-stap-sprong.
- Werpnummers: kogelstoten, discuswerpen, speerwerpen en kogelslingeren.
Kan iedereen aan atletiek doen?
In feite kan iedereen aan atletiek doen, maar voor iedere (top)sporter geldt dat er altijd ook een dosis talent bij komt kijken. Atletiek heeft wel als voordeel dat een grof gebouwde man/jongen misschien niet zal “scoren” bij de sprint, maar er wel genoeg andere nummers zijn waar hij succesvol mee aan de bak kan.
Bovendien is atletiek veelzijdig en het is dus logisch dat de jonge kinderen die aan deze sport gaan doen, alle nummers doen. Alle spiergroepen worden aangepakt en kinderen kunnen zo ondervinden welke onderdelen ze leuk vinden (vaak is dat ook wel het onderdeel waar ze beter in zijn). Dat neemt niet weg dat de meeste trainers er voor kiezen om jonge kinderen zo lang mogelijk ook alle andere onderdelen te laten doen. Goed voor de ontwikkeling van het lichaam, om betrokken te blijven bij de sport in algemene zin en niet snel afhaken, omdat het te eenzijdig wordt.
Maar ook de man of vrouw die op latere leeftijd instapt, kan nog aan verschillende onderdelen deelnemen. Recreatief maar ook aan de wedstrijdsport. Het instappen in de atletieksport is laagdrempelig en het kan het hele jaar door gedaan worden. Vaak gaan mensen in de winter ook de zaal in en behalve de baan kan een naastgelegen bos ook prima dienst doen voor duurloop en krachttraining.
Meer informatie
De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) is de overkoepelende bond waar alle verenigingen bij aangesloten moeten zijn (als je deelneemt aan wedstrijden moet je aangesloten zijn bij de KNAU, dit wordt meestal geregeld via de vereniging waar je lid van bent). De verenigingen zijn verantwoordelijk voor de trainingen en stellen zelf een eigen wedstrijdagenda samen, maar de officiële kampioenschappen worden via de bond geregeld. Ook opleidingen voor bijvoorbeeld de juryleden van de sport, worden via de bond geregeld en informatie over verenigingen in de buurt of andere informatie over de sport kan hier ingewonnen worden.