Alles over atletiek

Alles over atletiek Hardlopen, verspringen, hoogspringen, snelwandelen en kogelstoten. Dit zijn enkele sporten die onder de noemer atletiek vallen. Wat is atletiek nou eigenlijk precies? Welke sporten vallen onder atletiek en wat zijn precies de regels van die sporten? Er zijn genoeg vragen die je kunt bedenken als het gaat om atletiek.

Inhoud


Geschiedenis van atletiek

Samen met de zwemsport is atletiek de oudste sport van de wereld. Rond 1500 voor Christus werden er al atletiekwedstrijden bij de Kretenzers gehouden. Vanaf 776 voor Christus werden er door de Grieken de Olympische Spelen georganiseerd. Een sportevenement dat iedere vier jaar plaatsvindt ter ere van de oppergod Zeus. Het atletiek hoorde echt bij de Spelen en is er nog steeds heel nauw verbonden mee. De regels van Atletiek waren toen veel gemakkelijker dan tegenwoordig.

Atletiek algemeen

Atletiekwedstrijden vinden doorgaans plaats op een atletiekbaan, die hier speciaal voor is gemaakt. In de winter zijn er ook indoorbanen waar de atletiek kan worden beoefend. Er zijn ook wedstrijden die op de straat en in het vrije veld plaatsvinden. De start en finisch liggen echter bijna altijd op de atletiekbaan. Voor mannen zijn er 24 atletiekonderdelen en voor vrouwen 23.

Rennen

Er bestaan bij atletiek veel onderdelen waarbij de atleten moeten rennen. Hier zijn diverse afstanden voor, met ieder een eigen techniek.

100 en 200 meter sprint

De 100 meter is de kortste sprintwedstrijd bij atletiek. Het onderdeel wordt door veel mensen het koningsnummer der atletiek genoemd. De atleten lopen bij de 100 en 200 meter in hun eigen baan. Deze baan wordt door een lijn aangegeven. Na het startschot mogen de atleten uit de startblokken komen. Start iemand te vroeg, dan is dit een valse start. Als je vervolgens een tweede valse start maakt, ben je uitgeschakeld van de wedstrijd. Het maakt dan niet uit wie de eerste valse start heeft gemaakt.

400, 800, 1.500, 5.000 en 10.000 meter

Bij de langere afstanden bij atletiek is de snelheid veel minder hoog dan bij de sprintnummers. Op lange afstanden is het immers voor de atleten niet vol te houden constant op topsnelheid te blijven. Om lange afstanden te kunnen rennen, dien je een goed uithoudingsvermogen te hebben. De regels van de start zijn op deze afstanden hetzelfde. Wat wel een verschil is met de sprintnummers, is dat de atleten niet in hun eigen baan hoeven te blijven rennen. Dit geldt trouwens niet voor de 400 meter, waarbij de atleten wél in hun eigen baan moeten blijven.

Estafette

Een estafette is een hardloopwedstrijd voor teams met vier man. Je hebt de afstanden 4x100 en 4x400 meter. De atleten moeten een stok aan elkaar geven. De tijd van de stok wordt geklokt. De atleten moeten in hun eigen baan blijven tijdens de wedstrijd, om zo geen andere teams te hinderen. De stok mag pas worden afgelost als twee atleten in de aflossingszone zijn. Als er voor of na de aflossingszone wordt gewisseld, is het team gediskwalificeerd.

Marathon

De marathon is een lange afstand van 42 kilometer en 195 meter. De schoenen van de atleten bevatten veel demping. De lopers hebben een korte pas, zodat ze een beter uithoudingsvermogen hebben. Ook is het belangrijk tijdens de marathon veel vocht te drinken.

Horden

Tijdens de hordenrace moeten de atleten twaalf houten horden passeren. Deze horden staan op gelijke afstand geplaatst en zijn meer dan een meter hoog. De atleten lopen bij deze sport vierhonderd meter in hun eigen baan en moeten over de hordes springen die ze tegenkomen. De hordes zijn op zo’n manier gemaakt, dat ze omvallen als je ze aanstoot. Dit mag, zolang de hordes maar niet op de baan van de tegenstander terecht komt, of de tegenstander op een andere manier hindert.

Steeplechase

De steeplechase is ontstaan naar aanleiding van de gelijkwaardige race die voor paarden al bestond. De steeplechase, die ook wel steeple of hindernisloop wordt genoemd, bestaat uit een hardloopwedstrijd van drieduizend meter. Per ronde van vierhonderd meter moeten de atleten vijf keer over een houten balk worden gesproken. De balken zijn meer dan een meter hoog. Eén van de balken heeft een waterbak van 3,7 meter lang. De atleten hoeven niet in hun eigen baan te rennen.

Snelwandelen

Snelwandelen komt uit de twaalfde en dertiende eeuw en horen al net zo lang bij atletiek. De wedstrijden vinden plaats op de atletiekbaan of de weg. Bij mannen wordt er een afstand van 20 en 50 km gelopen. Bij vrouwen 20 km. De atleet moet met één voet contact te hebben met de grond. De jury deelt twee waarschuwingen uit als de atleet zich hier niet aan houdt. Bij de derde overtreding wordt de atleet uit de wedstrijd gehaald.

Springen

Ook springen komt vaak voor bij atletiek. We zagen eerder al de steeplechase en de horden, maar er zijn ook onderdelen die zich vooral richten op het springen en minder op het rennen.

Hoogspringen

Bij het hoogspringen is het de bedoeling om over een lat te springen die tussen twee staanders is bevestigd. De lat wordt steeds hoger gelegd en de winnaar is degene die het hoogste springt zonder de lat eraf te gooien. De atleet mag zich met maar één been afzetten. Ook zijn er speciale regels voor de dikte van de schoenzool. Bij drie foute pogingen is de springer uitgeschakeld.

Polsstokhoogspringen

Bij polsstokhoogspringen wordt er over een lat gesprongen door middel van een flexibele stok. Het is de bedoeling zo hoog mogelijk te springen. De beginhoogte en de verhogingen per ronde worden door de organisatie vastgelegd. Als een springer drie mislukte pogingen heeft gedaan, is hij uitgeschakeld. De winnaar is degene die het hoogste komt.

Verspringen

De atleet maakt een aanloop en springt vanaf de houten afzetbalk. Vervolgens komt de atleet dan in een zandbak terecht. De poging wordt ongeldig verklaard als er na de afzetbalk al gesprongen wordt. Dit kan worden gecontroleerd met een strook plasticine, dat een afdruk achterlaat als er een voet op is gezet. De lengte van de sprong wordt gemeten vanaf de afzetbalk en de eerste afdruk die de springer achterlaat in de zandbak, vanaf de afzetbalk gezien. Als een springer dus zijn evenwicht verliest en naar achter valt, telt de sprong pas vanaf het moment dat hij achter zich het zand aanraak. Een wedstrijd bestaat uit drie pogingen. De atleet die het verste heeft gesprongen wint.

Hink-Stap-Sprong

De Hink-Stap-Sprong is per vergissing ontstaan. De oude Grieken telden bij het verspringen de drie sprongen op. Daardoor werd er gedacht dat het om een driedubbele sprong ging. Tijdens de Hink-Stap-Sprong neemt de atleet een aanloop. Na de afzet moet de atleet allereerst op dezelfde voet als waarmee hij heeft afgezet landen. Daarna maakt de atleet een stap, waarbij hij op zijn andere voet moet landen. En als laatste maakt de atleet een sprong en kom t in de zandbak terecht. Verder gelden er dezelfde regels als bij het verspringen.

Gooien

Met dingen gooien vinden veel mensen leuk. Het gooien, werpen of stoten is onderdeel van atletiek. De sporten zien er vaak veel makkelijker uit dan ze zijn. Veel trainig is erg belangrijk.

Kogelstoten

De bedoeling bij kogelstotel is om de kogel zo ver mogelijk te stoten. De atleet doet dit vanuit de ring die aan de voorzijde is afgeschermd door een wit stootblok. Als de kogelstoter een kogel wil stoten, mag hij de grond en de balk rond de ring niet aanraken. Na de stoot moet de atleet de ring via de achterzijde verlaten. De kogel moet binnen de sectorlijnen landen. Als één van deze punten fout gaat, wordt de worp ongeldig verklaard. De kogel mag niet worden gegooid, maar moet vanuit de nek worden gestoten. Het aantal stoten is per wedstrijd verschillend en wordt door de organisatie bepaald.

Discuswerpen

Bij discuswerpen wordt een lensvormige discus zo ver mogelijk worden geslingerd. De discus wordt geworpen vanuit een betonnen ring. De aanloop bestaat uit het ronddraaien van de werper zelf, die daarbij binnen de ring moet blijven. Voor de veiligheid staat er om de ring een kooi van gaas met aan één zijde een opening. De worp is pas geldig als de discus binnen de sectorlijnen terecht komt.

Kogelslingeren

Bij het kogelslingeren wordt een kogel bevestigd aan een staalkabel met een handvat zo ver mogelijk weggeslingerd. De kogel dient in een bepaalde sector terecht te komen. Ook moet de werper binnen de afwerpring blijven. Mislukt één van deze punten, dan wordt de worp ongeldig verklaard. De grootste afstanden worden bereikt door de kogel meerdere keren boven het hoofd te draaien.

Speerwerpen

Bij speerwerpen wordt een speer geworpen vanaf een aanloopbaan die vier meter breed en maximaal 36,5 meter lang is. De atleet mag in geen geval over de grenslijn van het aanloopveld komen. De speer moet als eerste met de punt de grond raken en dit moet binnen de sectorlijnen zijn. De speer hoeft niet met de punt in de grond te steken. Tijdens een wedstrijd mag de atleet drie worpen doen. De beste atleten mogen vervolgens nog driemaal werpen. De beste hiervan is de winnaar.

Overig

Het combineren van sporten wordt tijdens de atletiek ook gedaan. Dit is een zware uitdaging en alleen bestemd voor echte allrounders.

Zevenkamp en tienkamp

Tijdens de zevenkamp (ook wel heptathlon genoemd) en de tienkamp (ook wel decathlon), doen de atleten in twee dagen tijd zeven of tien atletieknummers. De atleten moeten dus echte allrounders kunnen zijn. De regels van de afzonderlijke sporten zijn in het zevenkamp en tienkamp van toepassing. Er worden punten per onderdeel toegekend. De atleet met de meeste punten wint.

Het zevenkamp is voor de vrouwen. Op dag worden er de volgende sporten gedaan: 100 meter horden, hoogspringen, kogelstoten en de 200 meter. Op dag twee doen ze: verspringen, speerwerpen en 800 meter. De mannen doen mee aan de tienkamp. Op de eerste dag moeten ze de volgende sporten doen: 100 meter, verspringen, kogelstoten, hoogspringen en 400 meter. Op de tweede dag doen ze: 100 meter horden, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en de 1500 meter.
© 2008 - 2024 Writingsuus, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Atletiek, moeder der sporten!Atletiek, moeder der sporten!Atletiek is een heel oude sport, een van de oudste, en de basis voor veel sporten. Meer informatie over de onderdelen, e…
De tienkamp, een atletieknummer voor de allersterkstenBinnen de atletiek zijn er heel wat verschillende disciplines, maar bepaalde atleten trainen voor meer dan één van die o…
Palmares en erelijst Fanny Blankers-KoenFanny Blankers-Koen wordt algemeen beschouwd als één van de grootste sporters uit de Nederlandse geschiedenis. En door v…
Waarom atletiek?Waarom atletiek?Sporten in algemene zin is gezond, maar de atletieksport heeft als voordeel dat het veelzijdig is en ieder “postuur” kan…

Negen redenen om te gaan hardlopenHardlopen is een makkelijke sport: je trekt je schoenen aan en weg ben je! Je hebt geen dure abonnementen of apparaten n…
Onderhoud derailleurversnellingOnderhoud derailleurversnellingEen derailleurversnelling bestaat uit twee verstellers (shifters) waarmee afzonderlijk de voor- en achterkettingwielen w…
Bronnen en referenties
  • De sporten van de olympische zomerspelen (ISBN: 978-90-75531-87-9)
  • Wikipedia
Writingsuus (705 artikelen)
Laatste update: 17-09-2016
Rubriek: Sport
Subrubriek: Overige sport
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.