NTS 2013: Oefenstofsysteem turnen in Nederland
Bij de turnsport in Nederland wordt gebruikt gemaakt van het Nationaal Turn Systeem (NTS). Dit turnsysteem bestaat uit de oefenstof en elementen die turnsters uitvoeren op regionale en landelijke wedstrijden. De opgestelde richtlijnen van dit Nationaal Turn Systeem zorgen ervoor dat er een goede meting kan worden gemaakt welke turnster het beste kan turnen. De oefenstof en regels zijn gemaakt aan de hand van de regels van de internationale turnfederatie, het FIG genoemd. Alle turnsters die in de selectie van een turnvereniging komen en uit gaan komen op wedstrijden, zowel regionaal als landelijk, zullen te maken krijgen met het NTS.
Sinds 2005 wordt er al gebruik gemaakt van het NTS. Elke vier jaar, vasthoudend aan de cyclus van de Olympische Spelen, wordt het NTS aangepast of vernieuwd. Sinds 2013 heeft de turnsport in Nederland te maken met een geheel vernieuwd systeem. Niet alleen de oefenstof is op de schop genomen, ook de benamingen van de niveaus zijn anders gemaakt. Het systeem bestaat nog steeds uit een voorgeschreven gedeelte en een keuze oefenstof.
Voorgeschreven oefenstof
Om mee te doen aan de wedstrijden georganiseerd door de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) moet je in het jaar dat je gaat deelnemen 9 jaar worden. Je komt dan meteen in de voorgeschreven oefenstof terecht. Tot en met je 12e jaar zul je deelnemen aan wedstrijden met voorgeschreven oefenstof. Elke leeftijd heeft een bepaalde benaming om het binnen de wedstrijdsport overzichtelijk te houden.
- Instap - 9 jaar
- Pupil 1 - 10 jaar
- Pupil 2 - 11 jaar
- Jeugd 1 - 12 jaar
De voorgeschreven oefenstof is ingedeeld in bepaalde niveaus. Er wordt onderscheid gemaakt tussen districtsniveaus, aangeduid met de letter D en nationale niveaus, aangeduid met de letter N. Turnsters op districtsniveau komen alleen uit op regionale wedstrijden en turnsters op nationaal niveau komen zowel op regionale wedstrijden als op landelijke wedstrijden uit. Deze turnsters kunnen bij goede prestaties doorstromen naar de bondskampioenschappen van de KNGU, de Nederlandse kampioenschappen.
In de districtsniveaus en nationale niveaus heb je ook nog variatie in moeilijkheid van de oefenstof. Hoe lager het cijfer achter de letter D of N, hoe hoger het niveau is. In de leeftijdscategorieën van de voorgeschreven oefenstof heb je de volgende niveaus.
- Instap: N1, N2, D1, D2
- Pupil 1: N1, N2, N3, D1, D2, D3
- Pupil 2: N1, N2, N3, D1, D2, D3
- Jeugd 1: N1, N2, N3, N4, D1, D2, D3
Turnsters zijn tijdens de periode dat ze uitkomen in de voorgeschreven oefenstof vrij in welk niveau ze inschrijven. In de leeftijdscategorie Jeugd 1 maak je een definitieve keuze over je verder loopbaan in de turnsport. Na Jeugd 1 is de turnster niet meer vrij om zelf te bepalen welk niveau zij doet.
Keuze oefenstof
Vanaf je 13e levensjaar kom je doormiddel van doorstroming uit de Jeugd 1 terecht in de keuze oefenstof. Ook bij de keuze oefenstof hebben de leeftijdscategorieën allemaal een andere benaming.
- Jeugd 2: 13 jaar
- Junior: 14-15 jaar
- Senior: 16 jaar en ouder
Deze oefenstof is ingedeeld in divisies, waarbij de eerste divisie het hoogst is en de zesde divisie het laagst. De eredivisie behoort niet tot het NTS 2013, dit omdat deze categorie de regels van het FIG volgt. De keuze oefenstof bestaat niet uit vaste oefeningen zoals de voorgeschreven oefenstof, maar uit supplementen. In de supplementen A tot en met H wordt aangegeven waaruit een oefening in de keuze oefenstof allemaal moet bestaan. Deze supplementen zijn opgesteld aan de hand van het FIG.