Schaatsen en schaatsblessures - polsbreuk en kneuzing op ijs
Schaatsen is een blessuregevoelige sport. Vooral schaatsen op natuurijs zorgt voor veel ongevallen. De schaatsers rijden in een scheur, vliegen over de kop, vallen op hun hoofd, rijden in een wak en komen in koud water terecht. Behalve blauwe plekken en botbreuken door de vallen, ligt onderkoeling op de loer wanneer de schaatser door het ijs is gezakt. Maar ook spieren en gewrichten krijgen het voor de kiezen, vooral als die ongeoefend zijn. Je kunt als schaatser maar beter goed beslagen ten ijs komen.
Schaatsen als blessuregevoelige sport
Schaatsen en Blessure
Schaatsen is een prachtige sport, maar uit cijfers blijkt dat het ook een blessuregevoelige sport is. Valpartijen zorgen veelvuldig voor ziekenhuisopnames en die is in de schaatssport tien keer hoger dan bij andere sporten. Dat geldt dan wel voor schaatsen op natuurijs, want dat geeft vaker ongevallen dan schaatsen op kunstijs.
Polsbreuk en Kneuzing
Schaatsers die vallen proberen de val te breken door de armen uit te steken. Valpartijen op natuurijs zijn een grote leverancier van polsbreuken. De klap van de val wordt ook wel opgevangen door de schouder en dan zit de breuk in dat lichaamsdeel. Bijna driekwart van de mensen die na een val met een kneuzing of botbreuk in het ziekenhuis belanden heeft een mankement aan de hand, pols arm of schouder.
Goed beslagen ten ijs komen
Met training kun je een val opvangen, waardoor het blessureleed beperkt wordt. Er zijn speciale valtrainingen die een val op het ijs zo leert op te vangen dat de blessure meevalt. Een echt zware blessure kan dan worden voorkomen. Het is het soort valbreken dat stuntmannen en stuntvrouwen hun stunten kan laten maken zonder dat ze botten breken. Recreatieve schaatsers raken door vallen op het ijs vaker geblesseerd dan topatleten. Topschaatsers komen beter voorbereid op het ijs en zijn soepeler in de spieren.
Plezierschaatsers
Veel plezierschaatser stappen pas op het ijs als het gaat vriezen, zonder training en voorbereiding. Met veel zin om te schaatsen, maar wat stijfjes in de spieren. Een val die dan niet gebroken wordt met de juiste techniek kan lelijk opbreken.
Slechte conditie
Schaatsen kan rugklachten opleveren. Dat kan komen door slecht getrainde spieren van de romp. Als je dan gaat schaatsen worden de spieren lokaal vermoeid. Dat geeft pijn, maar kan verder niet zoveel kwaad. Wanneer de ketens van spieren in de regio van de rug niet goed getraind zijn, ontstaat de vermoeidheid sneller dan bij een getrainde rug.
Core Stability en Rompstabiliteit
Sterke rompspieren zijn nodig om de romp te stabiliseren. Zonder stabiele romp (
core stability) lukt het niet om kracht in de beenafzet te zetten. Bij een lijf dat niet getraind is kan bij de schaatsafzet het bekken scheef gaan zakken, dat weer een extra belasting is voor de rug. Je wordt er extra moe van, want in plaats dat je over het ijs schiet is je lijf bezig met het werken aan stabiliteit. Als je romp stabiel is kun je met minder energie harder schaatsen. Voor schaatsers is het heel belangrijk dat ze stabiliteitsoefeningen doen. Door dat te trainen verbetert zogezegd de communicatie tussen vezels en spieren en heb je minder nodig om meer te bereiken.
Balanstraining
Als voorbeeld: wie de balans goed heeft getraind – en de resultaten laten zich al na een paar weken zien – gebruikt om hetzelfde te bereiken bij wijze van spreke vijf in plaats van tien vezels en dat betekent dat hij het twee keer zo lang vol kan houden.
Schaatshouding
Schaatsers kunnen last van hun rug krijgen door de schaatshouding die ze aannemen op het ijs. Het is een extreem gebogen houding die zorgt voor meer spanning op de gewrichten, wel anderhalf tot twee keer zoveel dan wanneer je rechtop staat. Die houding is een aanslag op de tussenwervelschijven, de schokbrekers van de rug. In de gebogen houding krijg je puntdruk in de tussenwervelschijf en dat kan pijn veroorzaken. Bij extreme puntdruk kan er zelfs een hernia ontstaan, die een doof gevoel geeft aan de benen.
Bindweefselstrek
De pijn in de rug van schaatsers komt doorgaans door de strek van het bindweefsel. Die pijn is verdwenen zodra de schaatser rechtop gaat staan.
IJs is hard
IJs is hard en een val kan hard aankomen. Gemeen zijn de scheuren die je niet op tijd ziet, waardoor de smak op het ijs onverwacht is. De knieën en heupen vangen de eerste klap op, want het zijn de schokbrekers voor het lijf. De botkneuzingen die door een val kunnen ontstaan zijn pijnlijk. Het advies is om bij na dergelijke vallen, wanneer er niets gebroken is, te blijven bewegen.
Blauwe plekken
De val kan ook resulteren in bauwe plekken. Dan is er een spier gekneusd en is er schade ontstaan aan de vaten. Soms is de spier zelf beschadigd. Bij een egaal blauwe plek is er niet zoveel aan de hand. Het is pijnlijk, je wordt een beetje stijf, maar verder kun je functioneren als altijd. Je kunt de klap incasseren en beschouwen als risico van de sport en je kunt je ook indekken door knie- en heupbeschermers te gaan dragen.
Preventie en oefeningen
Om blessures te voorkomen kun je
een aantal tips ter harte nemen. Ook kun je werken aan je conditie en dan vooral aan je rompstabiliteit. Dat is niet alleen goed voor je stabiliteit op het ijs, maar dat is goed voor je houding en conditie bij alles wat je doet.
Er zijn verschillende oefeningen te doen om je rompstabiliteit te trainen:
- Bruggetje – op je rug liggen en dan de billen omhoog duwen
- crunches – op je rug liggen en met je bovenlichaam naar je knieën bewegen
- plank – op je buik, steunend op je onderarmen, lichaam uitstrekken
- beenhef – op je rug liggen en benen omhoog strekken
- opdrukken
- puppyhouding – op je knieën en op je handen met gestrekte armen en strekt linker been en rechter arm uit en daarna rechter been en linker arm
- superman – op je buik met benen en armen los van de grond
Lees verder