Raleigh (1974-1983), beste Nederlandse wielerploeg ooit
Door de jaren heen heeft Nederland mooie wielerprestaties geleverd. Maar meestal in de schaduw van de grotere wielerlanden zoals België, Italië, Frankrijk en Spanje. Echter tien jaar lang domineerde het Nederlandse wielrennen. Eind jaren 70 en begin jaren 80 wonnen de Nederlanders alles wat er te winnen viel. Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper, Jan Raas, Gerrie Knetemann, Gerben Karstens en Johan van der Velde waren erg succesvol in de Raleigh-ploeg onder leiding van Peter Post.
Beginperiode
Als wielrenner was Peter Post redelijk succesvol op de weg (Nederlands kampioen en winnaar Parijs-Roubaix) en won op de baan veel (65 zeges in de Zesdaagse). Echter, na zijn actieve loopbaan begon hij in 1974 een wielerploeg met als sponsor Raleigh. Het volgende decennium zou deze ploeg het internationale wielrennen gaan domineren. Maar in het eerste jaar waren de successen weinig opvallend van de Nederlands-Engelse ploeg, veelal op de baan. In het tweede seizoen kwamen er twee potentiële topwegrenners naar de ploeg: de Duitser Dietrich Thurau en de Nederlander Jan Raas, want Peter Post nam geen genoegen met een bijrol. Maar de echte slag maakte de ploeg in 1976. In de beginjaren pushte de sponsor nog Engelse renners te contracteren en op te stellen. In 1976 was daar niks meer van te merken en kreeg de ploeg weer een kwaliteitsinjectie door middel van Gerrie Knetemann, Gerben Karstens en Hennie Kuiper. De laatste pakte de eerste echte grote overwinning voor de Raleigh-ploeg door de Ronde van Zwitserland op zijn naam te schrijven.
Verder debuteerde de “Ploeg Post” in de Tour de France en deed meteen van zich spreken. Kuiper won de vierde etappe, Karstens won in Bordeaux en de slotetappe in Parijs. Verder pakte men de overwinning in de ploegentijdrit. Dit kunstje werd de specialiteit van de ploeg. Maar het was niet alleen koek en ei binnen de ploeg. Jan Raas wilde een meer beschermende rol in eendagskoersen, maar Post kon/wilde hem die (nog) niet geven. De koppige Raas vertrok. Verder ergerden diverse renners zich aan “kopman” Thurau die te weinig werk zou verrichten, te veel aan zijn eigen belang zou denken en desondanks geen grote koersen kon winnen. Ondanks alles was Thurau de oogappel van ploegleider Post en tevens de eerste Raleigh-rijder die de gele trui droeg.
Het vertrek van Thurau, de terugkeer van Jan Raas en met nieuwkomers Cees Priem en Johan van der Velde kon de Raleigh-ploeg zich tot de absolute wereldtop rekenen. Verder werd de aanpak van Post steeds professioneler. Teambesprekingen, tactisch rijden, als ploeg koersen en niet als eenlingen. Bovendien wierp het vruchten af doordat er succes werd geboekt; het wereldkampioenschap van Knetemann in 1978 en van Raas in 1979 zijn hoogtepunten. Hiermee zijn ook de twee wegkapiteins genoemd. De mannen die de “baas” waren in de ploeg plus een buitengewoon goed koersinzicht bezaten.
Tour de France 1980
Echter, de grote droom van Post, het winnen van de Tour de France, was hem nog niet gelukt. Zeker door het vertrek van Hennie Kuiper eind 1978 had Raleigh geen ronderenner met voldoende kwaliteit. Het vertrek van Kuiper had mede te maken met het feit dat de man uit Twente niet altijd goed kon omgaan met de harde mentaliteit van de ploeg. Om de Tour te winnen werd in 1980 de beste Nederlandse wielrenner ooit gecontracteerd: Joop Zoetemelk. Het zou een onovertroffen succesjaar worden.
De samenstelling van de Tourploeg 1980 was als volgt: Zoetemelk, Knetemann, Lubberding, Oosterbosch, Priem, Pronk, Raas, Van der Velde, Van Vliet, Wellens. De ploeg domineerde de Ronde van Frankrijk, zoals geen enkele ploeg dat ooit had gedaan. Maar liefst acht etappes werden gewonnen plus tweemaal de ploegentijdrit. Het puntenploegenklassement werd behaald, toptalent Johan van der Velde pakte de witte trui en Joop Zoetemelk werd de tweede Nederlandse Tourwinnaar, na Jan Janssen in 1968.
Einde van de ploeg
Het jaar 1981 werd een grote teleurstelling, met name door de Tour de France waarin Joop Zoetemelk vierde werd. Alleen Jan Raas boekte met Parijs-Tours een aansprekend resultaat. Eind van het jaar vertrok Zoetemelk min of meer om dezelfde reden als Kuiper (harde sfeer). Johan van der Velde werd naar voren geschoven als kopman, maar dat kon hij net niet aan, ondanks zijn derde plaats in Parijs. Er kwam ook kritiek op de aanpak van Post, maar de ploeg bleef grotendeels bijeen. Ook 1982 was geen geweldig jaar voor de ploeg.
In 1983 barstte uiteindelijk de bom. Jan Raas was aan zijn laatste jaar bezig als wielrenner en leefde al een tijd op ge-spannen voet met zijn ploegleider. Raas wilde een eigen ploeg beginnen als ploegleider en had enige ploeggenoten benaderd om met hem mee te gaan. Enkele zegden toe, andere wilden bij Post blijven. Maar Raleigh had aangekondigd ook te stoppen met sponsoring. Eind 1983 kwam het succesverhaal ten einde. Post ging verder met een nieuwe sponsor (Panasonic) en ploeg. Raas begon zijn eigen ploeg. Helaas kwamen de ongekende successen van de Raleigh-ploeg niet meer terug.
Belangrijkste prijzen
- Tour de France: 1980 (Zoetemelk)
- Ronde van Vlaanderen: 1979, 1983 (Raas)
- Parijs-Roubaix: 1982 (Raas)
- Parijs-Tours: 1978 (Raas), 1981 (Raas)
- Amstel Gold Race: 1978, 1979, 1980, 1982 (Raas)
- Wereldkampioenschap: 1978 (Knetemann), 1979 (Raas)
- Parijs-Nice: 1978 (Knetemann)
- Ronde van Romandië: 1978 (Van der Velde)
- Ronde van Zwitserland: 1976 (Kuiper)
- Winnaar wereldbeker teams: 1979, 1982, 1983
- 905 zeges waarvan 56 touretappes
Belangrijkste wielrenners
- Jan Raas: 130 zeges (1975-1976, 1978-1983)
- Gerrie Knetemann: 108 zeges (1976-1983)
- Johan van der Velde: 53 zeges (1978-1983)
- Dietrich Thurau: 52 zeges (1975-1977)
- Henk Lubberding: 47 zeges (1977-1983)
- Bert Oosterbosch: 38 zeges (1979-1981, 1983)
- Leo van Vliet: 37 zeges (1979-1983)
- Cees Priem: 29 zeges (1978-1983)
- Joop Zoetemelk: 29 zeges (1980-1981)
- René Pijnen: 28 zeges (1974-1977)
- Ludo Peeters: 25 zeges (1981-1983)
- Roy Schuiten: 21 zeges (1974-1975)
- Gerben Karstens: 17 zeges (1976-1978)
- Hennie Kuiper: 14 zeges (1976-1978)
- Jacques Hanegraaf: 12 zeges (1981-1983)
Lees verder