Atletiek: meerkamp, de vijf- en zevenkamp bij de dames
Tijdens de "grote" atletiekwedstrijden (EK, WK en Olympische Spelen) is de meerkamp een atletiekonderdeel bij de dames. De meerkamp is wellicht het zwaarste onderdeel in de damesatletiek, waarbij er over één of twee dagen verspreid een aantal geheel verschillende onderdelen worden uitgeoefend. Het onderdeel is te vergelijken met de meerkamp bij de mannen. De winnaar is de atlete die na het afsluitende onderdeel de meeste punten heeft weten te verdienen. In het zomerseizoen wordt er een zevenkamp gehouden, in het indoorseizoen in de winter vindt er een vijfkamp plaats.
Inhoudsopgave
Onderdelen van de meerkamp
Zevenkamp
Zoals de naam al doet vermoeden wordt er tijdens de zevenkamp gestreden op zeven verschillende onderdelen. Deze onderdelen zijn zo gekozen dat een atlete goed moet zijn in elk onderdeel om een hoog puntentotaal te scoren. De atletes moeten goed zijn in elk onderdeel van de atletiek (snelheid, kracht en uithoudingsvermogen). De meeste atletes hebben wel een beter en een minder onderdeel, maar het gaat er juist om die onderdelen zo te combineren zodat ze over zeven onderdelen een zo goed mogelijke prestatie weten te leveren. De zeven onderdelen waarin wordt gestreden om de punten zijn, in chronologische volgorde:
Dag 1
- 100 meter horden
- Hoogspringen
- Kogelstoten
- 200 meter hardlopen
Dag 2
- Verspringen
- Speerwerpen
- 800 meter hardlopen
De vijfkamp
In tegenstelling tot de zevenkamp bestaat de vijfkamp, zoals de naam al doet vermoeden, uit slechts vijf onderdelen. Wel is het grote verschil met de zevenkamp dat deze vijf onderdelen niet in twee dagen maar in slechts één dag worden uitgeoefend. De vijf onderdelen waarin wordt gestreden om de punten zijn in, chronologische volgorde:
- 60 meter horden
- Hoogspringen
- Kogelstoten
- Verspringen
- 800 meter
Aangepast reglement
Tijdens deze onderdelen gelden de normale regels, zoals ze ook bij de afzonderlijke onderdelen zouden gelden. Echter zijn er een paar uitzonderingen:
- Loopnummers: anders dan bij de afzonderlijke loopnummers mag er hier wel een valse start gemaakt worden door de atletes, een tweede valse start betekent wel diskwalificatie!
- Werpnummers: hier hebben de atletes, in tegenstelling tot de afzonderlijke onderdelen, niet een totaal van zes maar slechts drie pogingen om een goede score neer te zetten.
- Verspringen: hier hebben de atletes, in tegenstelling tot de afzonderlijke onderdelen, niet een totaal van zes maar slechts drie pogingen om een goede score neer te zetten.
Puntenberekening
Voor de leek is het vaak geheel onduidelijk hoe de punten precies worden berekend. Voor de berekening worden twee wiskundige formules gebruikt. Dit zijn:
- Baanonderdelen: Punten = A*(B-P)C
- Veldonderdelen: Punten = A*(P-B)C
P staat hierin voor de prestatie van de atleet in seconden (baan) of meters (veld). Kijk voor de waarden van A, B en C in onderstaande tabel. Deze verschillen per discipline:
Onderdeel | Basisscore (A) | Basis prestatie (B) | Machtsverheffing (C) |
100 meter horden (baan) | 9,23076 | 26,7 | 1,835 |
60 meter horden (baan - alleen indoor) | 20,0479 | 17,0 | 1,835 |
Hoogspringen (veld) | 1,84523 | 75 | 1,348 |
Kogelstoten (veld) | 56,0211 | 1,5 | 1,05 |
200 meter (baan) | 4,99087 | 42,5 | 1,81 |
Verspringen (veld) | 0,188807 | 210 | 1,41 |
Speerwerpen (veld) | 15,9803 | 3,8 | 1,04 |
800 meter (baan) | 0,11193 | 2,54 | 1,88 |