Leren schaatsen: enkele tips en trucjes
In Nederland is het bijna een nationale sport, in België iets minder. Toch is het iets wat heel veel mensen doen in de winterperiode: schaatsen. Op natuurijs of op een piste, het is een leuke bezigheid. Je kan het alleen, in groep of in familieverband doen. Maar hoe begin je er in godsnaam aan? Enkele tips en trucs.
Schaatsen, een leuke bezigheid
Met schaatsen kan je niet vroeg genoeg beginnen. Hoe jonger je bent, hoe minder bang je bent om te vallen. Natuurlijk zal je in het begin geen sterschaatser zijn, hoe oud je ook bent. Pirouettes maken zal er niet bij zijn. Maar ook rustig over het ijs zoeven kan heel plezierig en ontspannend zijn. Je kan het alleen doen, in groep of met de familie. Het is immers een bezigheid voor jong en oud, dus zowel oma en opa als de kleinste van vier kunnen mee. Het is ook een tamelijk goedkope sport. Op natuurijs kost het je niets, je hebt alleen schaatsen nodig. Een paar schaatsen kost tussen de 50 en de 500 euro, alnaargelang het model en het type. Maar je kan ze ook vaak tweedehands kopen voor een prikje. Vooral voor kinderen is dit misschien beter, omdat ze er snel zullen uitgroeien. Volwassenen kunnen een heel leven doen met een paar schaatsen. Regelmatig laten slijpen is het enige dat je dan moet doen. Ook op een piste vallen de prijzen best mee. Voor een uur betaal je tussen 2 en 6 euro, afhankelijk van de plaats. Voor de huur van de schaatsen betaal je zo'n 1 à 3 euro. Dus als je goed zoekt, kan je voor 3 euro in totaal een uurtje plezier maken! Wat je ook zeker moet meenemen is een goed paar handschoenen. Op vele schaatspistes is het dragen van handschoenen trouwens verplicht. Het dragen van handschoenen beschermt je niet alleen tegen de kou, het beschermt je ook wanneer je valt en er een andere schaatser per ongeluk over je hand zou schaatsen. Draag ook altijd lange mouwen en een lange broek, dit om dezelfde redenen.
De juiste maat
Wanneer je ijsschaatsen aantrekt, kan je best een maatje groter dan je normale schoenmaat nemen. Je hebt immers al dikkere sokken aan en je voet mag niet te krap zitten. Anders heb je al snel blaren op je voeten of pijn. En dan geef je al snel op, want schaatsen met stramme of pijnlijke voeten is niet leuk! Daarom zie je ook zo veel mensen die regelmatig gaan zitten en pijnlijke gezichten trekken. Betalen om 3/4 van de tijd op een bankje te zitten is ook maar niets! Belangrijk is ook om de schaatsen goed strak vast te maken op het onderbeen. Je been mag niet te veel in de schaats bewegen en moet goed vast zitten. Anders sloddert de schaats en dan kan je niet goed schaatsen. Een schaats is eigenlijk als een goede wandelschoen. Hoe beter de schaats rond voet en been zit, hoe beter het schaatsen zal gaan.
Een kwestie van evenwicht
Net zoals bij skeeleren is ook bij ijsschaatsen het evenwicht erg belangrijk. Trek je schaatsen aan en wen even aan het gevoel. Op een dun latje staan en rondlopen is toch wel even iets anders dan op een stevige schoen. Loop even rond op de begane grond. Ben je dat gewoon, dan kan je het ijs op. Voorzichtig met het afstapje, want daar laten velen zich al aan vangen! Hou je goed stevig vast aan de reling, want ijs is nu eenmaal glad! Sta je eenmaal op het ijs, blijf je dan vasthouden aan de reling en schuiffel een beetje opzij, in de schaatsrichting mee, naar rechts dus. Iedereen wil zo snel mogelijk op het ijs en aan de uitgang is het dus altijd drummen en duwen. En dat kan je als beginner wel missen!
Zachtjes aan beginnen
Probeer nu gewoon te lopen op het ijs, je nog steeds vasthoudend aan de reling. Dit is veiliger dan iemand anders een hand geven. Een beginner heeft veel last van evenwichtsproblemen en dus valt hij ook sneller dan iemand die het schaatsen wat gewoon is. En als de beginner dan iemand anders vast heeft, lig je dikwijls met twee op de grond. Loop rustig een rondje rond de piste, de reling vasthoudend. Voel je dat het begint te gaan, dan kan je beginnen schuiven. Om te glijden zet je af met één voet en schuif je op de andere voet een eindje verder. Daarna zet je af met die voet en schuif je verder op de andere voet. Buig hierbij een beetje door de knieën en hel het bovenlichaam lichtjes naar voor. Voel je je nog zekerder, dan kan je de reling loslaten en rustig op een halve meter van de reling je eerste pasjes zetten. In de hoeken van de piste is het meestal rustig, daar kan je dus een beetje oefenen. Op sommige ijspistes hebben ze voor kleine kinderen en beginners stoeltjes of krukjes. Zo kan je steunen op het stoeltje met je handen en zo verder glijden.
Glijden maar
Je zal voelen dat het steeds beter begint te gaan en dat je rustig kan rondschaatsen. Wanneer je voelt dat je gaat vallen, begin dan zeker niet wild met je armen en benen te slaan, maar probeer rustig je evenwicht terug te zoeken. Grijp de reling vast en herstel je evenwicht. Daarna kan je weer verder. Als je dan toch moet vallen, tracht dan naar voren te vallen. Je kan zo je val breken door op je handen te steunen. Tracht het vallen op je knieën te vermijden, want daar kan je flink blauwe knieën aan overhouden! Tracht ook te vermijden dat je naar achter valt. Op je achterste vallen kan flink pijn doen aan je staartbeentje, maar als je op je hoofd valt, is het nog erger! Val je, trek dan zo snel mogelijk je armen en je benen in. Zo kan er al niemand over vallen. Daarna krabbel je onmiddellijk recht. Ben je dicht bij de reling, grijp dan de reling vast. Ben je verder weg, ga dan op je knieën zitten, zet dan een schaats en daarna de andere. Of laat je door iemand rechthelpen. Blijf niet zitten, want er zijn altijd snelheidsduivels of andere beginners op de piste en wanneer ze je niet kunnen ontwijken, kan je je flink pijn doen! Tracht zelf altijd voor je te kijken en niet naar je voeten. Zo kan je anticiperen wanneer er iemand valt of dreigt te vallen. Wanneer je het schaatsen onder de knie hebt, is het een kwestie van oefenen. Je zal steeds meer zelfzekerheid verwerven. Eens je stevig op het ijs staat, kunnen andere mensen je kunstjes leren, zoals achteruit schaatsen, eenvoudige figuren maken, op een rijtje schaatsen, etc. Dan pas zal je beseffen hoe leuk schaatsen wel is! Op sommige plaatsen organiseren ze ook wel eens discoschaatsen. Je kan dan schaatsen op je favoriete muziek.
Stoppen
Om te stoppen zijn er verschillende technieken. Sta je dicht tegen de reling, dan neem je gewoon de reling vast. Sommige snelheidsduivels laten zich ook met grote snelheid tegen de reling knallen om te stoppen. Niet echt gezond voor de knieën, die geregeld tegen de reling gaan op die manier! Je kan stoppen door de punten van je schaatsen vooraan naar elkaar toe te brengen. Of je kan stoppen zoals bij het skieën, namelijk door je twee voeten parallel naast mekaar te zetten en schuin af te remmen.
Een bocht nemen
In de bocht kan je gewoon doorschaatsen. Dit is het veiligste wanneer je pas begint te schaatsen of wanneer je je niet erg zeker voelt. Heb je het schaatsen wat beter onder de knie, dan kan je je wagen aan de "overstap" of het "pootje". Hierbij zet je af met je rechterbeen en in de bocht zet je je rechtervoet langs binnen over je linkervoet. Zo verlies je geen snelheid en na deze beweging schaats je gewoon weer verder.
Op een piste of op natuurijs?
Op natuurijs schaatsen is natuurlijk veel leuker. Je bent buiten en je bent vrij. Je kan lekker genieten van de natuur op die manier. Hier moet je dan wel even opletten voor dingen die uit het ijs zouden kunnen steken. Een tak bijvoorbeeld. Zie je hem niet, dan kan je een flinke smak maken! Je kan alleen gaan schaatsen en dan kan je natuurlijk flink wat snelheid maken. Maar ook op een plas zal er niet al te veel volk zijn. Je bent dus eigenlijk geruster dan op een ijspiste. Nadeel is dat het dan al flink koud moet zijn en dat je er zeker van moet zijn dat het ijs stevig genoeg is. En dat gebeurt spijtig genoeg niet al te vaak in onze contreien. Op een ijspiste kan je natuurlijk gaan schaatsen wanneer je wil. Dat is het grote voordeel. Ben je met een groep vrienden en wil je een leuke namiddag doorbrengen, dan ga je gewoon naar de ijspiste. Nadeel is dat er flink veel volk kan zijn en dat je niet erg snel zal kunnen schaatsen. Je zal ook extra moeten opletten wanneer je valt of wanneer er mensen voor je vallen. Een ander nadeel is dat het ijs na een uurtje vol groeven zit en vol los ijs ligt. Dat bevordert het schaatsen natuurlijk ook niet echt. Gelukkig wordt de ijspiste regelmatig schoongeveegd en wordt het ijs terug gladgestreken.
Wat houd je nu nog tegen? Wacht niet langer en geniet van een ontspannende bezigheid!