De verschillen tussen minivoetbal en veldvoetbal
In Vlaanderen bestaat er naast veldvoetbal en zaalvoetbal ook nog een andere sport, namelijk minivoetbal. Minivoetbal wordt voornamelijk in Oost- en West-Vlaanderen gespeeld en wordt gespeeld in een sporthal met 5 tegen 5 spelers. De spelregels van minivoetbal zijn grotendeels gelijk aan deze van veldvoetbal. Toch zijn er een aantal belangrijke verschillen.
5 tegen 5 in plaats van 11 tegen 11
Het woord zegt het natuurlijk zelf, minivoetbal is een kleinere versie van het gewone voetbal of veldvoetbal. In minivoetbal wordt er niet 11 tegen 11 gespeeld, maar wordt er 5 tegen 5 gespeeld. Dit gebeurt natuurlijk ook op een kleiner terrein. Nog een verschil is dat minivoetbal indoor wordt gespeeld in een sporthal.
Keeper
Bij veldvoetbal mag de keeper de bal met de hand nemen binnen het keepersvak. Bij minivoetbal mag dit niet. Hij mag dus enkel het doel verdedigen met zijn lichaam zonder de armen te gebruiken. De goalen bij minivoetbal zijn wel een stuk kleiner dan deze bij veldvoetbal.
Wissels
Bij veldvoetbal kan een trainer maximum drie wissels doorvoeren tijdens de wedstrijd. Bij minivoetbal zijn er maximum ook drie wisselspelers, maar deze mogen gedurende de wedstrijd continu wisselen. Dus als een bepaalde minivoetballer een vermoeiende inspanning heeft geleverd, kan hij direct gewisseld worden. Deze wissels mogen worden doorgevoerd op fases waarbij het spel stil ligt, maar dit mag ook tijdens het spel.
Timing
Bij veldvoetbal wordt er twee keer 45 minuten gespeeld. Bij minivoetbal wordt er vier keer 13 minuten gespeeld.
Contactloze sport
Minivoetbal is een contactloze sport en veldvoetbal is een contactsport. Concreet betekent dit dat als een minivoetballer een andere minivoetballer aanraakt, het in principe direct fout is. Als extra regel geldt ook dat een minivoetballer geen hakje mag uitvoeren, vanwege het feit dat hij een tegenstander zou kunnen raken.
Kaarten
In minivoetbal zijn er, net als in het gewone voetbal, gele en rode kaarten. Deze kaarten hebben in minivoetbal wel een andere betekenis. Een gele kaart is bij beide sporten hetzelfde. Deze geldt als een waarschuwing bij vuil of gevaarlijk spel. Een rode kaart heeft in principe ook dezelfde betekenis. Dat wil zeggen dat de speler direct wordt uitgesloten van het spel wegens een te zware overtreding of wangedrag. Aangezien minivoetbal een contactloze sport is, komt een rode kaart binnen de sport maar zelden voor. Tot hier zijn de verschillen tussen de twee sporten beperkt. Maar nu komt het grootste verschil. Het is namelijk zo dat het krijgen van twee keer geel in het veldvoetbal gelijk staat aan een rode kaart. Dit is in het minivoetbal niet zo. Twee keer een gele kaart, blijft gewoon twee keer een gele kaart, en is een minder erge bestraffing dan een rode kaart. Bij een rode kaart wordt de speler direct uitgesloten en moet het team verder met vier spelers. Bij twee keer een gele kaart wordt de speler ook uitgesloten van het spel, maar mag het team verder spelen met vijf spelers. Dus door een eenvoudige wissel door te voeren kan het team weer voltallig verder spelen.
Voordelen minivoetbal
Het spelen van minivoetbal heeft wel enkele voordelen. Eerst en vooral is er minder materiaal nodig. Minivoetbal wordt gespeeld in een sporthal, die relatief goedkoop is af te huren voor een uurtje. Voor veldvoetbal is er natuurlijk een volledig voetbalveld nodig met gezond gras. Dit heeft natuurlijk een prijskaartje. Nog een voordeel is dat minivoetbal een contactloze sport is, en in principe dus ook een veiligere sport. De kans op blessures liggen beduidend lager hierdoor. En als laatste kan gesteld worden dat minivoetbal het voordeel heeft dat het met minder spelers wordt gespeeld. Bij veldvoetbal staan er 22 spelers op het veld, en maar 1 speler kan de bal hebben. Daardoor moet er bij veldvoetbal veel meer gelopen worden zonder bal, en zijn de momenten met bal veel schaarser. Bij minivoetbal is het percentage individueel balbezit veel hoger vanwege het lagere aantal spelers op het veld.