De meest vermaledijde Nederlandse voetballers
Nederland is in het buitenland bekend vanwege zijn grote voetballers. Cruijff, Neeskens, Rensenbrink, Gullit, Bergkamp, van Nistelrooij, Robben en Sneijder zijn slechts enkele uit een lange lijst van spelersnamen, die overal genoemd worden. Maar er is ook een keerzijde aan deze medaille in de vorm van vermaledijde voetballers, wiens loopbaan voortijdig tot een einde kwam door blessures, ziekte of zelfs de dood.
Het auto-ongeluk van Tonny van Leeuwen
Tonny van Leeuwen (1942-1971) was één van de grootste keeperstalenten van zijn tijd. Achter de grote Eddie Pieters Graafland speelde hij twee keer voor het Nederlands elftal. In clubverband speelde hij voor o.a. Sparta en GVAV. In het seizoen 1969-70 was hij met zeven doelpunten tegen de minst gepasseerde doelman, waarvoor hij op 14 juni 1971 een prijs ontving. Na die ceremonie kwam hij tijdens de rit naar huis frontaal in botsing met een vrachtwagen, waarschijnlijk omdat hij achter het stuur in slaap was gevallen.
Willy Dullens, afgekeurd op zijn drieëntwintigste
Willy Dullens (1945) debuteerde in 1963 voor Sittardia, een club, die in die seizoenen zweefde tussen de Eerste Divisie en de Eredivisie. In 1966 was hij de eerste Nederlandse speler, die tot voetballer van het Jaar werd uitgeroepen zonder op dat moment in de Eredivisie uit te komen. In die tijd debuteerde hij in het Nederlands elftal. Kenners waren het erover eens dat hij een nog groter talent was dan Johan Cruijff. Echter, in het seizoen 1966-67 werd Dullens geveld door een zware blessure aan zijn kniebanden. In 1968, slechts drieëntwintig jaar oud, werd hij definitief afgekeurd. Hij speelde daardoor maar vier interlands.
Het gebroken hart van Nico Rijnders
Nico Rijnders (1947-1976) debuteerde in 1965 in de Eredivisie voor NAC en in 1969 voor het Nederlands elftal. In dat jaar werd hij ook door landskampioen Ajax gecontracteerd. Daarmee won Rijnders in 1971 de Europa Cup I. Na dat seizoen vertrok hij naar FC Brugge, waar hij op 12 november 1972 tijdens een wedstrijd tegen Luik plotseling in het veld in elkaar zakte. Als gevolg daarvan werd hij uiteindelijk afgekeurd voor het betaalde voetbal. Daarna kreeg Rijnders financiële problemen en raakte hij aan de drank. Zijn echtgenote verliet hem. In 1976 overleed hij aan dezelfde hartkwaal, die hem al vier jaar lang van het veld had gehouden.
Jan Mulder, knieproblemen
Jan Mulder (1945) werd al vroeg ontdekt door Anderlecht, waar hij van 1965 tot 1972 zou spelen. Met die club werd hij vier maal landskampioen en éénmaal topscorer van de Belgische Eerste klasse. In de lente van 1972 werd hij als versterking door Ajax aangetrokken, na een tijdje van geharrewar met Feijenoord, die ook in hem geïnteresseerd was. In 1973 nam hij deel aan het winnen van de derde Europa Cup I van die club, maar hij heeft er nooit echt kunnen overtuigen. Dit had vooral te maken met een steeds weer opspelende knieblessure, die hem niet zo lang daarna vroegtijdig zijn carrière deed beëindigen.
Willy van der Kuijlen, in de schaduw van Johan Cruijff
Willy van der Kuijlen (1946), of 'Skiete Willy', speelde tussen 1964 en 1981 voor PSV en won met die club drie landskampioenschappen en één UEFA beker. Met 311 doelpunten is hij nog altijd de topscorer aller tijden van de Eredivisie. Ondanks dit hoge aantal doelpunten heeft zijn loopbaan bij Oranje altijd in de schaduw gestaan van Johan Cruijff. Op het WK van 1974, waar Nederland onder leiding van Rinus Michels de finale verloor tegen West-Duitsland, was hij niet geselecteerd. Cruijff en Neeskens aan de ene kant en Van der Kuijlen en de toenmalige PSV doelman Jan Van Beveren aan de andere konden elkaar niet best velen. De keuze van de bondscoach was echter gauw gemaakt. Daardoor speelde waarschijnlijk één van de grootste aanvallers, die Nederland gekend heeft, slechts 22 interlands en heeft hij nooit de internationale erkenning gekregen, die hij zeker verdiende.
De hersenen van Rob de Wit
Rob de Wit (1963) debuteerde in het seizoen 1982-83 voor FC Utrecht in het betaalde voetbal. In 1984 vertrok hij naar Ajax, waarna hij in mei 1985 debuteerde voor Oranje. Een grote carrière lag in het verschiet, maar in de zomer van 1986 kreeg de Wit tijdens een vakantie in Spanje opeens een hersenbloeding. Na een behandeling in Zweden werd al gauw duidelijk dat hij nooit meer op het hoogste niveau zou spelen (foto boven).
Het gefrustreerde hoogtepunt van Marco van Basten
Niemand weet hoe groot Marco van Basten (1964) werkelijk als voetballer zou zijn geweest als hij niet vroegtijdig zijn carrière had moeten beëindigen na jarenlang tegen blessures te hebben gestreden. Van Basten won bijna alles wat er te winnen was (een EK voor landenteams in 1984, drie Europa Cups I met AC Milaan, drie keer de Gouden Bal en een Europa Cup II met Ajax). Toch kan je je afvragen tot welke hoogte hij zou zijn gestegen als hij niet vanaf 1992 lichamelijke problemen had gehad, die hem zeer regelmatig van het veld hielden en zijn vorm zeker niet ten goede kwamen. Daarbij moet rekening worden gehouden met dat zijn leeftijd van dat moment algemeen wordt beschouwd als het hoogtepunt van iedere voetballer.
Danny Hesp, slachtoffer van een zeer zware overtreding
Danny Hesp (1969) was de jongere broer van doelverdediger Ruud Hesp en werd al vroeg beschouwd als een groot talent. Op zijn achtiende debuteerde hij bij de hoofdmacht van Ajax. Tegen Fc Den Bosch liep hij echter in datzelfde seizoen al een zeer zware beenblessure op na een lelijke overtreding van Fred van der Hoorn. Daarna zou hij nooit meer op zijn oude niveau terugkomen.
Nouri, hartstilstand tijdens een oefenwedstrijd
Vanaf zijn zevende speelde Abdelhak Nouri (1997) in de jeugd van Ajax. Daar werd hem al vroeg een grote toekomst voorspeld. Toch debuteerde hij pas op zijn negentiende in het eerste, tijdens de met 5-0 gewonnen KNVB-beker wedstrijd tegen Willem II. Dat seizoen zou hij echter vooral voor Jong Ajax uitkomen met als beloning voor zijn dominante spel de Gouden Stier voor de beste voetballer van de Eerste Divisie. Het seizoen daarop moest dus zijn doorbraak worden. Helaas liep dat anders, want in het voorseizoen -op 8 juli 2017- verloor Nouri tijdens een oefenwedstrijd tegen Werder Bremen plotseling het bewustzijn. Hij diende per helikopter naar Innsbruck te worden gevlogen. Daar bleek in het ziekenhuis dat Nouri hartritmestoornissen had gehad, met als gevolg een hartstilstand, en werd hij kunstmatig in coma gehouden. Enkele dagen later werd bekendgemaakt dat hij ten gevolge van te weinig zuurstoftoevoer tijdens deze hartstilstand ernstige en blijvende hersenschade had opgelopen. Daardoor functioneerde een groot deel van zijn hersenen niet meer.
Aan een zijden draadje, maar toch een gelukkig einde
Slecht weinigen weten misschien nog dat de carrière van één van de beste linksbuitens aller tijden, Piet Keizer (1943), toen hij nog maar net éénentwintig jaar oud was, na een kopduel tijdens een wedstrijd tegen DWS aan een zijden draadje heeft gehangen. Daardoor kwam hij in een coma terecht, waarvan gevreesd werd dat hij er niet meer uit zou komen. Vanwege een schedelbreuk en een bloedprop tegen het hersenvlies aan, moest hij dringend geopereerd worden. Daarna kwam echter alles toch nog goed en zou hij ertoe in staat zijn om zo'n negen maanden later opnieuw in het eerste van Ajax aan te treden. De gevolgen zijn bekend.
Lees verder