Zeilen: Reven in theorie
Het zeiloppervlak van een zeilschip is ontworpen voor matige wind. Als er te weinig wind staat, zou de boot veel meer zeil kunnen voeren en voor een sterkere wind is het gebruikelijke oppervlak te groot. Staat er té veel wind, gaat men reven.
Reven wil zeggen het zeiloppervlak verkleinen. De winddruk op het zeil wordt kleiner, dus de boot gaat minder scheef. De loefgierigheid wordt door het reven ook geringer. Daardoor hoeft u minder te sturen en dus minder te remmen. De boot loopt waarschijnlijk sneller in plaats van langzamer, behalve vóór de wind.
Vele zeilers willen niet reven, dit vanwege schaamte en onkunde. Maar ook op het feit dat bij het reven met een rolrif kans op beschadiging van het grootzeil ontstaat, doordat de roller van de schootring door het zeil drukt.
Het rolrif
Een grootzeil dat een rolrif heeft, reeft u door middel van het oprollen van het zeil door draaiing van de giek, deze kan losgemaakt worden van de mast. Aan de achterkant zit een wervel en de grootschoot is meestal met een schootring bevestigd, dus de giek kan vrij draaien. Verder is er nog kans, dat het achterlijk in gereefde staat uitscheurt omdat het niet zo ver door het lijkentouw versterkt is. Ook gaat de giek na het reven wel eens ‘raar’ zitten. Een zogenaamde patentrif heeft veel kans op een defect. Dit is een mechaniekje om de giek te laten draaien. Een nieuw zeil kan door het reven grondig uit zijn vorm raken en dus bederven.
Het bindrif
Een ander systeem van reven is het bindrif. Dit wordt vooral op grotere jachten en rond- en platbodems toegepast. Met een bindrif reeft men door een nieuwe hals- en schoothoek te kiezen op bijvoorbeeld een halve meter boven de oorspronkelijke. Hiervoor is een kousje, een versterkt gaatje, in vóór- en áchterlijk aangebracht. Bij de halshoek pikt u op een rondjacht hier de zogenaamde halstalie in: bij een scherp eind neemt u een eindje touw of een sluiting om dat kousje op de giek te binden. Bij de schoothoek gebruikt u een lijntje, dat
steekbout heet.
Het stuk zeil tussen oud en nieuw onderlijk wordt achteraf losjes samengebonden zodat dit deel er niet meer los bijhangt. Dit gebeurt met de
reefknuttels: korte lijntjes die in het zeil bevestigd zijn en er aan weerszijden van neerhangen.
Bij dit systeem van reven vervallen de nadelen van het rolrif. Nadelen van het bindrif zijn:
- permanente aanwezigheid van knuttels in het zeil die de luchtstroming langs het zeil enigszins kunnen beinvloeden
- het systeem kan niet in dun doek worden toegepast, omdat de knuttels dan het zeil kunnen beschadigen
Een groot voordeel is dat één man op zijn gemak onder het zeilen kan reven of ontreven.
De fok
Zolang u niet veel zeil hoeft te minderen, kunt u volstaan met dit te doen bij het grootzeil. Bij flinke wind worden de meeste schepen toch al loefgierig, onder andere door het hellen, zodat de fok ongereefd kan blijven. Meestal is deze niet eens ingericht om gereefd te worden, doch heeft men een speciale stormfok: een fok die kleiner en sterker is dan de gewone. Deze wordt gebruikt in het geval dat óók dit zeil verkleind moet worden.
Lees verder