Krachtbal: de nekworp en de rugworp
Het krachtbal is een sport waar het werpen met een zware bal één van de basisprincipes is. In aanvallend opzicht kan men bij de krachtbalsport immers alleen tot scoren komen via twee toegelaten werptechnieken: namelijk de nekworp en de rugworp. Beide worpen zijn ook diegene die gebruikt dienen te worden om terreinwinst te boeken tijdens een wedstrijd.
De nekworp: de meest gebruikte worp in het krachtbal
De speler staat bij het uitvoeren van de nekworp met het gelaat naar de werprichting. De bal wordt achter het hoofd gebracht door een buig-strekbeweging van romp, benen en armen om de bal voorwaarts te gooien. Deze werpbeweging wordt volledig symmetrisch uitgevoerd, hiermee wordt bedoeld dat men de beweging met beide armen gelijktijdig uitvoert. In de krachtbalsport mag men voor deze werpbeweging ook een aanloop nemen wat bijna altijd zal resulteren in een verdere en krachtigere worp.
Nekworp zonder aanloop
De speler neemt de bal vast voor zijn lichaam met de duimen naar buiten gericht terwijl hij in voorwaartse spreidstand staat. Terwijl de bal achter het hoofd wordt gebracht, wordt ook de romp lichtjes gebogen. De duimen zullen ondertussen naar elkaar toedraaien bij deze beweging. Eenmaal de bal achter het hoofd gebracht werd, zal men ook licht door de knieën buigen. Vervolgens zal men beide armen voorwaarts zwaaien en gelijktijdig de gebogen romp en benen weer strekken en de bal lossen op het juiste moment.
Nekworp met aanloop
We onderscheiden hier drie delen: de aanloop, de overgang en de eigenlijke werpbeweging. Tijdens de aanloop kan men de bal op allerhande manieren dragen maar de meest aangeprezen manier is om de zware bal op één hand te dragen zodat het lopen het minst belemmerd wordt. De aanloop is een versnelling. Men vertrekt traag om op het snelste moment de overgang te maken naar de eigenlijk worp. Hoe sneller de aanloop, hoe beter de overgang en hoe verder de worp uiteraard.
Bij deze overgang is er sprake van een “drietijdenbeweging”. Wie links afstoot zal zijn linkervoet naar voor brengen en neerplaatsen, hinken en daarna zijn rechter voet naar voor plaatsen (tweede stap). Een hink-stap dus. Bij de eerste stap brengt men de bal achter het hoofd, tijdens de hink zelf blijft de bal daar om hem dan nadien bij de tweede stap naar voor te werpen.
Om een werpbeweging perfect uit te voeren moet men vooral zorgen dat men de handen goed achter de bal plaatst. Tracht tevens te vermijden dat de bal aan de zijkant wordt vastgenomen om te werpen want dit resulteert in krachtverlies. Verder is het belangrijk dat de bal volledig in de nek ligt en dat de benen ook meebuigen tijdens de werpbeweging om de rug te ontlasten. Nog een laatste aandachtspunt om te beëindigen is de synchronisatie van de arm- en beenbeweging tijdens de drietijdenbeweging zodat alles in één mooi vloeiende beweging verloopt.
De rugworp, de worp die het krachtbal een extra dimensie geeft
Tien seconden voor het eindsignaal van de wedstrijd, je team is in de aanval en staat voor het doelgebied van de tegenstrever. Na een enorm spannende wedstrijd staat er nu een 19-20-score op het bord. En dan gebeurt het, een kans, een flits en je scoort in die laatste seconde via een krachtige rugworp. Je wint met 21-20 terwijl dolle supporters volledig uit de bol gaan. Dit sfeerbeeld kan in het krachtbal echt wel werkelijkheid zijn want een doelpunt met een rugworp telt immers dubbel!
Eerst en vooral moet de speler met de rug naar de werprichting staan. De bal wordt hierbij met beide handen voor het lichaam gehouden. Vervolgens buigt de speler door de benen en houdt hierbij de bal tussen de knieën. Nadien strekt men de benen en werpt men gelijktijdig de bal over het hoofd. Belangrijk hierbij is dat dit, net zoals bij de nekworp, op symmetrisch wijze gebeurd met beide armen. Nadien kan de speler eventueel doorrollen.
Veelgemaakte fouten bij de rugworp:
- handen niet goed onder de bal
- de bal wordt te lang of te kort vastgehouden
- de speler staat niet met de rug naar de werprichting
- geen symmetrische worp (de bal wordt over de schouder geworpen)
- ontbreken van de opvolging van de worp
- ontbreken van het door de benen buigen
Vele van bovenstaande fouten kunnen leiden tot rugklachten. Het is dus van grootste belang om elk detail van een worp goed uit te voeren.