De verschillen tussen zaalhockey en veldhockey
Naar schatting zijn er zo'n 230.000 hockeyspelers in Nederland. Een groot deel daarvan is aangesloten bij een club en speelt in de zomer veldhockey in competitievorm. Tijdens de winterstop -midden in de winter-wordt het veld door menig hockeyliefhebber verruild voor de zaal. Toch is zaalhockey een heel andere tak van sport dan veldhockey. In dit artikel lees je alles over de belangrijkste verschillen tussen zaal- en veldhockey.
Speelveld en de doelen
Bij veldhockey is het veld 91 meter lang en 55 meter breed. Het doel is 2,14 meter hoog en 3,66 meter breed, met een achterschot (46 cm.). De straal van de cirkel is 14,63 meter. Het zijveld wordt afgebakend middels lijnen.
Een speelveld bij zaalhockey is tussen de 36 en 44 meter lang en tussen de 18 en 22 meter breed. Het zaalhockeydoel is 2 meter hoog en 3 meter breed. De straal van de cirkel is 9 meter. Het zijveld wordt afgebakend met balken.
Teams
Bij veldhockey bestaat een team uit maximaal 16 spelers, waarvan er maximaal 11 en minimaal 8 tegelijk in het veld staan.
Een zaalhockeyteam kent maximaal 12 spelers, waarvan er maximaal 6, minimaal 4 tegelijk aan de wedstrijd deelnemen.
Uitrusting: bal en stick
In het spelregelement Zaalhockey van de KNHB wordt aangegeven dat de zaalhockeystick identiek is aan de veldhockeystick. Echter in 90% (of meer) van de zalen eist de beheerder hiervan het gebruik van een zogenaamde zaalhockeystick verplicht bij het beoefenen hiervan. De hockeybond raadt dan ook het gebruik van speciale, voor zaal geschikte hockeysticks aan omdat dit de spelvreugde en hockeytechniek ten goede komt.
Ook kent zaalhockey geen officiële zaalhockeybal die afwijkt van de normale veldhockeybal. Qua gewicht, formaat en uiterlijk is de zaalhockeybal volgens de regelementen identiek aan de bal die gebruikt wordt voor veldhockey. Toch raadt de hockeybond ook hier aan de speciale bal te gebruiken die vaker bij zaalhockey wordt gebruikt. Deze bal is wat lichter van gewicht.
Wedstrijdduur
2 maal 35 minuten wordt er gespeeld bij veldhockey, met 5 minuten rust. Na de rust wordt er niet van bank gewisseld.
Bij zaalhockey duren de wedstrijden minimaal 2 x 15 minuten en maximaal 2 x 30 minuten. De rust duurt maximaal 5 minuten en er wordt daarna van bank gewisseld.
Spelen van de bal
Bij veldhockey mag een speler de bal slaan, een hoge of lage push geven en scoopen. De bal mag van de grond af gespeeld worden tenzij dat een gevaarlijke situatie oplevert.
Bij zaalhockey mag men de bal alleen pushen. Dit is een duwbeweging met de stick vlak aan de grond. Een schuifslag is niet toegestaan. De bal moet over de grond worden verplaatst behalve bij een pushslag op het doel. Bij het stoppen van de bal mag deze niet meer dan 10 centimeter opspringen. Een bal in de lucht mag niet worden verplaatst.
De bal is buiten het speelveld
Als bij veldhockey de bal onopzettelijk via een verdediger over de achterlijn gaat wordt er een lange corner toegekend.
De spelers mogen inslaan als de bal over de zijlijn is gegaan.
Als bij zaalhockey de bal onopzettelijk via een verdediger over de achterlijn gaat mogen de verdedigers uitpushen. Inpushen mag, als de bal over de zijbalk is gegaan, op maximaal 1 meter binnen de balk.
Afstand van de tegenstander tot de bal bij spelhervattingen
Bij veldhockey moet de tegenstander op minstens 5 meter afstand blijven.
Bij zaalhockey is de afstand van de tegenstander tot de bal bij spelhervattingen minstens 3 meter.
Strafcorner
Bij een strafcorner bij veldhockey mogen maximaal 5 spelers - inclusief de keeper- achter de achterlijn. De andere verdedigers stellen zich op achter de middenlijn. Een slag mag bij de eerste doelpoging alleen op plankhoogte worden gespeeld. Een push mag hoog mits deze niet gevaarlijk is. De bal moet buiten de cirkel worden gespeeld. De strafcornerregels komen te vervallen wanneer de bal meer dan 5 meter buiten de cirkel komt.
Bij zaalhockey mogen maximaal 6 spelers - inclusief de keeper- bij de juniorencompetitie achter de achterlijn bij een strafcorner. Bij de seniorencompetitie zijn dat maximaal 5 spelers - inclusief de keeper. De doelverdediger moet in het doel en de andere verdedigers stellen zich op aan de andere zijde van het doel dan van waar de bal wordt aangegeven. De mag mag niet worden geslagen, een push mag hoog mits dit geen gevaar voor de andere spelers oplevert. De bal moet buiten de cirkel worden gespeeld. De strafcornerregels komen te vervallen wanneer de bal meer dan 3 meter buiten de cirkel komt.
Eigen doelpunt
Bij veldhockey is het mogelijk dat een speler een eigen doelpunt maakt.
Bij zaalhockey bestaat het fenomeen eigen doelpunt niet!
Tijdwaarneming en het bijhouden van de stand
Bij een hockeywedstrijd op het veld gebeurt dit door de scheidsrechters.
In de zaal houdt de tijdopnemer de stand en de tijd bij, indien deze niet aanwezig is valt deze eer te beurt aan de scheidsrechters.