Doping, medicatie en drugs in de (jeugd)sport
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen het gebruik van middelen om medische redenen en het gebruik voor motorische prestaties. Het gebruik van verschillende soorten doping en hun effecten is afhankelijk van de soort sport die men beoefent. Bij boogschutters zal men andere middelen gebruiken dan bij wielrennen. Druk, angst en stress kunnen voor met name jonge sporters en jonge atleten heel hinderend zijn. Door sociale druk en prestatiedruk kan de sporter of atleet op zoek gaan naar externe hulpmiddelen, zoals doping. Er zijn diverse redenen voor doping en druggebruik en vaak ook interactief, dus een combinatie van redenen leidt tot het vastgestelde gebruik. Laten we in eerste instantie kijken naar de verschillen in terminologie.
Wat verstaan we onder de term doping?
Onder doping verstaan we verboden stimulerende middelen, meestal lichaamsvreemd en schadelijk, met als doel de sportprestaties te verbeteren.
Wat verstaan we onder de term drugs?
Onder de term drugs verstaan we verdovende of hallucinerende middelen, ook lichaamsvreemde stoffen, die men neemt voor eigen genot, maar niet specifiek om prestaties te verbeteren. Bepaalde hallucinerende stoffen, alcohol en tabakswaren zijn in feite ook drugs.
Wat verstaan we onder de term medicatie?
Onder de term medicatie verstaan we geneesmiddelen die genomen worden in functie van herstel of revalidatie. Sommige medicatie staat wel op de verboden lijst van het IOC, het Internationaal Olympisch Comité. Hierdoor is het best ingewikkeld om een vaste omschrijving te geven van sportdoping.
Waarom atleten en sporters naar doping grijpen?
- Redenen waarom atleten en sporters doping gebruiken, kunnen onderverdeeld worden in drie grote groepen:
- Doping nemen om fysieke redenen, om zich sterker te voelen en beter te presteren. Doping nemen om psychologische en emotionele redenen om zich beter te voelen en bestand te zijn tegen stress door de competitie of tegen sociale druk van buitenaf.
- Drang naar perfectie kan leiden tot dopinggedrag.
Doping nemen om fysieke redenen, om zich sterker te voelen en beter te presteren
Het meest wordt doping gebruikt om beter te presteren, om de fysieke componenten te versterken. Onder fysieke componenten verstaan we kracht, snelheid, uithouding en reactietijd. Atleten en sporters kunnen medicatie nemen om pijn te verzachten wanneer ze geblesseerd zijn en kunnen zo verder blijven spelen. Na een blessure of tijdens de revalidatie kunnen pijnstillers worden genomen. Maar pas op, sommige pijnstillers worden als doping beschouwd. Doping wordt ook genomen om energie en arousal te verhogen. Maar ook om de arousal te verlagen en te relaxeren worden lichaamsvreemde stoffen gebruikt bijvoorbeeld bij boogschieten en pistoolschieten.
Doping nemen om psychologische en emotionele redenen
Doping of drugs worden ook genomen om psychologische en emotionele redenen. Om zich beter te voelen en bestand te zijn tegen stress door de competitie of tegen sociale druk van buitenaf. Sommige sporters en atleten ervaren enorm veel sociale druk om te slagen, waardoor faalangst gecreëerd wordt. De coach, teamgenoten, ouders, familie en vrienden kunnen hele hoge aspiraties hebben van een sporter of atleet. Verwachtingen die niet door de sporter of atleet kunnen worden gerealiseerd. Dit is een sociale druk wat kan leiden tot de mentaliteit winnen ten koste van alles. Wanneer de sporter of atleet deze verwachtingen niet kan waarmaken, kan hij doping nemen om het succes dat van hem verwacht wordt te kunnen realiseren. Doping kan de faalangst verzachten. Andere verboden middelen produceren een gevoel van dat je je goed voelt en of verlagen angst- en spanningsgevoelens. Deze middelen kunnen sporters en atleten een rustiger en positief gevoel geven. Doping met een positieve invloed op stress en angst, maar die tegelijk het reactievermogen en andere fysieke componenten verminderen.
Een ander psychologisch effect van druggebruik is een verhoogd zelfvertrouwen van de sporter of atleet. Sporters en atleten met een laag zelfvertrouwen hebben twijfels over hun vaardigheden. Druggebruik kan hun gevoelens van eigen kunnen verhogen en zo het zelfvertrouwen vergroten. Sporters en atleten met een laag zelfvertrouwen hebben vaak het gevoel dat ze iets extra nodig hebben om te winnen. Om een doel te bereiken dat boven hun capaciteiten ligt, kan doping de oplossing zijn. Althans dat denken ze. Het doel bereiken zal het zelfvertrouwen van de atleet vergroten.
Maar pas op, het zogenoemde ´supermancomplex´ is een ander psychologisch doping effect wat kan optreden. Atleten en sporters die steroïden nemen zullen zich superman voelen. Ze voelen zich zo sterk dat ze denken dat ze altijd zo sterk zullen zijn en dat niets hun fysieke gezondheid kan schaden. Anabole steroïden stimuleren spierproductie, maar ook agressief en antisociaal gedrag. Dit kan weer leiden tot ernstige negatieve psychologische gevolgen.
Drang naar perfectie kan leiden tot dopinggedrag
Tot slot kan perfectionisme leiden tot dopinggebruik in sport. Mensen die perfectionistisch zijn, zijn eigenlijk nooit tevreden met hun resultaten. Perfectionisme wordt als ongezond omschreven. Een perfectionist is iemand die problemen heeft met het onderscheiden van realistische en geïdealiseerde standaardnormen. Ze denken altijd dat ze beter kunnen en beter moeten presteren. Maar er komt altijd een tijd dat een sporter of atleet zijn limieten en capaciteiten heeft bereikt. Om hun prestaties steeds verder te verbeteren is doping, aanvullend op hun eigen capaciteiten, een hulpmiddel om de onwaarschijnlijke gedroomde limieten te bereiken.
Met andere woorden doping wordt dus niet alleen genomen om vals te spelen maar ook om zich beter te voelen. Doping heeft vele ´positieve´ psychologische effecten, maar net zo veel als niet meer negatieve gevolgen voor lichaam en geest.
Lees verder