Showdown: Tafeltennis voor blinden, slechtzienden én zienden
Showdown is gekend als een blindensport, maar blind of slechtziend zijn is geen vereiste om showdown te beoefenen. Deze snel bewegende sport ziet er uit als een vorm van tafeltennis en is in Nederland gekend sinds 1980. Het betekende een welgekomen aanvulling op de toen bestaande sportmogelijkheden voor blinden en slechtzienden. Het spel is eenvoudig aan te leren en vereist slechts een minimum aan materiaal. Bij dit spel komen techniek, snelheid en een goed gehoor goed van pas.
Geschiedenis
Het idee van showdown is in 1977 ontstaan bij Joe Lewis, een volledig blinde Canadees. Hij zocht naar een zowel recreatief als competitief spel voor blinden en slechtzienden waarvoor de hulp van ziende personen niet nodig was. Patrick York, een eveneens volledig blinde Canadese atleet verfijnde samen met Lewis de regels en de uitrusting voor deze nieuwe sporttak. Patrick York bedacht tevens het tafelontwerp waarop mensen showdown spelen. Na enkele jaren samenwerken werd het eerste showdownspel in 1980 gespeeld. In Nederland spelen personen met een
visuele handicap dit spel ook sinds 1980. In 1984 werd showdown internationaal gespeeld op de Olympische spelen voor personen met een handicap in Long Island (Verenigde Staten). Ondertussen is showdown een vast onderdeel van de Paralympische Spelen. Showdown is inmiddels bekend in landen in Europa, Afrika, Azië en Noord- en Zuid-Amerika. In België is showdown geïntroduceerd in 2011. Showdown Brecht werd de eerste showdownvereniging waarna stilaan maar zeker dit succes uitgebreid werd door de oprichting van andere showdownverenigingen.
Deelnemers
Showdown is door iedereen te spelen: blind, slechtziend of ziend, jong of oud, man of vrouw, … Iedereen is verplicht om een geblindeerde skibril te dragen. Hiermee is elke speler volledig blind en verloopt het spel voor iedereen gelijkwaardig.
Materiaal
De sport is ideaal voor blinden en slechtzienden. Het is goedkoop op te starten, vereist slechts minimaal onderhoud, en is speelbaar in een ruimte ter grootte van een klaslokaal of vergaderruimte. Het enige materiaal dat benodigd is, is het volgende:
- Tafel: De tweedelige showdowntafel bevat opstaande randen van 14 cm zodat de bal het speelveld niet kan verlaten. De tafel is stabiel en horizontaal geplaatst en in het midden staat een dwarsplank. De showdowntafel is verder 3 meter lang en 1,2 meter breed. In beide korte zijden van de tafel bevindt zich een doel; een ‘uitsparing’ in de achterwand van 25 cm breed en 11 cm hoog. Deze uitsparing gaat 13 cm door in het horizontale vlak (speelveld) en vormt samen met het gat in de achterwand het doelgat. Hieromheen is een (vang)net bevestigd.
- Bat: De houten bat is 40 cm lang (inclusief handvat), 9 cm breed en 1 cm dik;
- Rinkelbal: Bij het spel gebruiken de spelers een kunststof rinkelbal met een diameter van 6 cm (ter grootte van een tennisbal) waarmee ze het geluid lokaliseren.
- Skibril: Alle spelers dragen een geblindeerde skibril en een niet-handvergrotende handbescherming..
Publiek
Terwijl het spel bezig is, is stilte vereist zodat de spelers direct in staat zijn om te reageren op de rinkelbal. Het gehoor is namelijk van essentieel belang om het spel op topniveau te spelen. Het publiek mag daarom de spelers niet toejuichen of uitjouwen. Net zoals bij
goalbal - een balsport voor blinden, slechtzienden en zienden en
blindenvoetbal - is dit dus een sport waarbij de spelers hun gehoor volop nodig hebben.
Spelregels showdown
Showdown heeft eigen
spelregels. Iedereen dient op de hoogte te zijn van de geldende spelregels. Voor aanvang van de wedstrijd stellen scheidsrechter, tijdcontroleur, teller en beide spelers zich voor.
Enkele showdownbegrippen
De showdownsport kent heel wat specifieke begrippen. Deze staan in het reglement verduidelijkt, maar enkele basisbegrippen bieden alvast een eerst indruk van deze sport:
- Bovenrand: afdekrand op bovenzijde van achterwand.
- Doelgat: de uitsparing/opening in het horizontale vlak. De verticale achterwand waarin de speler de bal dient te spelen.
- Doelgebied: gebied tussen doelgat en omlijning.
- Servicebeurt: reeks van vijf services.
- Set: Een showdownspeler wint een set als hij als eerste minimaal elf punten of meer behaalt. Daarbij is een een minimaal verschil van twee punten ten opzichte van zijn tegenstander vereist.
- Speelhand: dit is de hand (tot en met de pols) waarmee de speler het bat vasthoudt.
- Speeloppervlak: de bovenzijde van de horizontale plaat die deel uitmaakt van het speelveld.
- Speelveld: de ‘inhoud’ van het gebied dat wordt gemarkeerd aan de zijkanten door de zij- en achterwanden van de tafel, en aan de onderkant door het speeloppervlak, en aan de bovenkant door de denkbeeldige afdekking van de zij- en achterwanden van de tafel.
België en Nederland
Op de website van
Parantee staan alle Belgische showdownverenigingen vermeld. In het zoekveld op de site geef je hiervoor de zoekterm "showdown" in. In Nederland zijn er enkele tientallen verenigingen waar spelers met een visuele beperking terecht kunnen.
Showdown Nederland heeft een eigen website met uitgebreide informatie over deze fascinerende sport.