Skeelerwedstrijden, wedstrijdvormen en organisatie
Skeeleren of inline-skating wordt over de hele wereld als sport bedreven. Wedstrijden worden gehouden op skeelerbanen, skeelerpistes en weg- en marathonparcoursen. De wedstrijden zijn onder te verdelen in sprintafstanden, midden- en lange afstanden. Skeelerwedstrijden worden zowel voor de jeugd als voor senioren georganiseerd.
Standaard
Zowel op Europees als op wereldniveau worden skeelerwedstrijden volgens een standaard wedstrijdprogramma georganiseerd. Dit programma wordt door de wereldbond Fédération Internationale Roller Sports (FIRS) vastgesteld. De Europese bond Comité Europeéne de Roller Skating (CERS) en de Nederlandse Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) hanteren deze door de FIRS vastgestelde standaard, maar kunnen daar op Europees en nationaal niveau van afwijken.
Sprintafstanden
De standaard sprintafstanden op skeelerbanen en skeelerpistes zijn:
- 300 meter individuele tijdrit
- 500 meter sprint
- 1.000 meter sprint
De standaard sprintafstanden op wegparcoursen zijn:
- 200 meter individuele tijdrit
- 500 meter sprint
De individuele tijdritten zijn wedstrijden waarbij één rijder tegelijk in de baan is. Hierbij bepaalt de rijder zelf zijn of haar startmoment, waarbij de chronometer als gevolg van de start gaat lopen en eindigt zodra de rijder de finishlijn passeert. De 500 en 1.000 meter sprintafstanden worden verreden in series van vier tot zes rijders (500 meter) en zes tot acht rijders (1.000 meter). De eerste één of twee rijders plaatsen zich voor de volgende wedstrijdronde, aangevuld met één of meer tijdsnelsten. Uiteindelijk wordt in de finale tussen vier tot zes rijders (500 meter) en zes tot acht rijders (1.000 meter) gestreden om de winst.
Overigens wordt de 1.000 meter eerder als midden- dan als sprintafstand beschouwd, aangezien de afstand te lang is om voluit sprintend af te leggen. Het is een afstand waarop zowel de sprinters met een wat langere adem als de lange afstandrijders kanshebber voor de winst zijn.
Lange afstanden
De standaard lange afstanden op skeelerbanen en skeelerpistes zijn:
- 10.000 meter puntenwedstrijd
- 10.000 meter punten/afvalwedstrijd
- 15.000 meter afvalwedstrijd
- 3.000 meter aflossingswedstrijd
De standaard lange afstanden op wegparcoursen zijn:
- 10.000 meter puntenwedstrijd
- 20.000 meter afvalwedstrijd
- 5.000 meter aflossingswedstrijd
Tijdens puntenwedstrijden worden elke 400 meter (twee rondes op een skeelerpiste) twee punten aan de eerst doorkomende rijder en één punt aan de tweede rijder toegekend. Bij de finish worden drie, twee en één punt verdeeld. Uiteindelijk is de rijder met de meeste punten de winnaar (dus niet persé de rijder die als eerste finisht).
Tijdens afvalwedstrijden gaat het niet om het verzamelen van punten, maar moet elke 400 meter de rijder (of twee rijders) die als laatste de finish passeren de wedstrijd verlaten. Uiteindelijk blijven in de laatste twee of drie ronden vijf tot acht rijders over, die om de winst strijden.
De punten/afvalwedstrijd is een combinatie van punten verdienen en niet afvallen. Dit is niet alleen fysiek, maar ook mentaal een zeer zware wedstrijdvorm. Rijders moeten hun krachten verdelen tussen punten pakken en oppassen dat ze niet als laatste de finishlijn passeren.
De aflossingswedstrijd (relay) is een teamwedstrijd, waarbij drie rijders elkaar elke ronde aflossen, door middel van een duw in het wisselvak. Niet zelden vormen deze wedstrijden het hoogtepunt van een toernooi, waarbij vooral de aflossingswedstrijd op de skeelerpiste doorgaans zeer spectaculair verloopt.
Marathon
De marathon wordt over de klassieke afstand van 42.195 meter verreden op een marathonparcours. Veelal is dit een afgesloten stratenparcours van enkele kilometers lengte. Hierbij zijn geen punten te verdelen, maar is de winnaar de rijder die als eerste de finishlijn passeert.
Nieuwe onderdelen
Sinds 2013 proberen zowel de FIRS als de CERS de internationale kampioenschappen nog aantrekkelijker te maken door nieuwe wedstrijdvormen te introduceren. Zo hebben we op EK’s en WK’s de volgende nieuwe onderdelen kunnen zien:
- 100 meter individuele tijdrit (in plaats van de 200 meter individuele tijdrit)
- Dobbinsprint (sprint over 200 meter, niet uit staande maar uit rijdende start)
- Mix-relay (aflossingswedstrijd met twee heren en twee dames)
- Lap sprint (variant op de 500 meter sprint op het wegparcours, waarbij de lengte van het wegparcours de afstand bepaalt)
Lees verder