Zweeds schaatsen in Nederland: voor liefhebbers natuurijs
Elk jaar tijdens de winterperiode hoopt heel Nederland dat er een lange vriesperiode aanbreekt, zodat er nog eens een Elfstedentocht kan worden geschaatst, een evenement dat sinds 1997 niet meer plaatsvond. In afwachting daarvan wijden zich een aantal enthousiaste schaatsers aan het ‘Zweedse schaatsen’ wat niet zonder gevaar is.
De hoogmis van het schaatsen
De Ronde van Vlaanderen is de hoogmis voor de Vlaamse wielersport. Nederlanders genereren evenveel enthousiasme voor het schaatsen met de
Elfstedentocht. In tegenstelling tot de wielerliefhebbers zijn zij afhankelijk van het weer. Immers, het moet minimum tien dagen stevig gevroren hebben om een ijsdikte van zowat 16 centimeter te verkrijgen om een veilige organisatie van dit
massa-evenement mogelijk te maken. Omdat zulke omstandigheden zelden voorkomen kan het soms tien tot twintig jaar duren vooraleer er een nieuwe editie het licht ziet. Barre weersomstandigheden zijn dus noodzakelijk om de schaatsliefhebber zijn droom in vervulling te laten gaan.
Zweeds schaatsen
Vele schaatsers willen niet werkloos toezien hoe de jaren voorbijgaan zonder hun geliefde schaatsmarathon. Zij kiezen voor het zogenaamde ‘Zweedse schaatsen’. De beoefenaars begeven zich op onbekend
natuurijs in de vrije, ongerepte natuur, een berekend risico.
Voortrekker van dit schaatsen is de
Hollandse Langetocht Schaats Club (HLSK) die de mosterd haalt bij de honderden schaatsverenigingen in Zweden. De HLSK telt een honderdtal actieve leden in 2018. In de eerste plaats beoefenen ze verschillende keren per jaar hun sport in noordelijker delen van Europa, zoals op de Zweedse en Finse wateren, maar ook in Duitsland. Breekt er in eigen land evenwel een extreem koude periode uit, worden ze hier actief.
Deelnemers
Er wordt steeds in kleine groepen van drie tot acht personen geschaatst onder leiding van een ervaren gids die een vijfjarige opleiding doorlopen heeft, steunende op het 100 jaar oude Zweedse gidssysteem. Ook de deelnemers hebben een opleiding gekregen, vooral toegespitst op de veiligheid in de groep. Essentieel voor deze ‘
ijsberen’ is een grondige kennis van het ijs en het beschikken over goed materiaal om zich tegen de gevaren in te dekken.
Bedoeling van het ‘Zweedse schaatsen’ is niet een maximaal aantal kilometers afmalen, maar zoveel mogelijk te genieten van het schaatsen, het ijs en de omgeving.
Theoretische voorbereiding
Qua kennis steken de schaatsers veel op van de cursussen die het HLSK voor zijn leden organiseert. Daarin wordt de fysica van ijs en weer gedetailleerd besproken. Vragen als ‘waarom drijft ijs?’, ‘hoe heeft het weer invloed op de ijsvorming?’, ‘wat is
underfrätning?’ komen aan bod opdat de schaatser beslagen op het ijs zou komen. Ook aan het veiligheidsaspect wordt ruim aandacht besteed. Geregeld worden praktische veiligheidsoefeningen georganiseerd.
Risico’s
Vermits er al geschaatst wordt na een korte vorstperiode en op geen officieel
geveegde banen goedgekeurd door de overheid, is er geen garantie dat het ijs op alle plaatsen standhoudt, waardoor het mogelijk is dat iemand door het ijs zakt. Dit is de reden waarom deze sportievelingen door menigeen wordt verweten onnodige risico’s te nemen en aldus anderen verplichten hun leven te wagen om hen uit het water te vissen. In werkelijkheid trachten ze evenwel de tocht zo veilig mogelijk te laten verlopen. Via de website van de Club worden gegevens over gemaakte tochten, de omstandigheden ter plaatse en ervaringen met de andere leden gedeeld.
De schaatstocht
Vooraleer de expeditie aan te vatten, wordt het ijs ’s morgens vroeg ‘gelezen’ en wordt de groep altijd voorafgegaan door een ‘
ijsvos’ die het ijs op stevigheid controleert door er met stokken in te prikken. Desondanks gebeurt het wel eens dat er toch iemand door het ijs zakt. Dat wordt een ‘
plurning’ genoemd. Volgend het HLSK blijft een plurning tijdens de Zweedse tochten beperkt tot één geval om de 500 kilometer. In Nederland daarentegen zouden er meer gevallen zijn omdat er vaak minder voorzichtig wordt geschaatst.
De schaatsers volgen de gids in een rij en houden afstand van elkaar zodat het bij een mogelijke ‘plurning’ bij één slachtoffer blijft. Wie het echt zo veilig mogelijk wil houden, kiest voor een traject langs de rietkragen, omdat daar het ijs het stevigst is.
Uitrusting
Het materiaal dat de schaatsers op hun tochten bij zich hebben is noodzakelijk om de risico’s te beperken. Zo is elkeen verplicht de Zweedse uitrusting te dragen in functie van de veiligheid. Daarom draagt iedereen een rugzak met reddingslijn. Droge kleren maken deel uit van de basisuitrusting, omdat men er rekening mee moet houden dat men wel eens met een nat pak kan worden geconfronteerd. Tevens draagt men
ijspicks, priemen, stokken en een fluitje mee.
Conditie
De afstanden die worden afgelegd variëren tussen de 20 en de 100 kilometer. Een tocht op natuurijs vergt een degelijke fysieke conditie vermits men vaak een hele dag op weg is en men schaatst met een rugzak van 10 à 12 kilo op de rug. Als er iemand door het ijs zakt moet je als groep zelfreddend zijn. Immers, van buitenaf mag je geen hulp verwachten daar men schaatst op plaatsen waar zo min mogelijk schaatsers je zijn voorafgegaan om de best mogelijke kwaliteit van het natuurijs te kunnen garanderen.