De zes principes van tai chi – 'kleven' (Nien)
De drie tai chi-principes 'luisteren (Ting), 'terugtrekken' (Tsou) en 'kleven' (Nien) zijn in de praktijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zwichten (Tsou) voor de tegenstander wil zeggen dat de opponent geen weerstand ondervindt tijdens een aanval. Het derde principe van tai chi behelst dat de tai chi-beoefenaar in staat moet zijn om de tegenstander zodanig van zeer dichtbij te volgen dat het er alle schijn van heeft dat hij of zij een schaduw van de ander is geworden. De tai chi-methode handduwen (push hands) is ideaal om die techniek te leren. Een techniek die essentieel is om succes te boeken in tai chi als vechtkunst, wat overigens ook geldt voor de overige vijf principes. 'Kleven' (Nien) kan beschouwd worden als het gedrag van een nieuwsgierige wesp of als een web dat de spin langzaam om de prooi heen spint en waaruit geen ontsnappen mogelijk is.
Inhoud
De acht fundamentele poorten (houdingen) van tai chi
Het beheersen van de acht fundamentele houdingen (poorten) van
tai chi is cruciaal om de zes aanvullende principes te begrijpen. Principes die tai chi als verdedigingskunst zo subliem maken. De acht poorten zijn verweven in de tai chi-routine, ongeacht of u de
Wu-,
Yang- of
Chen-stijl beoefent. Bij tai chi als zelfverdediging is het van belang dat u de toepassingen van elke houding in de tai chi-routine door en door kent, in het bijzonder de continue afwisseling van yin en yang (zacht en hard) en in het verlengde daarvan de vloeiende uitvoering van de solo-oefening. In dat opzicht is
handduwen (
push hands) de beste voorbereiding.
De acht trigrammen /
Bron: NDV, Pixabay De spil van tai chi
De acht poorten, waarvan de eerstgenoemde vier 'richtingen' en de resterende vier 'handelingen' worden genoemd, zijn gebaseerd op de acht trigrammen van de
I Tjing en vormen de spil van de tai chi-routine:
- Peng (afweer)
- Lu (terugdraaien)
- Chi (drukken)
- An (duwen)
- Tsai (neerwaarts trekken)
- Lieh (splijten)
- Chou (elleboogstoot)
- Kao (schouderduw)
Handduwen (push hands) – lopend en stilstaand
Handduwen vormt de basis van tai chi als zelfverdediging. 'Kleven' (Nien) is tijdens deze oefening uitstekend te leren. Beoefen handduwen eerst stilstaand. Als beginner is het allereerst belangrijk dat u observeert, oefent en de techniek uittest bij verschillende
tegenstanders, onder wie mensen die bedrevener zijn dan u, groter of kleiner zijn en met verschillende temperamenten (hard of zacht). De volgende fase bestaat uit lopend handduwen. Beweeg het lichaam niet alleen tijdens de solo-oefening, maar ook tijdens het handduwen (
push hands) als een eenheid, waarbij het middel de spil vormt. Het betreft een van de
geheimen van tai chi.
Kleefenergie
Tijdens het handduwen ontstaat de zogenaamde kleefenergie. Zodra deze band met de tegenstander wordt verbroken, mist u ook het zintuig dat u tijdens toegewijd
oefenen ontwikkelt en dat ervoor zorgt dat u de bedoelingen van de tegenstander gaat aanvoelen. Het wordt ook wel
'luisteren' (Ting) genoemd, tevens het eerste aspect van de zes aanvullende principes.
De zes aanvullende principes van tai chi chuan
De zes
principes zijn onlosmakelijk verbonden met de acht 'poorten' van
tai chi. Men zou zelfs kunnen stellen dat ze tai chi zo bijzonder maken in de zelfverdediging ter onderscheiding van andere westerse en oosterse gevechtskunsten. Ze geven de 'poorten' geestkracht, waarvan 'kleven' (Nien) er een is en waarbij alle tai chi-bewegingen er altijd en overal op gericht zijn om tijdens een gevecht in de beste
positie te blijven en de tegenstander in de meest ongunstige te houden. Deze principes zijn:
- Ting (luisteren)
- Tsou (terugtrekken)
- Nien (kleven)
- Hua (neutraliseren)
- Fa (aanvallen)
- Chin-aspect
Nien ('kleven')
De
wesp is een geweldige 'klever'. Terrasbezoekers weten daar alles van. Wanneer u uithaalt naar dat
insect zult u negen van de tien keer misslaan, waarna het lijkt of de wesp als uw schaduw gereageerd heeft en telkens aldus een nog voordeliger positie inneemt om een eventuele
aanval in te zetten. Dat is ook een van de redenen waarom de wesp zo gevreesd wordt. Dat geldt overigens ook voor de
daas of paardenvlieg. In de vlucht lijkt hij immers onverslaanbaar zodra hij zijn zinnen op u heeft gezet. Hetzelfde is van toepassing op het tai chi-begrip 'kleven' (Nien). In een notendop komt het erop neer dat 'kleven', 'aanhechten' ofwel 'aanklampen' tot doel heeft de tegenstander in een zo ongunstig mogelijke positie te krijgen of te houden. Nien is onlosmakelijk verbonden met Tsou (terugtrekken).
Yin en yang
Tsou is
yin, waarbij men min of meer passief uitwijkend de kracht volgt van een uithalende tegenstander, die dan geen weerstand ondervindt. Nien, of 'kleven', moet daar direct op volgen zodra de tegenstander zich 'hergroepeert'. Dat is voor de tai chi-beoefenaar tevens het juiste moment om aan te vallen (Fa) en de tegenstander aldus definitief uit het evenwicht te halen en ten val te brengen. Nien is kortom
yang, ofwel het actief inzetten van kracht.
Kleven (Nien) – het juiste moment
Zoals er geen yin zonder yang bestaat, en vice versa, zo horen Tsou (terugtrekken) en Nien (kleven) bij elkaar. Tsou vormt in dat opzicht de basis van Nien. Zodra de tegenstander u duwt (yang), gebruikt u Tsou (yin) met de bedoeling dat de tegenstander door zijn eigen kracht zijn
evenwicht moet hervinden. Bij Nien is het van belang dat het meegeven of terugtrekken (Tsou) niet een te grote afstand tussen u en de tegenstander veroorzaakt. Dan mist Nien immers zijn doel en ontstaat er een totaal andere gevechtssituatie. In dat opzicht is ook 'luisteren' (Ting) van belang, ofwel het aanvoelen van de richting en snelheid van de tegenstander tijdens Nien.
Balans
Het vergt veel oefening om in die
drie aspecten de juiste balans te vinden, zodat Tsou (yin) en Nien (yang) in elkaar vervloeien en het juiste
aanvalsmoment zich vanzelf aandient, wat 'Fa' wordt genoemd. Vergeet niet dat alle aanvullende principes van tai chi even belangrijk zijn en samensmelten tijdens alle verdedigings- en aanvalsacties. Als metafoor mag u Nien beschouwen als een nieuwsgierige wesp of als een
spin die een hechtend, klevend web heeft gemaakt waarin de
vlieg (tegenstander) zich steeds meer verstrikt.
Lees verder