Braziliaans voetbalteam 1970: The Beautiful Team
In de loop der jaren zijn er heel wat voetbalteams die tot de verbeelding spreken. Wereldkampioen Brazilië uit 1970 is een dergelijk team. Deze ploeg wordt als één van de beste ploegen ooit beschouwd. Vier minuten voor het einde van de WK-finale van 1970 veroverde Tostão de bal, daarna ging de bal naar de voeten van Everaldo, Pelé, Gerson, Clodoaldo, Rivelino, Jairzinho en Pelé, die de bal blindelings opzij legt voor de opkomende rechtsback Carlos Alberto. Hij scoorde de 4-1, Brazilië pakt haar derde wereldtitel en mag de Jules Rimet Cup houden. Deze aanval waarin bijna alle elf spelers een aandeel hadden was het hoogtepunt van “The Beautiful Team” zoals dit Braziliaanse team werd genoemd.
Aanloop naar het WK 1970
Het mislukte wereldkampioenschap van 1966 was precies de wisseling tussen het team dat in 1958 en 1962 wereldkampioen was geworden en het team dat het WK van 1970 zou winnen. Na de eerste ronde kon Brazilië al terug naar huis. Tijdens het toernooi waren grootheden als Garrincha, Djalma Santos, Bellini en keeper Gilmar hun basisplaats verloren. Jonge honden als verdediger Brito, spits Tostão en middenvelder Gerson hadden tijdens dit WK aan de deur geklopt voor een basisplaats.
Alle sterren van 1958 en 1962 hadden inmiddels waardige opvolgers gekregen. Carlos Alberto werd de nieuwe rechtsback in plaats van Djalma Santos. Jairzinho had een tijdje linksbuiten gespeeld, maar werd nu de rechterspits in plaats van Garrincha. Centrale verdediger Bellini werd vervangen door Brito. Alleen voor de legendarische keeper Gilmar kon bondscoach Aymoré Moreira maar moeilijk een geschikte opvolger voor vinden. Moreira was de Vicente Feola komen opvolgen na het mislukte WK van 1966. Keepers zijn altijd al een probleem geweest in Brazilië, behalve tijdens het tijdperk Gilmar dan. De zwakke keeper van Portoguesa en later Fluminense, Felix zou uiteindelijk de slag winnen. Al keerde Gilmar nog tot 1969 regelmatig terug in het Braziliaanse doel, hij was toen inmiddels bijna 40! De enige speler die overbleef van de generatie 1958-1962 was uiteraard sterspeler Pelé, hij moest nog 30 jaar oud worden, dus de beste jaren moesten wellicht nog komen. Daar leek het aanvankelijk niet op. In de aanloop naar het wereldkampioenschap was Pelé hopeloos uit vorm en er werd openlijk getwijfeld aan een basisplaats voor de Braziliaanse nummer 10. Uiteindelijk kwam Pelé op 26 april 1970 tegen Bulgarije zelfs een wedstrijd op de bank te zitten.
Begin 1969 werd João Saldanha de opvolger van bondscoach Aymoré Moreira. Alleen was Saldanha niet zo op de hoogte van het politieke spel dat in het Braziliaanse voetbal altijd aanwezig is. De Braziliaanse president zag graag Dario en Arilson in de “seleçao”, maar Saldanha sloeg het advies in de wind. Sterker nog hij beet de president toe: “Ik zeg toch ook niet wie u als minister moet nemen!” Saldanha werd ontslagen en Mario Zagalo werd zijn opvolger. Zagalo was zelf in 1958 en 1962 als linkerspits wereldkampioen geworden. Hij zou in 1970 de eerste in de geschiedenis worden die wereldkampioen werd als speler en als trainer. Franz Beckenbauer werd in 1974 en 1990 de tweede die dat presteerde.
Eind 1969 kreeg de Braziliaanse ploeg met een grote tegenslag te maken. Spits Tostão, die topscoorder van de kwalificatiereeks was geworden met 10 doelpunten moest een zware oogoperatie ondergaan. De artsen vrezen even voor zijn voetbalcarrière, maar dat lijkt ongegrond. Tostão haalt zelfs het wereldkampioenschap. Brazilië kon op volle oorlogssterkte naar Mexico afreizen en was daarmee een van de grote favorieten. En niet in de laatste plaats door een indrukwekkende kwalificatiereeks waarin Brazilië alle 6 wedstrijden won. De meeste wedstrijden werden rond het middaguur afgewerkt. De hoge temperaturen waren duidelijk in het voordeel van de Brazilianen ten opzichte van de Europese kanshebbers voor de titel. De loting bepaalde dat Brazilië in dezelfde poule terechtkwam als wereldkampioen Engeland, Tsjecho-Slowakije en Roemenië.
Selectie Brazilië WK 1970 inclusief rugnummers
- Felix
- Brito
- Piazza
- Carlos Alberto
- Clodoaldo
- Marco Antonio
- Jairzinho
- Gerson
- Tostão
- Pelé
- Rivelino
- Ado
- Roberto
- Baldochi
- Fontana
- Everaldo
- Joel
- Paulo Cesar
- Edu
- Dario
- Zé Maria
- Leão
Groepswedstrijden WK 1970
Brazilië startte het toernooi met de gedroomde basiself wat later als “Beautiful Team” bekend zou worden. Dus met de zeer onzekere keeper Felix in het doel. Brito en Piazza vormden het centrale verdedigingsduo bij gebrek aan beter en op links verscheen verassend Everaldo. Pas op dit WK veroverde hij een basisplaats ten koste van Marco Antonio. In de zwakke achterhoede viel aanvoeder en rechtsback Carlos Alberto in positieve zin uit de toon. Rechtshalf was de onopvallende Clodoaldo. De overige vijf spelers waren de topspelers van het team; ze werden ook wel “The Fabulous Five” genoemd. Gerson was de linkermiddenvelder en tevens de briljante spelmaker van de ploeg. Tostão was de slimme kaatsende spits die in dienst speelde van de absolute topspeler Pelé. Op rechts stond de razendsnelle en veelscorende Jairzinho. Op het allerlaatste moment koos Zagalo Rivelino als linksbuiten boven Paulo Cesar. Paulo Cesar zou later in het toernooi nog volop spelen en bleek net als in de kwalificatiewedstrijden de ideale twaalfde man.
In de eerste wedstrijd tegen Tsjecho-Slowakije liet Pelé direct zien in topvorm te verkeren. Hij lobte van eigen helft vanuit stand de bal over keeper Viktor heen net naast het doel. Na een vlugge achterstand bogen Rivelino, Pelé en tweemaal Jairzinho de stand van 0-1 naar 4-1 om. De toon voor de rest van het toernooi was gezet. Voor de wedstrijd tegen de sterke Engelsen kwam Paulo Cesar in de ploeg voor Gerson, die hij tegen de Tsjecho-Slovaken ook al had vervangen. Ook in deze wedstrijd deed Pelé weer van zich spreken door een kans te “missen”. Een voorzet van rechts werd door Pelé bijna perfect ingekopt. Alleen door een uiterste krachtsinspanning van de legendarische Engelse keeper Banks werd een doelpunt voorkomen. Deze ogenschijnlijke onmogelijke redding zou de geschiedenis ingaan als “The Save of the Century”. Jairzinho scoorde overigens het enige doelpunt van het duel en zorgde ervoor dat Brazilië aan één punt genoeg had om zich te kwalificeren voor de kwartfinale. In het laatste groepsduel werd linksbuiten Rivelino geslachtofferd voor verdediger Fontana om het cruciale punt veilig te stellen. Brazilië won door twee doelpunten van Pelé en één van Jairzinho met 3-2.
Knock-outfase WK 1970
In de kwartfinale wachtte het verassende Peru, dat in Teofilo Cubillas een wereldspeler had. In een mooie wedstrijd won Brazilië door doelpunten van Rivelino, Tostão (2x) en wederom Jairzinho. Gerson was overigens teruggekeerd in de ploeg. Marco Antonio kreeg de voorkeur boven Everaldo, maar in de halve finale tegen Uruguay speelde Everaldo weer “op 6”, zoals de linksbackpositie in Brazilië wordt genoemd. Ondanks een snelle achterstand door een doelpunt van Cubilla, de gezette rechtsbuiten van Uruguay, raakte Brazilië niet in paniek. Het klassenverschil tussen beide landen was zo groot dat de geel-blauwen eenvoudig uitliep naar een 3-1 voorsprong. Ditmaal troffen Clodoaldo, weer Jairzinho en Rivelino doel. Brazilië stond weer in de finale en had tot nu toe een verpletterende indruk achtergelaten. De vraag was niet of Brazilië wereldkampioen ging worden, maar met welke score.
De tegenstander was Italië dat via een krankzinnige 4-3 overwinning op West-Duitsland de finale had bereikt. Het catenaccio vierde nog steeds hoogtij in Italië. De Italiaanse bondscoach had de held van de halve finale, de Europees voetballer van het 1969, Gianni Rivera buiten de ploeg gelaten. Hij durfde het niet aan om zowel Sandro Mazzola en Gianni Rivera op te stellen. Een meevaller voor de Brazilianen. Net als de vlugge 1-0 voorsprong door Pelé, die zodoende na Vavá de tweede speler werd die in twee WK-finales had gescoord. De Brazilianen speelden, net als heel het toernooi, fantastisch, maar dat werkte gemakzucht in de hand. Door dom balverlies achterin scoorde Boninsegna via een counter de gelijkmaker en strafte daarmee de Braziliaanse hooghartigheid keihard af. Na rust stelde “The Beautiful Team” orde op zaken. Een afstandschot van Gerson en weer een doelpunt van Jairzinho zorgde een 3-1 tussenstand. Door dit doelpunt van Jairzinho werd hij de eerste en tot nu toe enige speler in de WK-geschiedenis die in alle wedstrijden tot en met de finale had gescoord. Brazilië sloot het toernooi in stijl af door de harde schuiver van Carlos Alberto waaraan een combinatie met alle elf spelers aan vooraf ging. Na Bellini in 1958 en Mauro in 1962 mocht Carlos Alberto als derde Braziliaanse captain de Jules Rimet Cup oftewel “De Gouden Godin” ophalen.
Nog nooit had een ploeg zo overtuigend het wereldkampioenschap gewonnen, alleen het grote aantal tegendoelpunten (7 in 6 wedstrijden) viel uit de toon. Dit gaf tevens de zwakte van de achterhoede aan. Bovendien was dit het enige toernooi waar dit team hun kunsten heeft laten zien. Het WK1966 was een debacle en in 1974 waren van de basiself eigenlijk alleen Jairzinho, Piazza en Rivelino over. Bovendien was er tussen 1967 en 1975 geen Zuid-Amerikaans kampioenschap waar Brazilië zou kunnen vlammen. In feite was het in 1971 al gedaan met “The Beautiful Team”. Op 18 juli 1971 speelde Pelé tegen Joegoslavië zijn allerlaatste interland en daarmee kwam er een eind aan het “Dream Team”. Gerson en Tostão stopten in 1972 als international en Carlos Alberto raakte in 1972 ernstig geblesseerd en keerde pas in 1976 terug in het nationale team ditmaal als vrije verdediger.
Vergelijking met de wereldkampioen van 1958 en 1962
Het team van 1970 werd natuurlijk vergeleken met het Braziliaanse team dat in 1958 en 1962 wereldkampioen werd. De ploeg van 1970 werd weliswaar op zeer overtuigende wijze kampioen en speelde waarschijnlijk mooier voetbal. Toch is het team van 58-62 een stuk completer. Beide aanvalslinies doen weinig voor elkaar onder. Garrincha was weliswaar genialer was dan de veelscorende Jairzinho, linksbuiten Zagalo kon weer niet tippen aan het linkerbeen van Rivelino. Van de spelmakers Didi en Gerson was Didi waarschijnlijk iets completer. Het grote verschil zit hem in de achterste vijf. De rechtervleugel- verdedigers Djalma Santos en Carlos Alberto waren beide van wereldklasse. De rest van de achterhoede van 1970 was niet om over naar huis te schrijven. In 1958/1962 stond er als linksback Nilton Santos en in het doel stond de enige Braziliaanse klasse-keeper tot nu toe: Gilmar. De tweevoudig wereldkampioensploeg van 1958-1962 had de betere voetballers, maar het mooiere voetbal kwam van de ploeg uit 1970, van “The Beautiful Team”.
Lees verder